Joseph Oosting glimlacht tijdens zijn eerste persconferentie als trainer van Royal Antwerp FC. Foto: Belga/AFP/Tom Goyvaerts
Drie maanden had hij gedwongen rust, na zijn ontslag bij FC Twente. Maar die tijd besteedde Joseph Oosting (53) om te investeren in zichzelf. De Emmenaar plukt er in Antwerpen, waar hij net twee weken hoofdtrainer is bij Royal Antwerp FC, nu al de vruchten van. ‘Wat een geweldige ambiance hier.’
Hij had eindelijk eens goed de tijd om zich te realiseren wat er echt toe doet in het leven. Liefst drie maanden lang. Bijna een eeuwigheid voor een trainer in het betaald voetbal. Begin september werd hij ontslagen bij FC Twente, terwijl het seizoen slechts vier wedstrijden oud was.
Verrassing
Zijn congé na twee succesvolle jaren – hij finishte met FC Twente in 2024 nog als derde in de eredivisie en haalde de Europa League – was voor velen een verrassing, niet in de laatste plaats voor veel spelers, die het niet eens bleken te zijn met Oostings ontslag.
Ach, weinig verrast de oud-prof van FC Emmen en BV Veendam nog in de voetbalwereld. Het boek-FC Twente is wat hem betreft dan ook dicht. Over en uit. „Weet je, het is gewoon wat het is. Ik wil alleen met mooie herinneringen terugdenken aan Twente, want ik heb er ook vooral een heel mooie tijd gehad”, zegt Oosting.
Prachtige Europese duels
Een gebrek aan prestaties werd hem destijds verweten door de Twente-leiding. Oosting wil er niet te veel woorden aan vuil maken, op zijn hotelkamer in Antwerpen. „Ik zeg alleen: we zijn voor aanvang van dit seizoen ook wel heel veel spelers kwijtgeraakt. Daar ben ik aan de andere kant ook trots op, want door de ontwikkeling die ze doormaakten werden ze verkocht.”
En let wel hè, vervolgt hij, „we hebben prachtige Europese wedstrijden gespeeld. Die 1-1 bij Manchester United in de Europa League pakken ze me nooit meer af. Ik wil ook niet met negatieve dingen bezig zijn. Ik kijk altijd naar de zon hè. Ik ben er overheen, anders had ik ook niet bij Antwerp getekend.”
Joseph Oosting in gesprek met rechtsbuiten Thibo Somers. Foto: Belga/AFP/Tom Goyvaerts
Waarheen en waarom?
Wat ook hielp: de rust van Zuid-Engeland. Snel na zijn ontslag besloot de Emmenaar zijn vrije tijd goed te besteden. Met gesprekken met beroemde trainers en sportbobo’s, wier naam hij uit piëteit niet wil noemen. Via via kwam hij met ze in gesprek. Verhelderend was het, zegt hij. „Voor mij waren er twee vragen cruciaal: waar ga ik naartoe en vooral ook: waarom. Er was voldoende belangstelling voor me, maar de keus maken is niet zo makkelijk, hoor. Die vragen heb ik met die mannen besproken. En daar heb ik veel van geleerd. Vooral hoe ze tegen mij aankijken, wie ik ben. Maar ook: wat ik wil en welke club bij me zou passen.”
En hij ging op les. Engelse les. Maar niet zomaar Engelse les: Oosting ging naar het gerenommeerde instituut Riversdown, even ten oosten van Winchester, in het zuiden van Engeland, boven havenplaats Southampton. Een week zat hij daar in een prachtig oud landhuis met drie anderen, CEO’s van grote bedrijven. „Heel erg leerzaam”, zegt hij. „Intensief ook, want je hebt breakfast, lunch en diner, maar daar tussendoor alleen maar les. Meestal één-op-één, maar ook in een groepje. Het doel was om aan het eind van de week een presentatie in het Engels te kunnen houden. Maar ik heb er zoveel meer geleerd.”
Zonder telefoon
Dat deed hij vooral van zijn cursusgenoten, die hij liever ook niet bij naam wil noemen: een CEO van een grote Europese bank, een Parijse dame die haar eigen onderneming had en een heer uit Madrid, ook al CEO. „We hebben heel veel gepraat daar”, lacht Oosting. „Want we zaten echt in de middle of nowhere. Ik wilde op een bepaald moment een zakje snoep halen, maar daarvoor moest ik twintig minuten rijden met het openbaar vervoer, want ik had geen auto bij me daar. Dus we waren vooral op elkaar aangewezen.”
Ook een nieuw inzicht, opgedaan daar in de buurt van Winchester: „Je ziet ineens wat een zee aan tijd je hebt als je geen telefoon hebt. Het bereik was daar heel slecht, waardoor we veel hebben gepraat. De gemeenschappelijke deler? Iedereen die daar zat, is bezeten van zijn werk. Ik dus ook. Maar dat was ook het mooie: we hebben vooral heel veel ervaringen gedeeld. Hoe je bijvoorbeeld met verschillende culturen omgaat. Ik weet nu echt: wij Nederlanders zijn heel erg direct, veel meer dan mensen uit andere culturen. Dat soort dingen gebruik ik ook, nu ik hier bij Antwerp zit.”
Joseph Oosting tijdens zijn eerste persconferentie bij Royal Antwerp FC. Foto: Belga/AFP/Tom Goyvaerts
‘Ik dacht: toch maar even opnemen’
Terug uit Engeland deed Oosting vooral weinig. Beetje voetbal kijken, beetje op bezoek bij familie en vrienden. Nog geen drie weken geleden zat Oosting samen met zijn vrouw Martine rustig in Euroborg, als toeschouwer bij FC Groningen-PEC Zwolle, onwetend van de onverwachte Belgische interesse.
„Ik kwam even naar mijn zoon Thijs kijken (die speelde vorig seizoen nog bij FC Groningen, nu bij PEC Zwolle, red.). Leuke wedstrijd, 2-2. Reden we terug naar Emmen, werd ik ineens gebeld door een mij onbekend nummer. Ik dacht: toch maar even opnemen. Was het Marc Overmars. Of ik interesse had in een gesprek. De volgende dag zaten we om tafel.”
Rap in verval
Inmiddels is hij ruim twee weken trainer van de oudste voetbalclub van België, Royal Antwerp FC, van 1880. Spelend aan de Bosuil, het stadion waarvan afgelopen zondag na jaren eindelijk weer de grote Tribune 2 werd heropend. De club, die in 2023 onder Mark van Bommel nog ‘D’n Dubbel’ won, de eerste landstitel in 66 jaar én de beker, is na dat historische succes rap in verval geraakt: vorig seizoen lag degradatie op de loer en ook dit seizoen draaide de ploeg vierkant.
Joseph Oosting schiet een bal weg tijdens de training in Antwerpen. Foto: Belga/AFP/Tom Goyvaerts
Een voormalig FC Groningen-speler plaveide in zekere zin de weg voor Oosting. Op 23 november, dus gelijk met FC Groningen-PEC Zwolle waar de nietsvermoedende Oosting toeschouwer was, verloor Royal Antwerp FC thuis van rodelantaarndrager Dender.
Oud-Groninger geeft trainer de nekslag
Ragnar Oratmangoen, tussen 2022 en 2024 twintigmaal in het groen-wit spelend, scoorde namens Dender in de slotfase de beslissende 1-2, waarna trainer Stef Wils werd ontslagen. Hij was de derde trainer in anderhalf jaar die zijn congé kreeg aan de Bosuil, het stadion van Royal Antwerp. Aan Oosting, die dus direct na het ontslag van Wils werd gebeld, de taak de Great Old weer de weg omhoog te laten vinden.
Zijn start was ontegenzeggelijk veelbelovend. Eerst werd uit bij Club Brugge gewonnen, al zat Oosting toen nog op de tribune. Daarna werd in de beker na 3-3 en strafschoppen gewonnen van Sint Truiden, de nummer 2 van de Pro League. En afgelopen zondag was Antwerp thuis met liefst 3-0 te sterk voor Genk. Oud-international Vincent Janssen maakte de derde goal.
Joseph Oosting tijdens de training van Royal Antwerp FC Foto: Belga/AFP/Tom Goyvaerts
Veel verschillende culturen
Oosting, die een contract tekende tot de zomer van 2028, weet dat het nog veel te vroeg is voor conclusies. „Maar ik weet wel dat ik het fijn vind om hier te werken, om tussen de jongens op het veld te staan. Ik ben een bouwer hè, ik wil een team zien groeien. Vincent ken ik nog van AZ, toen Thijs daar speelde. Verder hebben we Japanners, Afrikanen, een Saoediër, een Argentijn, een Bulgaar, een Duitse Ghanees en nog meer. Dus ik ben heel blij dat ik die week in Winchester aan mijn Engels heb gewerkt, haha. Taal is een belangrijk instrument om je visie over te brengen.”
Zondag wacht KAA Gent, de nummer 7 van de Belgische Pro League. Antwerp staat nu tiende en heeft zelfs de zesde plek in het vizier. Die positie geeft recht op de play-offs om het kampioenschap, die komend seizoen weer worden afgeschaft. Maar de degradatiepoule is met twee punten verschil nog net iets dichterbij voor de Great Old.
‘Veel drukker dan toen’
Antwerpen bevalt Oosting prima, voor zover hij al van de havenstad heeft kunnen genieten. „Tja, grote stad, hè. De laatste keer dat ik hier was, speelde ik nog bij FC Emmen, onder Piet Buter en met René Grummel. Het is nu veel drukker dan toen.”
In de spits kost het hem regelmatig een halfuur om van zijn hotel op de club te komen. „Terwijl dat normaal tien minuten duurt. Wel een stad die mij ligt, met mensen die houden van hard werken en gewoon je best doen. Ik moet het nog allemaal ontdekken. Ik woon nu nog in een hotel, maandag krijg ik een appartement ter beschikking. De beleving hier is er wel eentje waar ik van houd: wat ambiance, wat een sfeer.”
Emmen is nooit ver weg
En Emmen? Dat is nooit ver weg voor Oosting. „Het is nog geen drie uur rijden, dus ik ben ook zo terug. Mijn vrouw komt regelmatig uit Emmen hier even langs, we hebben beiden een auto. Zij komt hier zo, gaan we een hapje eten. Dat is ook Antwerpen.”