Wolven mogen in Europa alleen preventief worden doodgeschoten als aan heel strikte voorwaarden wordt voldaan. Het Europees Hof van Justitie heeft dat bepaald in een Finse zaak over de beschermde diersoort. Afschieten mag alleen als grondig is vastgesteld dat er geen andere bevredigende oplossing is, aldus de rechters.
De Finse autoriteiten gaven eind 2015 toestemming zeven wolven te doden. De ontheffing werd gegeven om overlast en stroperij te voorkomen. Natuurorganisaties stapten vervolgens naar de rechter. Die vroeg het EU-hof om opheldering over wat de Europese habitatrichtlijn voorschrijft over dergelijke praktijken.
Ontheffingsbesluiten moeten duidelijk en precies aangeven welk doel daarmee is gediend, en zijn gebaseerd op wetenschappelijke gegevens, zegt het hof. Alleen wijzen op stroperij of mogelijke problemen die de wolven kunnen veroorzaken is niet per se voldoende, hoewel de strijd tegen stroperij op zich wel als reden kan worden aangevoerd.
Het voorzorgsprincipe in de richtlijn schrijft verder voor dat voordat toestemming wordt gegeven, eerst duidelijk moet zijn hoe het staat met de populatie en de gevolgen die het doden van exemplaren heeft. Als hier onzekerheid over is, mag geen ontheffing worden gegeven.
De discussie over de wolf barste in alle hevigheid los nadat in Nederland op meerdere plekken schapen werden doodgebeten. Ook in Groningen en Drenthe was het raak. Vooral in het voorjaar van 2018 sloegen wolven toe. Tientallen schapen werden gedood en boeren kwamen in opstand tegen de oprukkende wolf.