‘Poisson’ (1924) door Constantin Brancusi (marmer). Foto: Eric Bos
In het Amsterdamse museum H’ART is voor het eerst een overzicht van de Roemeense beeldhouwer Constantin Brancusi te zien. Een ontdekkingsreis in een wereld van vormen en betekenissen.
In de herfst van 1927 zitten de beeldhouwer Constantin Brancusi en de avant-gardekunstenaar Man Ray in Voulangis bij Parijs aan een tafeltje in de tuin van de fotograaf Edward Steichen. Naast het tafeltje rijst een merkwaardige houten kolom op van gestapelde ruitvormige elementen. Op films en foto’s in museum H’ART in Amsterdam zien we dat de kolom 30 meter de hemel insteekt, als een verbinding tussen hemel en aarde.
Op de prachtige tentoonstelling Brancusi, de geboorte van de moderne sculptuur, staat een verkorte versie van eikenhout. Zulke gestapelde elementen kom je in veel van zijn werk tegen, als sokkel, als meubel of als zelfstandig kunstwerk.
Iets levends en lichamelijks
Het lijkt Brancusi bij zijn sculpturen louter om de buitenkant te gaan. Toch krijg je als kijker de indruk van iets levends en lichamelijks, iets dat ademt en zomaar kan bewegen of wakker worden. Een voorbeeld is de marmeren of bronzen vorm van een ei uit 1924 waarvan de betekenis pas door de titel duidelijk wordt: L’Origine du Monde.
Het risico van verleidelijke oppervlakten en vereenvoudigde vormen is dat je geneigd bent erlangs te kijken, je oog ervan te laten afglijden. Je moet iets weten over de tijd waarin Brancusi leefde (1876-1957) om het bijzondere van zijn werk te ontdekken.
Zo was hij de eerste die radicaal naar de essentie van de vormen zocht. Hij deed dat door zoveel mogelijk details weg te laten, tot alleen het allerbelangrijkste overbleef. Zo maakte hij zijn portretkoppen steeds simpeler door eindeloos te schuren en te polijsten, tot er alleen nog maar een eivorm overbleef.
Louter de stroomlijn
Maar niet iedereen was indertijd klaar voor zulke kunst. Een stenen of bronzen ei dat een hoofd voorstelde, zoals bij het beroemde La Muse Endormie in 1910, was nog nooit vertoond. En dat gold ook voor zijn Poisson (1924): niet de ogen zie je, niet de schubben, maar louter de stroomlijn.
De in Roemenië geboren Constantin Brancusi (spreek uit: brenkoes) maakte in 1904 na een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool in Craiova een voetreis naar Parijs om verder te studeren. Zo verbleef hij 3 maanden bij Rodin.
In tegenstelling tot Rodin schafte Brancusi de sokkel juist niet af, maar beschouwde die als een zelfstandig kunstwerk. Zo zelfs dat hij meerdere sokkels op elkaar plaatste, van verschillende vormen en verschillend materiaal. Daarop kwam dan het eigenlijke kunstwerk te staan en daar begint de echte grote verandering in de beeldhouwkunst.
Fris en spannend
Je zou kunnen zeggen dat Brancusi geen beeldhouwer, maar een sokkelbouwer was die zijn kleine sculpturen maakte om zijn sokkels een plezier te doen.
Bij het werk van Brancusi is het alsof je voor het eerst met beeldhouwkunst in aanraking komt en haar taal nog moet leren verstaan. Het is een ontdekkingsreis van vorm naar betekenis waarbij je zomaar een frisse, spannende en nieuwe wereld betreedt.
Brancusi, de geboorte van de moderne sculptuur, H’ART Museum Amsterdam. Open: elke dag 10-17 uur. T/m 18 januari 2026.