Rieks Trip (90) met de 45.000 jaar oude bladspits, die hij vlakbij zijn oude slaapkamer vond. Foto: Erfgoeduitgevers.nl/Frans de Vries
Op een zondagmiddag in 1975 werd Henk Trip opgebeld door zijn vader. ,,Ze zijn aan het graven”, zei Rieks Trip tegen zijn zoon. ,,De messen liggen hier gewoon voor het oprapen!”
Rieks Trip was vuurstenen werktuigen aan het zoeken op een akker die hij vaker afliep, vlakbij het huis waar zijn ouders woonden, in Emmerschans. Henk, destijds een jaar of 16, sprong op zijn fiets en voegde zich bij zijn vader.
Samen zochten ze de deels afgegraven akker verder af. ,,Die messen staken gewoon uit het zand”, vertelt Henk. ,,Eigenlijk waren we al te laat. Het hele plateau was al met machines afgeschaafd.” Hij schudt zijn hoofd. ,,Jammer, maar toe maar. Het is zoals het is.”
Jammer is het zeker. De vindplaats die ze 1972 hadden ontdekt, vlakbij het beroemde landschapskunstwerk Broken Circle/Spiral Hill van Robert Smithson, was een 12.000 jaar oud kampement van rendierjagers van de Ahrensburgcultuur. ,,De grootste in Drenthe”, zegt steentijdarcheoloog Marcel Niekus van Stichting Stone.
Niekus is een van de auteurs van het boek Jager-verzamelaars in uitgestrekte oerbossen. De vondst van vader en zoon Trip krijgt een prominente plek in deel twee van de reeks Archeologie in Drenthe over de middensteentijd, dat in juni verschijnt.
Mergpijpjes
We zitten met zijn vijven in de keuken van Rieks Trip en zijn vrouw, in Emmen. Henk heeft bokkenpootjes meegenomen voor bij de koffie. ,,Dat zijn mergpijpjes”, merkt zijn moeder op. ,,Vorige keer had je ook al de verkeerde mee”, zegt zijn vader.
De lekkernijen smaken er niet minder om. Rieks (90) is onlangs gevallen en moeilijk ter been. Stenen zoeken lukt niet meer. ,,Tot vorig jaar liep ik nog over de akkers”, zegt hij. Zijn vrouw is afhankelijk van een rollator en ook Henk (65) loopt niet makkelijk.
,,Ik heb in november mijn heup gebroken”, vertelt hij. ,,Maar het komt goed.” Zijn vader pakt een doosje en overhandigt ons een glanzende steen. We bewonderen de volgens kenners mooiste bladspits die ooit in Noord-Nederland is gevonden, van zo’n 45.000 jaar oud.
Het fraaie stenen werktuig is waarschijnlijk door neanderthalers gemaakt. In het doosje ligt nog zo’n oud stuk. Ook dat gaat van hand tot hand. Henk: ,,Ik zag het niet zo, maar mijn vader zei direct: ‘Dit is van neanderthalers’.”
‘Vlakbij zijn slaapkamertje’
Het zou een bladspits of een schaaf kunnen zijn, zegt Henk. ,,Maar dat weet Marcel beter dan ik”, zegt hij. Niekus bekijkt het stenen werktuig nog eens nauwkeurig. ,,Waarschijnlijk een halffabrikaat”, zegt hij. ,,Een niet afgemaakte bladspits, denk ik.”
,,Moet je nagaan”, zegt Henk. ,,Die heeft mijn vader gevonden vlakbij zijn ouderlijk huis. Op 10 meter van het slaapkamertje waarin hij als kleine jongen sliep! De bladspits lag een akker verderop. Een mooie plek, op een uitloper van de Hondsrug. Je kijkt er naar beneden, de vallei in. Je kon er alles overzien. Daar hebben ze vroeger gejaagd.”
Rieks (zittend) en Henk Trip tonen in de keuken twee 45.000 jaar oude vondsten. Foto: Erfgoeduitgevers.nl/Frans de Vries
Ook het kampement van de Ahrensburg-mensen, die jaagden op rendieren en paarden, lag niet ver daarvandaan. ,,Die akkers zijn nu allemaal weg”, zegt Henk. Afgegraven voor zandwinning. ,,We hebben daar samen veel gezocht.” Zijn vader knikt. ,,Ik heb mijn vader ermee besmet.”
Dat kwam zo, vertelt Henk: ,,Op de lagere school had ik een onderwijzer, meneer Jeuring, die op woensdagmiddag met de kinderen het veld inging. Ik had al snel in de smiezen hoe je bewerkt vuursteen van onbewerkt onderscheidt.” Henk droeg zijn liefde en kennis over op zijn vader.
Diep ploegen en groenbemesting
Het was de tijd van Tjerk Vermaning. De amateur-archeologie nam een grote vlucht. ,,En de akkers lagen nog helemaal vol”, vertelt Henk. ,,Het waren gouden tijden. Ik weet nog dat ik, 11 jaar oud, rond het kerkje van Zweeloo liep en het ene artefact na het andere opraapte.”
Ze zochten in het voor- en najaar. ,,De zoekperiode was langer dan nu. Eind september werd er al geploegd.” Tegenwoordig gaat het anders. ,,De boeren laten het land na de oogst braak liggen en in april wordt pas geploegd, vlak voor het zaaien.”
Marcel Niekus knikt bevestigend. ,,Er werd in de jaren 60, 70 en 80 ook nog echt diep geploegd en zand afgeschoven.” Gevolg: veel meer vuurstenen die naar de oppervlakte kwamen.
,,En nu heb je ook die groenbemesting in de wintermaanden, om de grond te verrijken”, verzucht Henk. ,,De oude tijden zijn voorbij. Tegenwoordig is het meer lekker in de natuur lopen.”
Vroeger vonden ze soms op één dag een hele zak vol. ,,Dat wordt hem niet meer”, zegt Henk. ,,Nu vind je misschien eens een mesje of een schrabbertje. Maar het is nog steeds een mooie hobby.”
Drie generaties
Naast zijn vader, heeft hij ook zijn zoon Max (32) enthousiast gemaakt. ,,In Denemarken hebben we regelmatig samen gezocht, drie generaties Trip.” Rieks knikt. ,,Mooi!” Henk heeft in zijn lange carrière ook andere zoekers wegwijs gemaakt. ,,Dat doe ik nog steeds, met veel plezier.”
Terug naar de het kampement van de rendierjagers en die zondagmiddag, in 1975. ,,We liepen daar op die akker ook wel eens met de eigenaar van dat stuk grond, Gerrad de Boer, die een zandwinningsbedrijf had”, vertelt Henk. ,,Mijn vader heeft hem een beetje wegwijs gemaakt.”
Henk Trip toont een grote kling (van 13 centimeter) die hij vond op zijn Ahrensburg-vindplaats bij Emmerschans. Foto: Erfgoeduitgevers.nl/Frans de Vries
In 1975 viel de akker met het kampement ten prooi aan de zandwinning. ,,Daar is iets misgelopen”, zegt Henk. ,,De site was wel aangemeld bij het Biologisch-Archeologisch Instituut (BAI) van de Rijksuniversiteit Groningen, maar er is niks mee gedaan.”
Henk schenkt nog eens koffie in. ,,Ja, dat waren mooie vondsten”, zegt Rieks. ,,Wat jij?” Niekus: ,,Alles bij elkaar zo’n 250 stuks. Het meeste van jullie, en ook wat uit de collectie van Gerrad de Boer.” Henk: ,,Gerrad vond een mooie spits. In combinatie met andere werktuigen, kun je daar precies de periode aan zien.”
Vondst Tjerk Vermaning
De vindplaats is pas onlangs, ruim 50 jaar na de ontdekking, aangemerkt als Ahrensburgkampement. Niekus: ,,We hebben lang gedacht dat de Ahrensburgcultuur alleen in Zuid-Nederland voorkwam en dat het Noorden in die periode te koud was.” We hebben het over 10.800 tot 9300 voor Christus.
Dat veranderde toen in 1990 een Ahrensburgvindplaats werd ontdekt bij Oudehaske, in Friesland. Niekus: ,,Sindsdien komen er steeds meer vindplaatsen bij. Het gaat tot dusver altijd om Laat-Ahrensburg, zo vanaf 10.000 voor Christus. Daarvoor was het veel te koud in het Noorden.”
Een paar jaar geleden bleek ook een oude vondst van Tjerk Vermaning bij Bovensmilde Ahrensburg-materiaal te bevatten: de vormen van de artefacten en de manier waarop ze gemaakt waren, lieten geen ruimte voor twijfel. Dit waren werktuigen waarmee de laatste rendierjagers van Europa op trekwild jaagden.
Later dook ook in Kloosterveen, bij Assen, een Ahrensburg-vindplaats op. Niekus: ,,De vindplaats van Henk en Rieks is de meest diverse, qua werktuigen. Het is ook de enige vindplaats die onvermengd is. Er is geen ander materiaal uit het meso- of neolithicum gevonden. Op veel plekken zie je vermenging, omdat mensen uit verschillende culturen van dezelfde plekken gebruikmaakten. Hier niet.”
Momenteel wordt aan de Universiteit Leiden onderzocht of er ook gebruikssporen zijn achtergelaten op de werktuigen. ,,De eerste resultaten zijn net binnen”, vertelt Niekus. ,,De grote klingen laten sporen zien van contact met vlees en bot: het zijn slachtmessen. Een andere kling is gebruikt voor het bewerken van plantaardig materiaal.”
Rieks Trip luistert aandachtig toe. ,,Er komt toch een boek van”, vraagt hij. ,,Ja, en ik ben ook bezig met een wetenschappelijk artikel”, zegt Niekus tegen hem. ,,Net als het boek heeft het allemaal wat vertraging opgelopen, omdat ik nog herstellende ben van een herseninfarct.”
Bijl hunebedbouwers
Rieks staat op en komt even later aanzetten met een enorme stenen bijl. ,,Trechterbekercultuur”, zegt hij. ,,Voel maar hoe zwaar!” Niekus weegt en bekijkt de bijl bewonderend. ,,Bij dit soort enorme formaten denken we ook wel aan offerbijlen. Waar heeft u deze gevonden?”
,,Deze komt uit het centrum van Emmen weg”, vertelt Rieks. ,,Bij werkzaamheden aan het riool. Geluk, hè. Van de hunebedbouwers. Ik heb in de stad geen andere stukken gevonden.” De bijl wordt weer opgeruimd, net als het doosje met de bijzondere vondsten.
Spijtig dat hij niet meer kan zoeken, zegt Rieks. ,,Mooie sport, jong. Mooiste dat er is. Als je tenminste wat vindt.” Henk knikt. ,,De natuur hè. En het onverwachte. Mijn vader kent elk vogeltje. Plantjes ook. Even uitwaaien.”
En natuurlijk de bijzondere ervaring van een vondst, zegt Henk. ,,Iets oprapen dat duizenden jaren geleden voor het laatst door iemand is aangeraakt. Dat gun ik iedereen.” Zo gauw hij hersteld is, gaat hij weer het veld in.
De Ahrensburgvindplaats is verdwenen, maar de akker waar Rieks Trip zijn neanderthalervondsten deed is er nog. ,,Dat is nu grasland”, zegt Henk. ,,Zo gauw er geploegd is ga ik er weer naartoe.”
Boek
Yuri van Koeveringe en Marcel Niekus, Jager-verzamelaars in uitgestrekte oerbossen. Deel twee van de reeks Archeologie in Drenthe over de middensteentijd verschijnt op 21 juni. Het kost 22,50 euro en is nu al te bestellen via shoperfgoeduitgevers.nl.
Deel 2 uit de reeks 'Archeologie in Drenthe'. Foto: Erfgoed Uitgevers
Wat is de Ahrensburgcultuur?
Er worden nogal wat verschillende tradities en culturen onderscheiden in de late oude steentijd in Nederland. De Ahrensburgcultuur volgt in de tijd na de Hamburg-, Creswell- en Federmessercultuur en vormt de opmaat naar de midden steentijd. Het waren jagers-verzamelaars die op trekwild jaagden, zoals rendieren en paarden.
De verschillende culturen worden van elkaar onderscheiden door de werktuigen die ze gebruikten en de manier waarop ze vuursteen bewerkten. ,,Elke cultuur had bijvoorbeeld zijn eigen manier van klingen slaan”, legt Marcel Niekus uit. ,,Typerend voor Ahrensburg is dat ze bij de fabricage zachte klopstenen gebruikten. De kenmerken daarvan zie je terug op de artefacten.”
Daarnaast zijn er ook verschillen in grondstofgebruik. ,,Elke cultuur had een voorkeur voor bepaalde variëteiten vuursteen.” In de noordelijke helft van Nederland zijn alleen vindplaatsen van de late fase van de Ahrensburgcultuur. ,,In Drenthe, Groningen en Friesland kennen we nu ongeveer 10 vindplaatsen.”
Toen Niekus en Jaap Beuker, oud-conservator van het Drents Museum, de collectie van Rieks en Henk Trip in de jaren 90 voor het eerst zagen, dachten ze aan de Federmessercultuur. ,,We kenden toen nog geen Ahrensburg-site in Drenthe. Maar het is altijd blijven knagen. Er klopte iets niet.” Een paar jaar geleden bestudeerde hij het materiaal nogmaals en toen viel het kwartje.
In Noord-Nederland is alleen Oudehaske groter dan Emmen-Emmerschans, zoals de site officieel heet ,,Het is de vindplaats met de meest diverse samenstelling: afslagen, klingen, kernen, schrabbers, stekers, afgeknotte klingen, een spits, afvalstukken van spitsfabricage en een vuurmaker.”