We zullen er als automobilist aan moeten wennen: 30 km/u binnen de bebouwde kom. In de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is het grotendeels al de standaard, maar de rest van Nederland zal snel volgen. In het Noorden is het terugbrengen van de maximum snelheid binnen de bebouwde kom onderwerp van gesprek in Groningen en Aa en Hunze.
30 kilometer per uur binnen de bebouwde kom het lijkt dé methode om het aantal verkeersslachtoffers naar beneden te brengen. Tegelijkertijd is het een maatregel om de staatskas te spekken, want alleen in Amsterdam werden in vier maanden tijd al bijna 40.000 boetes uitgedeeld.
Zondag is het een jaar geleden dat Amsterdammers gedwongen werden tot het rijden van 30 km/u binnen de bebouwde kom, in een poging met deze maatregel het aantal ongevallen terug te dringen. De gemeente weet nog niet of die poging geslaagd is, want een evaluatie en cijfers over het aantal ongevallen worden pas in het voorjaar van 2025 verwacht.
Duidelijk is wel dat de automobilist niet kan wennen aan de nieuwe norm, want na een gewenningsperiode werden van mei tot en met augustus maar liefst 40.000 automobilisten op de bon geslingerd die te hard reden en gemiddeld zo’n 70 euro moesten aftikken. Dat zijn zo’n 320 bekeuringen per dag en wie bedenkt dat dit door slechts zeven flitscamera’s gebeurde, kan op zijn vingers natellen dat het aantal hardrijders dat de dans ontspringt vele malen hoger ligt.
Tekst gaat verder onder de foto.
Mobiele flitspaal in Amsterdam.
Toch stelt verkeerswethouder Melanie van der Horst (D66) dat uit metingen blijkt dat het verkeer in Amsterdam langzamer is gaan rijden. „Daardoor is het rustiger op straat, met minder lawaai van verkeer. Wel zien we dat nog niet iedereen zich aan de nieuwe maximumsnelheid houdt. Dat is ook niet gek, want zo’n grote verandering vraagt vaak tijd. Dat was bijvoorbeeld in Brussel ook zo. Daarnaast is het Openbaar Ministerie pas vanaf juni gaan handhaven met vaste en flexflitspalen in de stad. Het is heel goed voor Amsterdam, maar ook voor alle andere steden die 30 km/u invoeren als maximumsnelheid, dat de proef van het OM geslaagd is en dat er hierdoor ook echt langzamer werd gereden. Want zolang mensen zich niet aan de maximumsnelheid houden, gaat het risico op ongevallen ook niet omlaag. En dat is juist waarvoor we dit allemaal doen”, aldus Van der Horst.
Botssnelheid
De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid durft wel een voorspelling te geven. „Wij verwachten dat het aantal doden en ernstig gewonden minimaal met een kwart kan dalen als wegen van 50 km/u worden veranderd in 30 km/u-straten. Op zich vrij logisch, omdat de botssnelheid van een auto die 50 km/u rijdt drie keer groter is dan bij 30 km/u”, zegt Patrick Rugebregt. „Dat vertaalt zich onherroepelijk in de cijfers. Bij een snelheid van 30 km/u stijgt de overlevingskans van een voetganger of fietser bij een botsing met een auto naar maar liefst 90 procent. Dit komt doordat een auto bij een snelheid van 50 km/u twee keer zo lang nodig heeft om te remmen en tot stilstand te komen. Elke extra seconde en meter kan het verschil betekenen tussen leven en dood.”
De animo van gemeenten om de 30 km/u in te voeren is groot. Bijvoorbeeld ook Eindhoven, Leeuwarden, Groningen, Hoorn, Amersfoort, Nijmegen, Gouda, Haarlemmermeer en kleinere gemeenten als Aa en Hunze (Gasteren) en Lingewaard willen het of hebben er al een begin mee gemaakt. „Exacte aantallen kunnen we zo niet geven, maar veel gemeenten, groot én klein, zetten erop in en dat juichen wij toe”, zegt Ruud Koerts van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. „De lagere snelheid van 30 km/u heeft aanwijsbaar veel voordelen voor de veiligheid, maar ook voor de leefbaarheid en gezondheid in steden en kernen. Het aantal ernstige ongevallen neemt met zo’n 20 tot 30 procent af, terwijl het ook leidt tot een geluidsreductie van circa drie decibel, minder verplaatsingen met de auto en minder CO2-uitstoot.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Inwoners uit het dorp Schalkwijk voeren actie om het verkeer 30 km/u in de bebouwde kom te laten rijden.
Dat gemeenten staan te dringen om meer 30 km/u-straten aan te wijzen, komt door de dramatische cijfers van verkeersslachtoffers. In 2023 vielen er 684 doden en kwamen 134.000 gewonden op de Spoedeisende Hulp terecht. Opmerkelijk is dat er meer fietsers (270) dan automobilisten (194) om het leven kwamen en de meeste slachtoffers vielen op wegen waar 50 km/u geldt. Vooral waar fietsers geen eigen rijbaan hebben en ’naast’ de auto rijden.
In Rotterdam gebeurde in 2023 liefst 80 procent van alle verkeersongevallen in een straat waar 50 km/u gereden mag worden. „Daarom wordt in 2025 de snelheid op nog eens 115 straten teruggebracht van 50 naar 30 km/u”, stelt Tristan van Rijn van de gemeente. „Niet overal dus, maar alleen in straten waar het nodig én mogelijk is. Op dit moment is trouwens al meer dan de helft van de straten (55%) in onze stad 30 km/u. Dat zijn drukke straten waar veel mensen wonen of waar winkels, restaurants en cafés zijn gevestigd. Op die plekken is de verkeerssituatie zo onveilig, dat de maatregel nodig is.”
En het gaat niet goed met de veiligheid in het verkeer in de Maasstad. Van Rijn: „In de afgelopen tien jaar was het aantal verkeersslachtoffers in Rotterdam nooit zo hoog als het afgelopen jaar met 1446 ongevallen. En vooral dus op wegen waar de limiet op 50 km/u staat. Als je bedenkt dat het daar 27,7 meter duurt voordat je kunt stoppen en bij 30 km/u 13,3 meter begrijpt iedereen dat het de overlevingskans bij een ongeval vergroot en de kans op ernstig letsel kleiner is.”
Hoogste prioriteit
De situatie in Den Haag is niet veel anders. Op minder dan 35 procent van de wegen (gemeten in kilometers) in de hofstad geldt een maximumsnelheid van 50 km/u, maar toch vindt meer dan 75 procent van de ongevallen plaats op deze wegen. Uit onderzoek en de praktijk blijkt dat de kans op een dodelijk ongeval op een 50 km/u-weg tien keer groter is dan op een weg met een maximumsnelheid van 30 km/u.
„Verkeersveiligheid heeft onze hoogste prioriteit”, zegt wethouder Arjen Kapteijns (Mobiliteit). „Dus verlagen wij de komende vijf jaar op nog eens 110 straten de snelheid naar 30 km/u en richten de straten hierop in. In totaal is deze snelheid dan van kracht op 70 procent van het Haagse wegennet. Zo zetten we een belangrijke stap richting onze ambitie van nul verkeersslachtoffers in 2040. Met maatregelen zoals klinkers en kleine slingers in de weg zorgen we ervoor dat bestuurders worden aangemoedigd om zich aan die 30 km/u te houden.”
Gescheiden fietspad
Volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is het geen Rijksbeleid om 50-wegen om te bouwen naar 30-wegen. „Gemeenten gaan daar zelf over, zij mogen bepalen hoe hun wegen eruitzien en hoe hard je daarop mag. Het Rijk vindt het vooral belangrijk dat de wegen veilig zijn. Dat kan ook door een 50-weg veiliger te maken met bijvoorbeeld een gescheiden fietspad”, stelt een woordvoerder.
„Elke verkeersdode of ernstig verkeersongeluk is er natuurlijk één te veel”, zegt de Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk (Mobiliteit). „Daarom maken we de stad veiliger voor iedereen door in 2026 de maximumsnelheid op nog eens ongeveer 150 straten naar 30 km/u te verlagen. Dit zijn alle straten zonder apart aangelegd fietspad. Op ongeveer 70 procent van de Utrechtse straten geldt nu al een maximum snelheid van 30 km/u.”
Reactie verkeerspsycholoog
Verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen zegt dat maatregelen logisch moeten overkomen, willen automobilisten zich eraan houden. „Ze moeten begrijpen waarom iets gevraagd wordt. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat er drie factoren zijn die ons (te) hard laten rijden. Dat zijn de breedte van de weg (hoe breder, hoe harder), de zichtlijn (kunnen we ver vooruitkijken en zien wat er op ons afkomt) en de directe omgeving van de weg (veel bedrijvigheid, fietsers, voetgangers, terrasjes, etc.).”
„Wil je mensen echt op grote schaal 30 km/u laten rijden, dan moet je dus met die factoren aan de slag: weg versmallen, zichtlijn doorbreken en bedrijvigheid toelaten. Waar dit niet wordt toegepast heeft het weinig zin om 30 km/u in te voeren”, stelt Tertoolen. „Dat leidt dan alleen maar tot frustratie en irritatie en geeft mensen het gevoel van autootje pesten. Waar het wel is of gecreëerd kan worden: doen! Want 30 km/u is veel veiliger omdat de snelheidsverschillen met andere verkeersdeelnemers afnemen.”
Flexflitser wint terrein in hele land
De flexflitser verovert binnenkort 30 km/u-wegen in heel ons land. Het Openbaar Ministerie is enthousiast over de proef met de verplaatsbare ’verklikkers’ in Amsterdam. „We zien een duidelijke daling in de gemiddelde snelheid”, zegt woordvoerder Marloes van Kessel. „Dat vermindert de kans op (ernstige) ongevallen. Een belangrijk effect om het verder uit te rollen.”
„Hoeveel flitsers er komen is nog onzeker, maar die in Amsterdam blijven. Verder hangt het af van de aanvragen van wegbeheerders en politie”, legt Van Kessel uit. Gemeenten die de snelheid verlagen naar 30 km/u, kunnen dat doen als andere acties geen soelaas bieden. „Maar handhaving blijft het sluitstuk van de maatregelen om te hard rijden tegen te gaan.”