De ’boze’ meisjes Fleur en Dani zijn helemaal klaar voor Halloween. Foto: Marcel van Hoorn
Halloween is de dag waarop lekker gegriezeld mag worden. Maar wordt er in de Nederlandse polder wel genoeg horror gemaakt? Of biedt onze nuchtere volksaard te weinig voedingsbodem voor boeken of bioscoopfilms vol bloed en mythische wezens?
„De Nederlandse Stephen King.” Het is een geuzentitel die schrijver Thomas Olde Heuvelt vaker hoort en waar hij eigenlijk wat ongemakkelijk van wordt. „Voor Nederlanders is Stephen King meteen het referentiekader als het om griezelen gaat”, lacht hij.
Literatuur
„Horror is geen genre dat past bij onze nuchtere Hollandse inslag, denk ik. Literatuur in Nederland is geschreven door een volk dat al eeuwen met de enkels in de klei staat. Amerikaanse literatuur komt voort uit avontuurlijke pioniers die een land wilden veroveren waar ze alles en iedereen vreesden, van de oorspronkelijke bewonerstot de wilde dieren.”
Thomas Olde Heuvelt. Foto: ANP
Zijn werk wordt in meer dan dertig talen uitgegeven, maar toch heeft Olde Heuvelt ook in eigen land een enorme schare trouwe horrorfans aan zich weten te binden. „En niet alleen horrorfans”, nuanceert hij meteen. „Dat komt volgens mij juist door de Hollandse inslag van mijn verhalen.”
HEX uit 2013 gaat over een vloek die het dorpje Beek Ubbergen in de greep houdt. Recent kwam zijn negende boek November uit, over bewoners van een straat die op nuchtere Hollandse wijze personen benaderen die euthanasie willen plegen als een hogere macht hen dwingt tot mensenoffers.
Zijn liefde voor duistere verhalen komt volgens Olde Heuvelt voort uit zijn jeugd. „Ik kwam al op jonge leeftijd met de dood in aanraking, mijn vader overleed toen ik 3 jaar oud was”, vertelt hij. „Ik zag als kind overal de dood: op straat, maar ook in elke hoek op zolder. Mijn opa en oom voedden mijn fantasie ook door boeken voor te lezen die niet voor kinderen van mijn leeftijd bedoeld waren, zoals De heksen van Roald Dahl. Dat soort verhalen helpt kinderen om zich te wapenen tegen het leven en leert dat je niet altijd alles in de hand hebt.”
‘Horror is ook escapisme’
Hij merkt ook dat het genre aan populariteit wint als de wereld zich in tijden van crisis bevindt. „Horror is ook escapisme, het biedt de mogelijkheid te vluchten uit het echte leven”, stelt hij. „In de jaren 30 en 40 kende de VS een opleving van het genre, na 9/11 zag je dat weer. Horror biedt een veilige manier om veel angsten die ieder mens heeft onder ogen te zien.”
Overigens zijn er volgens de bestsellerauteur in de loop van de geschiedenis genoeg grote Nederlandse schrijvers die zich stiekem aan het horror- of fantasygenre hebben gewaagd. „Bordewijk heeft in de negentiende eeuw korte verhalen geschreven waarmee hij in de voetsporen van Edgar Allen Poe trad”, noemt hij als voorbeeld. „En De ontdekking van de hemelvan Mulisch zou absoluut niet misstaan op de plank met fantasy. Maar puristen worden altijd heel boos als je dat soort dingen zegt.”
Jan Doense. Foto: Archief/ ANP
„Er zijn best veel manieren voor jonge makers om goede ideeën binnen het horrorgenre uit te werken, denk bijvoorbeeld aan de Videoland Academy”, stelt Doense. Op een soortgelijke manier werd in Australië ook Talk to megemaakt, dit jaar een van de grote horrorhits in de bioscopen.
„Ik zou niet weten waarom er in Nederland geen maker zou kunnen rondlopen die zo’n soort film kan bedenken en realiseren.”
In de vaderlandse bioscopen hebben de afgelopen jaren volgens Doense genoeg sterke genrefilms gedraaid, zoals de witte wieven-horror Molochen de verkeershuftersthriller Bumperkleef. „Het blijkt alleen heel lastig om deze titels onder de aandacht van het publiek te krijgen”, stelt Doense.
„Voor het volgende deel van Insidious of Saw kopen fans direct een kaartje. Maar zeker bij nederhorror ontbreekt het vaak aan het budget voor een groot marketingsoffensief waarmee je het tegen die Amerikaanse succestitels kan opnemen.”
Soort vloek
Volgens de filmkenner rustte er totdat Johan Nijenhuis zijn nek uitstak ook zo’n soort vloek op romantische komedies van eigen bodem. „Tot Costa! piekerden mensen er niet over een kaartje voor een polder-romkom te kopen. Nu trek je met zo’n genrefilm standaard een paar honderdduizend bezoekers. Ik blijf erin geloven dat we met horror in de toekomst ook zo’n slag kunnen maken.”