Het schilderij In-Between Self (2021) van Deborah Poynton werd vorig jaar aangekocht door het Drents Museum. Foto: Drents Museum
Wie in de kunstwereld rondloopt, komt veel vrouwen tegen. Meestal spelen ze een ondergeschikte rol. Of is verandering op til?
Tijdens festival Noorderzon in Groningen vond een talkshow plaats over de soms exorbitante prijzen voor schilderijen. Aan het einde van de show werden hoogleraar economische en cultuursociologie Olav Velthuis van de Universiteit Amsterdam en directeur Andreas Blühm van het Groninger Museum gevraagd in hoeverre de handel in kunst een gesloten systeem is.
,,Ik hoor u praten over de kunsthandelaar als hij”, sprak een vrouw uit het publiek. ,,Bij alle voorbeelden van schilderijen die voor recordbedragen zijn verkocht, gaat het steeds over mannen, ook als het om kopers gaat. Klopt het dat de kunsthandel bepaald wordt door één gender? Kun je dat ook openbreken?”
Ja, reageerden Velthuis en Blühm unisono. ,,De grote meerderheid in de kunsthandel wordt gevormd door mannen. Maar er zijn ook vrouwen die meedoen”, wist Blühm. Kort daarvoor was hij door Velthuis aangewezen als iemand die door zijn functie als museumdirecteur een cruciale schakel is in de geldmachine. Want wat musea belangrijk vinden, vinden handelaren en kopers de moeite van het betalen waard.
,,Ik ken, als je naar de kunstenaars kijkt, geen wereld die zo ongelijk is als de kunstwereld”, viel Velthuis Blühm in de rede. ,,Als je kijkt naar prijzen op de veilingen, naar de canon van kunst… Er gebeurt nu heel veel. Er zijn musea die hebben besloten een aantal jaren alleen maar vrouwelijke kunstenaars aan te kopen. Omdat hun collectie waanzinnig gender-ongelijk is.”
Velthuis stoomde door: ,,Aan de verzamelaarskant, er zijn genoeg interessante vrouwelijke verzamelaars. Maar van de privémusea is twee derde opgericht door een man, waarbij het bij het resterende deel de vraag is in hoeverre de man het kapitaal heeft ingebracht. Het ís een mannenbolwerk.”
Daarmee was de talkshow afgelopen. De vraag of het bolwerk kan worden opengebroken, bleef onbeantwoord.
Kort daarvoor hadden belangenorganisatie WOMEN Inc. en ABN Amro de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar gender(on)gelijkheid in de kunstwereld. luidt de titel van een rapport waaruit blijkt dat vrouwen in vergelijking met mannen in de kunstwereld soms sterk zijn ondervertegenwoordigd.
Ze worden bijvoorbeeld minder beloond en hebben te maken met (onbewuste) vooroordelen van mensen die zowel binnen als buiten de sector actief zijn. Daarnaast is in de grootste acht musea van Nederland slechts 13 procent van de kunst gemaakt door een vrouw en bevat van alle kunsttentoonstellingen in Nederland 70 procent geen enkel werk dat door een vrouw gemaakt is.
WOMEN Inc. en ABN Amro pleitten ervoor dat ‘verschillende actoren in de kunstwereld, van opleidingscoördinator tot museumdirecteur’ meer doen om gendergelijkheid in de kunstwereld te stimuleren en te verbeteren. Het roept de vraag op wat de grote musea in Noord-Nederland en kunstacademie Minerva doen.
Navraag leert dat het Drents Museum, het Fries Museum, het Groninger Museum en Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden elk de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijven. Zoals bij alle gesubsidieerde instellingen is hun beleid gericht op meer evenwicht tussen verschillende groepen.
Onderzoek naar de samenstelling van de collectie van het Drents Museum heeft geleid tot een reeks gerichte aankopen, waaronder werk van Thérèze Schwartze en Deborah Poynton, en een plan om de collectie Kunst rond 1900 uit te breiden met zelfportretten van vrouwelijke kunstenaars. ,,Met gericht aankoopbeleid zullen lacunes voortvarend worden aangepakt”, belooft het museum.
Assen profileert zich nadrukkelijk met kunst van vrouwen. De tentoonstelling over Frida Kahlo is het meest bekende voorbeeld. Kleiner zijn exposities met werk van Tamara Muller, Kristina Schuldt, Charlotte Schleiffert en recentelijk de voor haar tijd zeldzame metaalkunstenaar Johanna van Eijbergen (1865 – 1950).
Het Fries Museum laat weten minstens 50 procent van het beschikbare aankoopbudget te besteden aan werk van vrouwelijke en/of non-binaire kunstenaars. ,,Dat geldt voor actuele aankopen. Gezien de omvang van de collectie is het niet mogelijk de historische disbalans – op korte termijn – volledig te corrigeren”, aldus het museum.
‘Wij vragen ons voortdurend af of we meer vrouwen moeten laten zien’
Leeuwarden houdt bij van welk gender werk is aangekocht. In 2020 en 2021 betrof het negentien kunstwerken van vrouwelijke makers onder wie Natasja Kensmil, Taus Makhacheva en Kinke Kooi tegen zeven werken van mannelijke makers. Procentueel werd 57.4 procent van het aankoopbudget besteed aan vrouwelijke makers, en 42.6 procent aan mannelijke makers.
In het Groninger Museum leidde een tentoonstelling over Alida Pott (1881 – 1931) tot de aankondiging van een onderzoek naar de rol van vrouwelijke kunstenaars in de beginjaren van kunstvereniging De Ploeg, ,,Alida Pott verdiende het om gezien te worden, los van de vraag of ze man of vrouw is. Wat wel speelde, is dat het eindelijk een keer tijd werd”, vertelt directeur Andreas Blühm.
,,Wat wij doen, is ons voortdurend afvragen of we meer vrouwen moeten laten zien”, vertelt Blühm. ,,Bij het samenstellen van de collectie-tentoonstelling hebben we niet bewust gelet op het aantal vrouwen, maar we hebben wel geteld: 18 procent. Dat is een afspiegeling van onze collectie hedendaagse kunst, denk ik.”
Vrouwen spelen zogenaamd geen rol
Wie in de kunstwereld rondloopt, komt naar verhouding veel vrouwen tegen. Nergens is dat zo goed zichtbaar als op kunstacademie Minerva, vooral als het om studenten gaat. Hoe bereidt Minerva kunstenaars voor op een wereld waar vrouwen anders worden behandeld dan mannen en een extra stap moeten doen?
,,We kijken wat goede rolmodellen zijn”, vertelt Minerva-dean Dorothea van der Meulen. ,,In de kunstgeschiedenis spelen vrouwen zogenaamd geen rol, maar ze waren er wel. Mede daarom hebben wij beleid om meer vrouwelijke docenten met een eigen kunstpraktijk aan te stellen.”
Wat Minerva ook bewust doet, is prijzen en stipendia toekennen, omdat deze onderscheidingen een rol spelen op cv’s en bij het verkrijgen van tentoonstellingen. ,,70 procent wordt verkregen door vrouwelijke kunstenaars. Dat zorgt voor een goede opstap.”
Alles begint met het maken van goede kunst. ,,Daar moet je als kunstenaar wel voor vechten”, zegt Van der Meulen. ,,Het is belangrijk voor studenten om praktijkervaring op te doen. Wij hebben een projectbureau met opdrachten van buitenaf. Studenten die daar gebruik van maken, worden weerbaar. Je kunt veel aan docenten vragen, maar het beste is om het zelf te ervaren.”
De dean van Minerva schrok toen ze het rapport van WOMEN Inc. en ABN Amro las. ,,Ik had niet verwacht dat de verschillen nog zo groot zouden zijn”, zegt ze. ,,Als ik naar onze studenten kijk, zie ik geen grote afstand tussen mannen en vrouwen. Het verandert enorm. Ik ben heel benieuwd hoe het over vijf of tien jaar is. Eigenlijk ben ik best hoopvol.”