‘Broedsje’ (2020) door Sabine Liedtke, potlood en acrylverf op papier. Foto: Eric Bos
De Friese kunstenaar Sabine Liedtke laat in Museum Belvédère zien hoe monumentaal en gevoelig tekeningen kunnen zijn. Nestjes en dode vogels zijn haar thema.
Het werk van Sabine Liedtke ademt verstilling. Daardoor zit het als gegoten in het expositiebeleid van Museum Belvédère dat zich richt op verstilling. Jan Mankes is daar een meester in. Zijn werk fungeert als spil in de oostvleugel van het museumpaviljoen, waar ook de series fijnzinnig geschilderde landschapspaneeltjes van Christiaan Kuitwaard en Bruno van Dijck zijn te zien. Bomen mijmeren in hun waterreflecties, abstractie en figuratie spiegelen zich aan elkaar.
Bij binnenkomst stuiten we meteen op de installatie van Sabine Liedtke (Drachten, 1971) met honderd dode spreeuwen van keramiek aan de wand. Zwarte, uniforme vormen, als een peloton soldaten. Ze stralen strengheid uit, maar ook stilte en, zo u wilt, verstilling.
Vriezer met dode vogels
‘Ik zag in 2019 een heel grote zwerm spreeuwen bij Feanwâlden,’ heeft Liedtke over haar spreeuweninstallatie uit 2023 gezegd. ‘Dat inspireerde mij om een eigen zwerm te maken. Ik heb in mijn atelier een vriezer met dode vogels, waaronder ook spreeuwen. Eén is mijn favoriet en die is mijn model geweest voor dit werk.’
Links van de installatie hangt een schilderij dat Jan Mankes in 1913 van een kraai maakte. Dat fungeert op de tentoonstelling als een tijdsscharnier. Van toen naar nu.
Het materiaal papier heeft Liedtkes voorkeur. En een discipline als tekenen. Hoe haar tekeningen een krachtig tegenwicht vormen in een omgeving van bijna allemaal schilderijen. Niet als voorstudie, zoals toen Jan Mankes zijn vrouw tekende om daarnaar later een schilderij te maken, maar als een zelfstandig iets. Heel subtiel en gevoelig en tegelijkertijd krachtig en monumentaal. Tekeningen op verschillende soorten papier, figuratief en abstract.
Het gaat over leven en dood
Het begint met een nest. Als tekening en als een verzameling echte vogelnestjes in een metalen schaal op de vloer van het kabinet. We zien vogels als die nog in hun ei verborgen zitten, en later als ze dood zijn. Van de wieg tot het graf. Want het gaat over leven en dood in het werk van Sabine Liedtke. De link naar de geschilderde vogelnestjes van Jan Mankes ligt voor de hand.
Ongelooflijk hoe virtuoos haar handschrift is. Je volgt met je ogen de grassen en andere materialen waaruit een vogelnest is opgebouwd. De fijnste potloodlijntjes vlechten zich tot een symbool van oorsprong en geborgenheid. Ze hebben zich zo stevig verstrengeld dat de hevigste stormvlaag er nog geen vat op krijgt.
Wiekslag
De tekeningen zijn een avontuur. Potloodlijnen die als paden en wegen de oppervlakte van het papier verkennen en vormen creëren. Soms is het alleen structuur, maar vervolgens weet ze met minutieuze arceringen veren, poten en schaduwen tevoorschijn te toveren. En zo in het vlak geplaatst dat er een grote spanning ontstaat.
Bij een dode ijsvogel zien we een uitgeslagen vleugel onder uit haar lijfje steken, met heel zachtgrijs weergegeven. Alsof we niet de wiek zien, maar de wiekslag. Niet de veren, maar een herinnering daaraan.