Een groep neanderthalers op zoek naar jachtwild in een dal in Drenthe. De Drentse kunstenaar Ulco Glimmerveen maakte voor het boek 'Van neanderthaler tot rendierjager' verschillende reconstructie-tekeningen. Illustratie: Ulco Glimmerveen
Van neanderthaler tot rendierjager heet het eerste deel van een nieuwe, achtdelige reeks over de geschiedenis van Drenthe. Het is een heldere, toegankelijk geschreven en fraai geïllustreerde introductie in de oude steentijd.
Zo’n 120.000 jaar geleden zwommen er nijlpaarden in de Drentsche Aa. Ook liepen er bosolifanten en neushoorns rond in Noord-Nederland, terwijl de gemiddelde temperatuur iets hoger lag dan nu. In diezelfde tijd verschenen ook de eerste mensen op Drentse bodem: neanderthalers, de mensensoort die tot 40.000 jaar geleden Europa bevolkte (nou ja, ‘dunbevolkte’: meer dan 10.000 tegelijk hebben er niet rondgelopen).
Dat weten we dankzij de amandelvormige vuistbijl van Drouwen en vergelijkbare vondsten in Friesland (Wijnjeterp en Oldeholtwolde). Waarbij ‘weten’ misschien wat te sterk is uitgedrukt: het is een sterk vermoeden, want honderd procent zekere dateringen van neanderthalerobjecten uit Noord-Nederland zijn er nog niet. Werktuigen van elders, die wel gedateerd zijn en vergelijkbaar qua vorm, grootte en bewerkingsmethode, vormen daarvoor de basis.
Iets soortgelijks geldt overigens voor die nijlpaarden en bosolifanten: botten van die dieren zijn in Drenthe niet gevonden, maar wel in de buurt, waar vergelijkbare omstandigheden heersten. Dankzij geologisch onderzoek, klimaatgegevens en vondsten elders, is een reconstructie van het leven in Drenthe echter goed mogelijk, bewijzen de schrijvers van dit boek.
Stenen artefacten
In het eerste deel van de nieuwe reeks Archeologie in Drenthe, een initiatief van Het Drentse Landschap, Het Hunebedcentrum, Stichting Stone en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum, staat de oude steentijd centraal (meer specifiek: de periode van 130.000 tot 11.700 jaar geleden). Uit die tijd zijn in Drenthe vooral vuurstenen artefacten bekend (naast een enkel verbrand botje, wat oker, houtskool en barnsteen).
De vuistbijlen die bij Peest zijn gevonden hebben een andere vorm dan die van Drouwen. Ze zijn hartvormig en driehoekig, en wat kleiner dan hun voorgangers. Daarom wordt de grootste neanderthalervindplaats uit Noord-Nederland doorgaans geschat op 50.000 jaar oud, al kan het in theorie ook 100.000 jaar zijn. Wellicht dat een toekomstige datering van het verbrande vuursteen uit Peest daarover zekerheid kan verschaffen.
Quina-schaaf bij Tynaarlo
De auteurs, archeologen Marcel Niekus en Yuri van Koeveringe, vertellen een helder en toegankelijk verhaal over de vorming van het landschap in Drenthe, de enorme klimaatveranderingen en de menselijke bewoningsgeschiedenis. Een ideale, laagdrempelige en compacte introductie. Alles wat nu bekend is, wordt overzichtelijk op een rijtje gezet en dat is ook voor mensen die redelijk ingevoerd zijn in de steentijdarcheologie best fijn.
In Van neanderthaler tot rendierjager krijgen ook recente vondsten een plek, zoals een zogeheten Quina-schaaf die Maarten Westmaas eerder dit jaar in Tynaarlo vond. Van dit neanderthalerwerktuig, dat door de beperkte periode waarin ze voorkomen, redelijk scherp te dateren is (tussen de 70.000 en 60.000 jaar geleden) is slechts één ander voorbeeld uit Drenthe bekend.
Golfbeweging
De bewoningsgeschiedenis van Drenthe kent een golfbeweging in de oude steentijd. In sommige periodes was het te koud voor menselijk leven, zoals tijdens het staartje van de laatste ijstijd, tussen 27.000 en 14.500 jaar geleden. De neanderthalers waren toen al uitgestorven, al dragen wij ze nog deels mee in ons dna. De laatste sporen van deze mensensoort in Drenthe dateren van 45.000 jaar geleden, onder meer bij Zeijen en Emmen.
Of er toen al moderne mensen in Drenthe rondliepen is onbekend. Er zijn nog geen artefacten van vroege Homo sapiens gevonden uit die tijd, maar misschien komt dat nog. Zeker is dat de moderne mensen, die in die tijd vanuit Afrika naar Europa trokken, een donkere huidskleur hadden. Het zou nog honderden generaties duren voordat ze hun pigment zouden verliezen. Het kan dus zomaar dat de eerste ‘moderne’ Drenten mensen van kleur waren.
Ook de wolf kwam terug
De eerste sporen van moderne mensen in Drenthe dateren van zo’n 14.000 jaar geleden. Verschillende warme en koude periodes volgden elkaar in de millennia daarna relatief snel op, waarbij het landschap varieerde van steppetoendra tot bosrijk grasland en alles daartussen. Afhankelijk van de tradities in vuursteenbewerking en typen speer- en pijlpunten worden verschillende culturen onderscheiden, waarvan de rendierjagers de bekendste zijn.
Ook een vondst van de beruchte amateurarcheoloog Tjerk Vermaning die wel deugde heeft een plaats gekregen in het boek: een rendierjagerskampement bij Bovensmilde waar deze krant eerder over berichtte. Leuk detail: ook de wolf maakte destijds zijn herintrede in Drenthe. Wat dat betreft herhaalt de geschiedenis zich, al zijn de omstandigheden totaal onvergelijkbaar.
Archeologie in Drenthe: Van neanderthaler tot rendierjager.
Marcel Niekus & Yuri van Koeveringe, Van neanderthaler tot rendierjager. Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum. Prijs: 17,50 euro (80 pagina’s). Eind 2023 verschijnt deel 2 van de reeks Archeologie in Drenthe, over de midden-steentijd. ★★★★☆