De opstanding van Jezus wordt gevierd op Paaszondag. Foto: jorisvo
Morgen is het Pasen, het feest waarop christenen vieren dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood. Wat kun je nog met dat verhaal in een ontkerkelijkte wereld? Een overweging.
Het was begin 2021, een jaar nadat mijn vader was overleden. Opeens zat hij daar: een grote bonte specht op het balkon van mijn bovenwoning in de stad Groningen. Ik zat aan tafel achter mijn computer te werken. De specht keek me aan vanaf het balkonmuurtje en vloog toen naar de huizenrij tegenover mijn woning.
Ik had nog nooit een specht bij mijn huis gezien en dacht aan mijn vader. Hij was een groot vogelliefhebber. Hoeveel potten pindakaas hij ervoor nodig heeft gehad, weet ik niet, maar op een gegeven moment was het hem gelukt om een grote bonte specht naar de tuin van ons ouderlijk huis te lokken. De vogel werd een vaste, welkome gast.
Na zijn eerste bezoek keerde mijn specht regelmatig terug. En steeds leek hij me aan te kijken vanaf het balkon. Op een gegeven moment hoorde ik mezelf zeggen: ‘Dag pappa.’ Ik weet het: onzin. Dat die specht daar zat was puur toeval. Gewoon een beest op zoek naar pindakaas. Maar er is een verschil tussen toeval en iets dat je toevalt.
Een groen jurkje
Ik moest denken aan psychiater Glenn Helberg. Hij begon, toen hij te gast was in het tv-programma Zomergasten, over het groene jurkje dat interviewster Janine Abbring droeg. Door dat jurkje was voor Helberg zijn moeder, die stierf toen hij 13 jaar was, ook aanwezig in de tv-studio. Zij hield namelijk erg van groene jurkjes, vertelde hij.
‘Maar dat is toch toeval’, zei Abbring verbaasd. ‘Jij ziet het als toeval’, antwoordde Helberg. ‘Ik zie het als iets dat mij toevalt.’ Die dialoog is me bijgebleven omdat hij in een notendop het verschil illustreert tussen een relationele, op verbinding gerichte (zo u wil: religieuze) levenshouding en een rationele, analyserende.
Natuurlijk was het, rationeel beschouwd, toeval dat die specht na het overlijden van mijn vader regelmatig op mijn balkon neersteek. Maar voor mij waren zijn bezoekjes troostrijk en betekenisvol. Ze deden me terugdenken aan de laatste maanden van mijn vaders leven toen ik voor hem mocht zorgen – wat een voorrecht was. Het was alsof mijn vader me duidelijk wilde maken: ‘Het is goed zo, jongen.’
De belofte van verzoening
Voor mij staat de specht symbool voor waar Pasen over gaat: de kracht van liefde en de belofte van verzoening. Door kunnen gaan met je leven na een groot verlies. Want of het nu de dood van een dierbare is, een verbroken relatie, het verlies van je baan na ontslag, een verkeersongeluk of een andere traumatische ervaring – je moet jezelf daarna weer opbouwen. Opstaan.
Voor christenen is Pasen het feest van de opstanding. Het verhaal in één zin: Jezus Christus, de Zoon van God, sterft aan het kruis van Golgotha en staat na drie dagen op uit de dood. In evangelische en orthodoxe kringen wordt daar doorgaans de vergeving van zonden aan gekoppeld: het bloed van Christus, vergoten aan het kruis, wast ons schoon van onze zonden en bewerkstelligt zo verzoening tussen mens en God.
Verzoening door voldoening wordt dat wel genoemd. Het is een middeleeuwse, theologische constructie van een beroemde geleerde: Anselmus van Canterbury (1033-1109). Zijn leerling Petrus Abaelardus (1079-1142) ontwierp een andere verzoeningsleer, waar ik me eerlijk gezegd meer door voel aangesproken. Abaelardus interpreteerde Pasen als een opdracht om Christus na te volgen en waar te maken in je eigen leven.
‘De liefde is het verschil’
De kruisiging is vanuit dit perspectief het absolute dieptepunt, waarbij de verpersoonlijking van de onbaatzuchtige liefde (Christus, in wie God als mens op aarde kwam) is vermoord door de mens en zijn zucht naar macht, aanzien, bezit en succes. Wat de opstanding van Christus met Pasen laat zien is dat liefde sterker is dan de dood en de menselijke zelfzucht.
En dat is een verzoeningsleer die je direct kunt verbinden met de wereld van nu. Ook wij doen immers de liefde massaal geweld aan, met alle fouten die we maken in ons leven, het onrecht dat we aanrichten, ons egoïsme, de uitbuiting van de aarde, het verdriet dat we anderen berokkenen – ook al is het onbedoeld.
Pasen kun je zien als een oproep om te leven zoals Christus dat deed, dienstbaar, zachtmoedig en nederig. Concreet betekent dat: leven uit liefde, integer, afzien van macht, zoeken naar verbinding, je kwetsbaar en open durven opstellen, strijden voor rechtvaardigheid, de ander centraal stellen en niet jezelf – kortweg: het goede doen.
En als je dat doet, is de dood niet het einde van het verhaal. In de biologie is ons bestaan en sterven inwisselbaar, willekeurig, louter toeval. Wat ons tot mens maakt is iets anders. Daniël Lohues heeft het in meerdere liedjes prachtig verwoord. En het mooist in Het verschil tussen wereld en planeet. Daar zingt hij, heel simpel: ‘de liefde is het verschil’. Amen, zou ik zeggen.
Het verdriet van Nick Cave
Maar in de dagelijkse praktijk van het leven is het ploeteren en worstelen. Want, om Lohues nog maar een keer te citeren, ‘oardig doen tegen mensen die niet oardig doen’ valt niet mee. Om over het beteugelen van onze zelfzucht en onze drang naar macht en aanzien maar te zwijgen. En soms is ons verdriet over het verlies van een geliefde zo groot dat we weggevaagd dreigen te worden.
In de maanden dat ik voor mijn zieke vader zorgde, luisterde ik veel naar het album Ghosteen van Nick Cave, dat toen net was verschenen. De wonderlijke muziek en mysterieuze teksten kwamen op een intense manier bij me binnen. Net als de specht is die muziek verbonden met mijn vader. Elke keer als ik het album draai, is hij erbij.
Wat ik me toen niet realiseerde, is dat Ghosteen over verlies en rouw gaat. Dat begreep ik pas toen ik onlangs Faith, Hope and Carnage (‘Geloof, hoop en slachting’) las, waarin Seán O’Hagan de Australische popster interviewt, bijna 300 pagina’s lang. In het indrukwekkende boek spreekt Cave over de dood van zijn zoon Arthur, die in 2015 op 15-jarige leeftijd van een klif viel.
Cave legt onder meer uit hoe voor hem Arthur aanwezig is op Ghosteen. Door de muziek kon hij op een of andere manier contact maken met zijn overleden zoon. Niet alleen figuurlijk, maar letterlijk. De 65-jarige poplegende vindt in het boek op ontroerende wijze woorden voor waar eigenlijk geen woorden voor zijn. Want taal schiet altijd tekort als het over verdriet en rouw gaat.
Het album Ghosteen van Nick Cave.
Peilloos verdriet
Tastend zoekt Cave in de gesprekken met O’Hagan naar manieren om betekenis te geven aan zijn leven en de dood van zijn zoon (vlak nadat het boek af was, vorig jaar, overleed ook zijn oudste zoon). Ook hij wijst, net als Helberg en Lohues, op het verschil tussen ‘wereld en planeet’, tussen poëtische, religieuze waarheid en wetenschappelijke waarheid, tussen iets dat je toevalt en toeval.
Cave is al zijn hele leven gefascineerd door de Bijbel en noemt zichzelf aarzelend en vol twijfel christen. Hij constateert dat het seculiere, rationele perspectief tekortschiet als het gaat om zaken van leven en dood, of over verdriet en rouw. Het woord Pasen valt niet in het boek maar de gedachte erachter is alomtegenwoordig: de dood overleven, hoe verwoestend die ook huishoudt.
Peilloos verdriet brengt je bij de essentie van alles, merkt Cave op. ‘De dood van Arthur maakte een religieus mens van me’, zegt hij. Niet omdat God hem de weg wees, maar vanwege het gevoel van diepe verbondenheid met en empathie voor anderen dat het verlies van zijn zoon hem bracht. En het besef van wat het betekent om een mens te zijn, onze fundamentele kwetsbaarheid.
‘Je leert dat de verbindende factor in de wereld liefde is’, zegt hij ergens. ‘Dat is wat ik wil zeggen met alles wat ik doe.’ En niet alleen met zijn muziek. Zo begon Cave met The Red Hand Files, een website waarop hij de meest uiteenlopende vragen van fans behandelt. ‘Er bestaat een collectieve behoefte om gehoord te worden’, merkt hij daarover op. En daarbij is het luisteren zelf belangrijker dan de antwoorden.
Nick Cave.
Rouw als geschenk
‘De geest van liefde bestaat in de uitwisseling’, vertelt Cave. Als je je open en kwetsbaar opstelt voor de noden van anderen, en die van jezelf, dan is de beloning groot, heeft hij na de dood van Arthur ervaren. Hij gaat zelfs zover dat hij het rouwen over zijn zoon, ondanks alle onnoembare pijn, een geschenk durft te noemen. Omdat het hem en zijn vrouw Susie zoveel heeft gebracht.
Het verlies heeft zijn band met God verstevigd, al weet Cave niet wat dat nu precies betekent. ‘Misschien houdt God zich schuil in de zoektocht naar betekenis en het goddelijke zelf’, merkt hij op. Het is in elk geval een zoektocht zonder pasklare antwoorden, waarbij twijfel de motor is die hem gaande houdt. Wat hij wel weet is dit: ‘Stilstaan bij de mogelijkheid van God leidt je naar zorg om het welzijn van anderen.’
Ik herken veel van mijn eigen geloofsbeleving in Caves woorden. Zijn voortdurende twijfel, het zoeken, zijn afkeer van fundamentalistische vormen van geloof (‘het grootste geschenk voor atheïsten’, zoals hij opmerkt). En ook hoe lastig het is om over geloof te praten in een wereld waarin spreken van God nauwelijks nog serieus wordt genomen. Maar, zoals Cave constateert, met religie (en met kunst) kom je een stuk verder dan met een seculiere blik, als het gaat over zaken als rouw, vergeving en genade.
Wat er echt toe doet
De specht heb ik de laatste maanden niet meer gezien op mijn balkon. Ik kijk met dankbaarheid terug op zijn bezoekjes. Zoals ik ook met grote dankbaarheid terugkijk op de periode dat ik mijn vader verzorgde. Het klinkt misschien raar, maar zijn sterfproces was misschien wel de mooiste tijd van mijn leven.
Het intensieve contact met hem, mijn moeder, zus en broer, en alle anderen voelt nu als een geschenk. Net als alle liefde die ik ondervond. Een groot verlies doormaken, confronteert je met wat er echt toe doet in het leven: verbinding met anderen, besef van je eigen nietigheid en kwetsbaarheid als mens, en de kracht van liefde. Alleen daarmee kunnen we de dood overleven.
Voor mij is dat waar Pasen om gaat. Moet je daar gelovig voor zijn? Nee, natuurlijk niet. Maar een religieuze levenshouding biedt wel een opening. Overal waar de liefde wint van de dood, waar verbinding wint van uitsluiting, waar nederigheid en zachtmoedigheid winnen van eigendunk, en waar rechtvaardigheid wint van onderdrukking en uitbuiting, daar herrijst Christus. Of je nu in Hem gelooft of niet.