Het KK Park -complex in Myawaddy, gezien vanaf de oever in Mae Sot, Thailand. Foto: AFP/Lillian Suwanrumpha
Duizenden naar daar gelokte werkmieren, wooncomplexen met folterkamers, een omzet van miljarden dollars: aan de grens van Myanmar en Thailand heeft cyberoplichting een industrieel niveau bereikt. „Je kunt spreken van een humanitaire crisis.”
Het begint vaak met een valse vacature. Op Facebook krioelt het in veel Aziatische landen van de zoekertjes à la ‘medewerkers voor de klantendienst’. Wie de klanten zijn en over welke dienst het gaat, het blijft een vraagteken. Maar voor 1.000 dollar per maand, makkelijk vijf keer meer dan het minimumloon in pakweg Cambodja of de Filipijnen, worden vragen weleens ingeslikt.
Na de aanwerving gaat het als volgt: bij aankomst op de luchthaven wacht een knokploeg je op. Eerst pakken ze je paspoort af, daarna verlies je je vrijheid. ‘Medewerker op de klantendienst’, belooft de vacature. In werkelijkheid is de dienst ‘virtuele oplichting’, de klanten zijn Amerikanen, Chinezen of Europeanen die zich in de val laten lokken.
Het fenomeen bestaat al langer, maar sinds de coronacrisis schoten in Zuidoost-Azië almaar meer oplichtingsfabrieken als giftige paddenstoelen uit de grond. Eerst was Cambodja het zenuwcentrum; nu Myanmar de afgelopen jaren weer richting gewapende strijd afglijdt, herrijst ook daar de ene scam city na de andere.
De lokale specialiteit is pig butchering, letterlijk: het vetmesten en slachten van varkens. Een tijdrovende variant van psychologische oplichting die draait rond verleiding en het vertrouwen winnen. Het doel is uiteindelijk om een overschrijving in niet te traceren cryptomunten los te krijgen van een slachtoffer. Het is cybercriminaliteit op industriële schaal die teert op een leger cyberslaven.
Het is een angstaanjagend gezicht
Jason Tower, onderzoeker bij het Global Initiative against Transnational Organized Crime, een ngo met zetel in Zwitserland, bracht onlangs 3 weken aan de Thaise grens met Myanmar door. „Het is een angstaanjagend gezicht”, vertelt hij aan de telefoon. Tussen de Thaise stad Mae Sot en Myawaddy en Shwe Kokko in Myanmar is de grens gewoon een rivier. Vanaf de ene oever zie je aan de andere kant van het water steden ontstaan. „Het ziet eruit als een industrieel landschap, maar dan met gevangenisinfrastructuur.” Aan de binnenkant van de ramen van de hoge woonblokken zitten tralies. Er zijn dikke muren en er is scherp prikkeldraad.
Ingewikkelde onderzoeksmethodes zijn overbodig, met Google Maps kun je zo de enorme schaal van die oplichtingsinfrastructuur vaststellen. Op satellietbeelden zie je hoe het groen op heel wat grensplekken in geen tijd moest wijken voor eindeloos beton. Het is een economie in volle bloei. „Volgens mijn berekeningen werken alleen al in Myanmar 120 tot 150 duizend mensen in die blokken, doorgaans onder dwang”, zegt Tower. Dat is twee keer het personeelsbestand van de Nederlandse politie. Zonder oponthoud strooien die virtueel aas uit om geld te ontfutselen.
Cijfers op de business plakken is een beetje als theeblaadjes lezen. Een recent onderzoek van UNODC, de tak van de Verenigde Naties (VN) die misdaad en drugstrafiek bestrijdt, deed toch een poging: jaarlijks zou er zeker 40 miljard dollar naar die cybermaffia stromen. Vast staat dat de omvang gigantisch is.
Alle alarmbellen tegelijk
Ivan Franceschini, onderzoeker aan de Universiteit van Melbourne en auteur van het recent verschenen boek Scam:inside Southeast Asia’s cybercrime compounds, probeert het fenomeen al jaren in kaart te brengen. Hij sprak met heel wat slachtoffers en kan zo het leven achter de tralies schetsen. ‘Er heerst militaire discipline en je kunt er niet weg. Camera’s en bewakers zijn overal. Binnen de muren draait alles rond geweld. De cyberbonzen proberen met stok en wortel iedereen in het gareel te houden. Als je veel geld verdient, krijg je geschenken en toegang tot seks”, vertelt hij tijdens een Zoomgesprek vanuit Australië.
De dwangarbeiders worden uit alle hoeken van de wereld ingevlogen. De VN vinkten al 56 nationaliteiten af. De globalisering op haar retour? Niet in de nv Cyberoplichting. De tijd dat de overgrote meerderheid vanuit China de grens over gesmokkeld werd, is voorbij. Het gaat nog altijd hoofdzakelijk om Aziaten, maar er zitten ook Ethiopiërs en Kenianen achter de computerschermen. Ontvoering hoort erbij. Criminelen rijden hun slachtoffers illegaal de grens over naar Myanmar.
Getuigenis uit het boek Scam
Het is niet zo dat de cyberslaven geen loon krijgen. In de oplichtingsfabrieken kunnen ze niet anders dan een contract tekenen. „Het is een soort schuld die je onderschrijft en dan moet aflossen door te werken”, zegt Franceschini. „Soms moet je 3.000 dollar betalen om vrij te raken, soms 30.000 dollar. Er is geen lijn in te trekken. Zelfs al krijg je een loon, dan nog kan je schuld blijven aandikken. Echt alles moet je betalen: het water dat je drinkt, het toetsenbord dat je gebruikt, tot de lucht die je inademt. Alles tegen woekerprijzen. De slachtoffers maken lange dagen, 16 uur is niet ongewoon. Vaak zitten ze ’s nachts achter hun computerscherm. Dat is het moment dat hun doelwitten in de Verenigde Staten wakker zijn.”
Al die scam cities die aan de grens uit de grond schieten, zijn intussen hele economische ecosystemen geworden. De werkmieren leven achter slot en grendel, de complexen halen hun voedsel en brandstof uit de omgeving. Wie probeert te vluchten, kan niet alleen in handen vallen van de Chinese maffia en lokale milities, ze worden ook opgejaagd door gewone inwoners die hen vervolgens verkopen. Zo verdient iedereen eraan.
Een slachtoffer van een oplichtingscentrum vertoont een verwonding aan zijn arm terwijl hij wacht om de grens met Thailand over te steken voor repatriëring. Foto: AFP
„Het is een opvallende paradox”, zegt Franceschini. „Ze zitten 24 uur op 24 uur online, ze voeren gesprekken met de hele wereld, maar toch slagen ze er niet in een virtuele SOS te verzenden naar hun familie. Hun eigen telefoon hebben ze moeten afgeven en online worden ze voortdurend in de gaten gehouden. De angst voor vergelding is groot. De straffen kunnen gruwelijk zijn en gaan van isolatie tot marteling. Hier en daar lukt het iemand om toch een bericht te sturen via Facebook, maar dat is gevaarlijk. En zelfs als je het thuisfront kunt waarschuwen en je coördinaten doorgeeft, dan nog is er bitter weinig dat de politie aan de andere kant van de grens kan doen.”
Alle alarmbellen gaan tegelijk af, zou je denken
De schaal van de industrie doet duizelen. Hoe kan het dat tienduizenden Cambodjanen, Vietnamezen en Chinezen in die valse vacatures blijven tuimelen? ‘Kom werken bij een bedrijf dat jouw veiligheid en groei echt belangrijk vindt’, staat in een zoekertje op Facebook. Zelfs kandidaten die de stempel ‘offloaded’ kregen (geweigerd op een luchthaven om op het vliegtuig te stappen) of ‘repatriated’ (een land uitgegooid), mogen solliciteren, staat er expliciet bij. Gratis vlucht, gratis maaltijden, curriculum vitaedoor te sturen naar een verdacht Telegram-account. Alle alarmbellen gaan tegelijk af, zou je denken.
Franceschini benadrukt dat niet iedereen die vertrekt in het ongewisse is over het werk dat hem of haar staat te wachten. Soms is het een bewuste keuze om als cyberoplichter aan de slag te gaan. „Sommigen weten waarvoor ze tekenen. En lang niet alle vacatures zijn zo opvallend vals.” Een klantendienst klinkt verdacht, maar er zijn ook verhalen over Chinese bouwvakkers die dachten dat ze naar een werf vertrokken om dan in Myanmar van de radar te verdwijnen. Of koks die niet met potten en pannen maar met een toetsenbord aan de slag moeten.
Kaalgeschoren Wang Xing had geluk
Begin dit jaar was China in de ban van de zaak-Wang Xing. De acteur was niet echt bekend, maar hij werd beroemd toen hij in een val van de Chinese maffia trapte. Wang vloog van Shanghai naar Bangkok voor een auditie, hij dacht kans te maken op een filmrol bij een grote studio. Hij stapte in Thailand in een auto. Toen hij uren later uitstapte, was hij in Myanmar.
Het was zijn vriendin die als eerste onraad rook. Wang had zijn locatie met haar gedeeld zodat ze zijn route op haar telefoon kon volgen, maar aan de grens tussen Thailand en Myanmar verdween hij plots van haar scherm. Ze deelde haar hulpkreet op Weibo, de Chinese X of Twitter, en had het geluk dat enkele beroemde Chinese sterren haar bericht oppikten.
Pas toen het verhaal viraal ging, kwamen de Chinese autoriteiten in actie. Na een reddingsoperatie kwam hij na amper 4 dagen vrij. De voor en na was ronduit eng. Wang was vertrokken met een glanzend zwarte haardos uit een reclamefilmpje voor shampoo. Hij keerde kaalgeschoren terug naar huis. Wang getuigde dat hij tientallen Chinezen had geteld die hetzelfde lot hadden ondergaan.
Wang Xing (r) bij de Thaise politie na zijn vrijlating uit Myanmar. Foto: EPA
Wang had geluk. Cyberslaven zijn slachtoffers in het kwadraat. Omdat ze onder dwang virtuele vallen uitzetten, krijgen ze na hun vrijlating in hun thuisland vaak de stempel van oplichter.
„Voor overheden is het makkelijker om de schuld door te schuiven, dan hoeven ze niet toe te geven dat ze niet in staat waren hun burgers te beschermen”, aldus Franceschini. „Zeker China is niet geweldig goed in het identificeren van slachtoffers. Vaak worden cyberslaven als criminelen behandeld en berecht. De Chinese wetten stellen vooralsnog dat alleen vrouwen en kinderen als slachtoffers van mensenhandel gezien kunnen worden. Er zijn vrouwelijke slachtoffers, ze worden vaak gedwongen tot seks, maar doorgaans zijn de prooien van de Chinese cybermaffia mannen.”
‘Hoe annuleer ik mijn reis naar Thailand?
Voor Thailand was het na de zaak-Wang Xing scherven vegen. „Natuurlijk wil ik nog terugkeren naar Thailand, het is hier heel veilig”, zei Wang als een echte acteur tijdens een persconferentie in Bangkok op de terugweg naar China. Maar het was te laat: ‘Hoe annuleer ik mijn reis naar Thailand?’, de vraag ging viraal op Xiaohongshu, de Chinese Instagram. Chinese sterren schrapten hun concert in Bangkok.
Voor China, hoofdspeler in het Thaise toerisme, was het een kans om zijn invloed in het land op te drijven. De Communistische Partij besloot de ontvoering en de reddingsoperatie van Wang Xing breed uit te smeren op de Chinese televisie. Wat een pr-ramp was voor Thailand, was een aanleiding voor China om meer veiligheidssamenwerking en een rol voor de Chinese politie aan de Thais-Myanmarese grens door te drukken. In de nasleep ervan werden nog eens 5.000 Chinezen uit Myanmar gerepatrieerd.
Locatie van oplichtingscentra in Myanmar. Beeld: DS-Infografiek Bron: ASPI
China spinde het verhaal in het nadeel van Thailand, terwijl het zelf nochtans een aanzienlijke rol speelt in de oplichtingsbusiness in Myanmar. In landen als Laos en Cambodja stampte China jaren geleden al ‘Speciale Economische Zones’ uit de grond die ontsnappen aan de zwaartekracht van wetten en jurisdictie. Het werden oorden van verderf vol casino’s, bordelen, karaokebars en martelkamers waar het bloed aan de muren kleeft.
Getuigenis uit de South China Morning Post
Na de coronacrisis begon de Chinese maffia almaar meer cyberwerkmieren uit eigen land te rekruteren. Door de slabakkende economie groeide de vijver om uit te werven. Ook in Myanmar kleuren de beruchtste criminele enclaves Chinees. „Je ziet er overal Chinese opschriften en restaurants”, zegt Jason Tower.
„Het zijn plekken die gebouwd lijken voor toeristen op een plek zonder toerisme: er zijn nachtclubs en attracties. Sinds kort bestaat er in Shwe Kokko zelfs zoiets als een vip-arrangement waarbij je in een nagemaakte oorlogszone met automatische machinegeweren in het rond mag schieten. Even duur als illegaal, allemaal op maat van de Chinese godfathers van de oplichtingsindustrie.”
Onlangs slaagde Peking erin om enkele van die maffiafiguren te laten uitleveren. Ze krijgen de doodstraf. Chinezen domineren de markt, maar de cyberoplichting is zeker geen louter Chinees fenomeen, onderstreept Franceschini. Hoewel dat in Myanmar wel zo lijkt.
Waarom Myanmar? Sinds de coup van de militaire junta in 2021 is het land weer de oosterse versie van het Wilde Westen. Het wemelt er van de milities. In een dodelijke tango met de Chinese maffia controleren het Karen National Army en het Democratic Karen Buddhist Army, twee rebellenlegers, de grensstreken en bouwen er een crimineel imperium uit. Om het nog complexer te maken: soms heeft de junta banden met die milities en deelt ze mee in de winsten.
Leden van de Karen Border Guard Force (BGF) voeren een inspectie uit op een werkplek in de oostelijke gemeente Myawaddy in Myanmar op 18 februari 2025. Foto: AFP
„Het is bijna niet te geloven, maar op luttele kilometers van die uitbuiterscomplexen wordt op dit moment volop gevochten”, zegt Tower. De afgelopen weken begon het leger fabrieken te bombarderen en viel het een aantal compounds binnen met wapens en camera’s om beelden van de invallen te hebben. „Het is pure propaganda. Met die stunt probeert de junta de schuld in de schoenen van de rebellen te schuiven en iedereen wijs te maken dat ze er voor niets tussen zit. Dat is onzin.”
Operatie Red de Reputatie is ingezet
Tussen kerst en nieuwjaar zijn er verkiezingen in Myanmar. De junta wil en zal die winnen. Alleen: de rapporten over de cyberslaven en oplichtingsindustrie beginnen pijn te doen. Operatie Red de Reputatie is ingezet, maar, zegt Tower: „Dit is geen probleem dat je zomaar kunt wegblazen. Het zal zich gewoon verplaatsen.”
Alweer helpt de rol van China niet, de machtigste internationale speler in Myanmar. In plaats van de business uit te roeien, wil het vooral de stroom verleggen, weg van Chinese slachtoffers. De geostrategische belangen zijn te groot. China steunt de militaire junta, omdat het niet nog meer instabiliteit wil, maar het onderhoudt ook banden met de milities die de junta bekampen. De inzet: toegang tot zeldzame aardmetalen, een belangrijke gas- en oliepijplijn en de Golf van Bengalen.
Intussen kreeg Myanmar, met al die sin cities langs de grens, de stempel van ‘grootste knooppunt van georganiseerde misdaad ter wereld’. Elk jaar brengt de onderzoekscel van Tower een Global Organized Crime Index uit.
Is dit allemaal al doorgedrongen tot onze Europese hoofdsteden? „Het staat nog niet echt op jullie radar”, zegt Franceschini. „Het gebrek aan Europese aandacht verbaast me. Vroeger was het vooral een Chinees probleem, maar nu is het een internationaal fenomeen. Er is niets exotisch aan. Jullie zijn evengoed het doelwit.”
Europol zegt dat het ermee bezig is. Cijfers zijn er niet. Veel slachtoffers van oplichting schamen zich, zeker als het om pig butchering gaat. De grote meerderheid van mensen die het slachtoffer worden van internetfraude doet geen aangifte bij de politie.
Nog een olifant in de kamer: Donald Trump. De Amerikanen komen er in Myanmar niet meer aan te pas. In de strijd tussen China en de VS is het hier 1-0. Dat is extra pijnlijk omdat er zoveel Amerikaanse fraudeslachtoffers vallen.
Er wordt grof geld mee verdiend
De laatste tijd bewoog er wel een en ander. Het Amerikaanse Congres opende een onderzoek naar Starlink, het bedrijf van Elon Musk dat satellietverbindingen beheert op afgelegen plekken in de wereld. Uit onderzoek met drones van het persagentschap AFP deze zomer bleken er op heel wat daken van scamcenters in Myanmar satellietantennes van Starlink te staan.
Na de affaire met Wang Xing verbrak Thailand de internet- en elektriciteitsverbinding naar die grensplekken. Wat de kassa bij Starlink deed rinkelen. Het is dure technologie, wat bewijst dat er grof geld verdiend wordt. Intussen heeft het Amerikaanse bedrijf laten weten dat het al meer dan 2.500 internetontvangers in de buurt van verdachte plekken gedeactiveerd heeft.
Twee weken geleden kondigde de Amerikaanse regering een speciale taskforce aan om het probleem aan te pakken. Cyberoplichting kost Amerikanen jaarlijks 10 miljard dollar. Toch blijkt dat niet de belangrijkste bekommernis van de overheid daar. ‘President Trump wil dat de VS het internationale hart worden van de crypto-industrie’, klonk het in hetzelfde persbericht.
De Trumpdynastie heeft grote financiële belangen in de munten. ‘Het is dan ook cruciaal dat Amerikanen crypto begrijpen en veilig kunnen gebruiken.’ Het zegt veel over de prioriteiten van het Witte Huis.
In opdracht van de VN deden onafhankelijke experts onderzoek naar de toestand in en rond de grenssteden in Myanmar. Hun besluit: „Het punt is bereikt dat we van een humanitaire crisis kunnen spreken.”