Bert Doldersum (56) uit Emmen slaat bij Drenthina na een sabbatical weer een nieuw hoofdstuk open in zijn trainersloopbaan. ,,Ik heb weer zin om op het veld te staan en met spelers te sparren. Dat heb ik wel gemist.” Foto: Patrick de Groot
Eén seizoen sabbatical is meer dan genoeg voor trainer Bert Doldersum. De 56-jarige Emmenaar gaat komend seizoen aan de slag bij zaterdagtweedeklasser Drenthina, de club waar hij van 2011 tot 2013 actief was als jeugdtrainer. ,,Ik heb weer zin om op het veld te staan en met spelers te sparren.”
Voor Doldersum was Drenthina een logische keuze en de club stond dan ook bovenaan zijn lijstje. ,,Het voelt een beetje als thuiskomen. Ik heb de club altijd wel met belangstelling gevolgd. Op sportpark De Oude Ros ligt een mooi perspectief om verder te bouwen aan een stabiele toekomst. Veel spelers ken ik nog vanuit de periode dat ik er jeugdtrainer was. Heel interessant om daar komend seizoen weer mee aan de slag te gaan.”
Voor wie de fanatieke Doldersum een beetje kent lijken zijn naam en het woord sabbatical een onverenigbare combinatie, maar voor de bevlogen voetbalcoach werkte het verfrissend om het amateurvoetbal - na zijn succesvolle periode bij Raptim - te volgen vanaf de buitenkant zonder zich druk te maken om resultaten. ,,Met twee voetballende zoons en een dansende dochter kom ik dit seizoen bovendien ogen tekort”, lacht Doldersum.
Zijn zoon Jan speelt in FC Emmen onder 21 en de jongste zoon Carlos speelt in de C-jeugd bij het Duitse TUS Everetsen in Oldenburg. Daarnaast is hij nog aandachtig toeschouwer in de danszaal om zijn dochter Hanne aan het werk te zien.
Spelers beter maken
Als oefenmeester kan Bert Doldersum, eerder onder meer actief bij NKVV, Dalen, DZOH en Raptim, bogen op een mooie staat van dienst. Een trainer die wel houdt van adrenaline en druk om te presteren. ,,Het vak van trainer is mooi en veelzijdig, maar waarin je soms ook tegen de stroom in moet zwemmen om iets te bereiken. Ik ga uitdagingen en ambities niet uit de weg. Ik wil spelers graag iets meegeven en beter maken”, besluit Doldersum.