Ouderen kunnen, onder meer vanwege de lange wachtlijsten in de verpleeghuiszorg, steeds vaker pas terecht in het verpleeghuis als het eigenlijk al te laat is. Daardoor gaat een deel van de ouderen sneller achteruit en overlijdt eerder. Hierover maakt Actiz, branche-organisatie in de ouderenzorg, zich grote zorgen.
Ook zorgkantoren als Menzis, VGZ, DSW en Zilveren Kruis, die verantwoordelijk zijn voor de invulling van de langdurige zorg, zien het aantal spoedopnames het afgelopen jaar stijgen. Volgens 27 zorgaanbieders in Noord-Nederland komt inmiddels 70 tot 75 procent van alle opnames voort uit een acute crisissituatie.
De meeste zorgkantoren zijn bang dat dit aantal de komende jaren verder toeneemt. Als iemand met spoed naar het verpleeghuis moet, betekent dit dat anderen op de wachtlijst die er ook niet goed aan toe zijn, nog langer moeten wachten op een plekje. Daardoor verslechtert ook hun situatie.
Crisisopnames
Er is inmiddels zo’n tekort aan verpleeghuisplekken dat steeds vaker crisisopnames plaatsvinden in het verpleeghuis. Ouderen met bijvoorbeeld zware dementie kunnen pas ergens terecht als het eigenlijk al te laat is. „Daardoor gaan ze meestal veel sneller achteruit en overlijden ze ook eerder.”
„Ondeugend is hij, hoor!”, zegt de 82-jarige Yvonne* terwijl ze haar Maltezer hondje aait. „Daarom heet hij Clyde, van Bonnie en Clyde.” De zachtaardige Yvonne zit samen met haar 54-jarige dochter Harriët* op een bankje in het zonnetje, voor de ingang van het net gerenoveerde verpleeghuis Smeetsland van zorgaanbieder Aafje in Rotterdam. Sinds Yvonne hier verblijft, komt haar dochter iedere dag wel even bij haar moeder langs met haar hondje. „Ik mis hem anders zo.”
Enkele weken geleden kwam de alleenstaande Yvonne ten val toen ze haar hondje uitliet. In het ziekenhuis constateerden ze een ernstige bekkenfractuur. Tegelijkertijd bleek Yvonne gevorderde dementie te hebben, waardoor de angststoornis waar ze haar hele leven al mee kampte flink verergerde. Toen ze fysiek voldoende was opgeknapt, volgde een spoedopname in het verpleeghuis.
„Het ging thuis niet meer”, vertelt Harriët. Niet alleen kon Yvonne niet meer voor zichzelf zorgen en nam ze soms per ongeluk te veel medicijnen in. „Een veel groter probleem was dat mama vaak zo extreem bang was dat ze alles bij elkaar gilde in haar huis. En dan kreeg niemand haar nog tot bedaren.” De buren waren daar allesbehalve blij mee. Harriët vermoedt dat die enorme angst met de jeugd van haar moeder te maken heeft. „Maar dat onderzoeken ze nu.”
De wachtlijsten zijn zo lang dat het niet snel lukt via de normale route binnen te komen, ziet Actiz.
Thuis zolang het kan
’Thuis zolang het kan’, is het motto van Den Haag als het op ouderenzorg aankomt. Maar ook als het niet kan, zo lijkt het inmiddels. Want steeds vaker vinden er acute crisisopnames plaats in de verpleeghuiszorg. Het gaat dan om ouderen die vanuit het ziekenhuis direct naar het verpleeghuis moeten, of om mensen die thuis in een crisissituatie terecht zijn gekomen.
Harde cijfers van het totale aantal spoedopnames in de verpleeghuiszorg lijkt niemand te hebben. Bekend is hoeveel ouderen op een plek belanden die is aangemerkt als crisisbed. Maar niet duidelijk is hoeveel ouderen met spoed terechtkomen op een normale plek in het verpleeghuis. En juist dat laatste gebeurt steeds meer. De zorgkantoren van Menzis, VGZ, Zilveren Kruis en DSW zeggen een stijging te zien. Maar een precies beeld ontbreekt.
„Lijkt me toch belangrijk om als overheid te monitoren wat voor gevolgen het ouderenbeleid precies heeft”, zegt Roeli Mossel, bestuurder van de Noord Nederlandse Coöperatie van Zorgorganisaties (NNCZ). „Juist daarop moeten we sturen.” Mossel spreekt vanuit de situatie in Drenthe en Groningen en geeft aan dat van alle verpleeghuisopnames in haar regio inmiddels tussen de zeventig en vijfenzeventig procent voortkomt uit een acute crisissituatie.
Dat percentage komt overeen met wat een van de andere zorgkantoren beschrijft in een rapport van de NZA. Het beschrijft de situatie als ’zeer onwenselijk voor met name cliënten zelf en hun familie’. Het gevolg kan bijvoorbeeld zijn dat familie ver moet reizen om hun opgenomen familielid nog ergens te kunnen bezoeken. Want een spoedplek is er niet altijd om de hoek.
Verzorgingshuizen
Ook Actiz, branchevereniging van zorgaanbieders, ziet een stijging van het aantal spoedopnames. Een van de oorzaken is volgens voorzitter Anneke Westerlaken de afbraak van de vroegere verzorgingshuizen. „Daardoor neemt de kans op acute situaties thuis toe.” Bovendien wachten er inmiddels ruim twintigduizend mensen op een plek in het verpleeghuis. „Dus je komt ook niet meer zo snel via de normale route binnen.”
De brancheorganisatie maakt zich daarbij grote zorgen om het zogenoemde verdringingseffect. „Mensen die met spoed naar het verpleeghuis moeten, krijgen voorrang op de ouderen die al op de wachtlijst staan.” Deze ouderen moeten volgens haar dan nog langer wachten. En daar kan dan ook weer een crisissituatie uit voortkomen.
Ook in het Rotterdamse verpleeghuis waar Yvonne zit, maken ze zich zorgen. Specialisten Ouderengeneeskunde Laurie den Braber en Alexander Pluim Mentz werken al jaren op deze locatie. Pluim Mentz: „Voorheen kwam een crisisopname hier nauwelijks voor. Misschien drie keer per jaar. Maar sinds twee jaar is dat een paar keer per week.”
Daarbij, zo zien ze, komen ouderen veel slechter binnen dan vroeger. Den Braber: „Mensen zijn nu verder in hun dementie dan een paar jaar geleden. Daarbij is ook vaker sprake van ernstige gedragsproblematiek.” Pluim Mentz: „Het is als oudere vooral wachten op een acute crisissituatie. Want eerder kun je bijna niet meer bij ons terecht.”
Overlijden
Wat hen beiden zeer aan het hart gaat, is dat mensen nu in zo’n slechte staat binnenkomen, dat ze veel sneller achteruitgaan dan vroeger en ook geregeld al een aantal maanden na opname overlijden. Pluim Mentz: „Vroeger was dat gemiddeld pas na drie jaar.”
„Of ik het hier naar mijn zin heb?”, zegt Yvonne. Terwijl ze dit zegt, kijkt ze vragend naar dochter Harriët. „Nou”, zegt deze laatste, „je hebt hier een mooie kamer en ze doen hier veel leuke dingen.” Inmiddels overtuigd zegt Yvonne: „Dat is waar. Eigenlijk zit ik hier best goed.”