GIJS-coach Pippo Limnell Finocchiaro (midden) met vier van de vijf nieuwe imports van GIJS: Max Rensch, Henri Ruotsalainen, Gunnar Arason en Niko Kuivaniemi (vlnr). Valtteri Mäkiviinikka ontbreekt op de foto.
Foto: Siese Veenstra
De ijshockeyclub GIJS Marne Groningen beleeft een prima start in de eredivisie, met dank aan de vijf nieuwe imports. Die buitenlanders hebben het hier prima naar de zin. Een nadere kennismaking.
Met tien punten uit de eerste vier duels is de competitiestart van GIJS Marne Groningen in de eredivisie prima te noemen. Die goede start is voor een groot deel op het conto te schrijven van de nieuwe imports Niko Kuivaniemi, Henri Ruotsalainen, Valtteri Mäkiviinika, Gunnar Arason en Max Rensch. Van de 24 GIJS-goals tot nu toe namen de vijf nieuwelingen liefst 21 voor hun rekening.
Na veertig jaar weer landskampioen?
En dus zorgen de drie Finnen (Ruotsalainen, Kuivaniemi en Mäkiviinika) en de twee Noormannen (IJslander Arason en Zweed Rensch) voor nieuwe hoop op een Groningse landstitel. Want het zou wat zijn: weer eens landskampioen worden, en dat exact veertig jaar na de enige landstitel die GIJS ooit greep, in 1986.
Het Scandinavische vijftal heeft het uitstekend naar de zin in Groningen. Vier van de vijf zijn al verhuisd naar de stad. Zo heeft de oudste van het stel, Henri Ruotsalainen (32), een plek gevonden in de wijk Kostverloren. Daar woont hij alleen, maar dagelijks heeft de forward, inmiddels al goed voor zes GIJS-goals en tweede op de landelijke statistiekenranglijst van de eredivisie, contact met zijn Colombiaanse verloofde, Anui. Zij woont nog in Finland en werkt als leidster in een kinderopvang.
‘Meer van mijn loopbaan achter dan voor me’
„Zij is mijn nummer 1, ze steunt me in alles wat ik doe”, zegt de right winger/center. „Zij begrijpt dat ik heel erg graag ijshockey speel en dat ik dat nu nog kan doen. It’s not forever, you know. Ik heb meer van mijn carrière achter me dan voor me, dus eens zal het veranderen.”
GIJS-coach Pippo Limnell Finocchiaro tijdens de training. Foto: Siese Veenstra
Ruotsalainen kende coach en landgenoot Pippo Limnell Finnochiaro al van de afgelopen drie seizoenen, waarin hij bij UNIS Flyers Heerenveen in de BeNeLeague en de CEHL speelde, op een hoger niveau dus dan nu. „Pippo is een topcoach, die mij echt plezier laat hebben in het spel. Hij eist veel van ons, maar dat zijn we gewend. Hij wil altijd aanvallend spelen, altijd de puck hebben, met veel energie spelen. En dat wil ik ook.”
‘Eerst de play-offs halen, daarna is alles mogelijk’
Waar de goede start van GIJS toe gaat leiden? „Lastig om dat nu al te zeggen. We kunnen met dit team beter dan we tot nu toe hebben laten zien”, zegt Ruotsalainen. „Vooral onze defense moet beter, al kunnen we ook aanvallend stappen maken. De play-offs halen is het eerste doel, daarna is alles mogelijk.”
Gunnar Arason (24) kwam niet via buurman Heerenveen binnen. De IJslander, opgegroeid in het noordelijke stadje Akureyri, trok als 18-jarige naar Canada, waar hij bij de A21-academie ging spelen onder een oude bekende van GIJS: Rob Serviss, oud-coach van GIJS en mede-oprichter van de Nederlandse IJshockey-academie, die zo’n 25 jaar geleden in Groningen werd opgericht.
Via Wesley Zoutman
Bij dat Canadese A21-team speelde ook Sappemeerster Wesley Zoutman, teamgenoot van Arason. Arason meldde zichzelf aan bij GIJS en is met drie goals en twee assists ook een belangrijke pion geworden in het team van Limnell.
„We kunnen met dit team heel goed ijshockeyen, maar we moeten nu ernaartoe groeien om 60 minuten lang dat niveau vast te houden. Dan kunnen we ver komen”, zegt Arason.
Rensch is eilander
Alleen Max Rensch (26) is nog op zoek naar een huis in de stad. Hij woont nog in Bolsward, waar hij in 2023 naartoe verhuisde toen hij bij het talententeam van UNIS Flyers Heerenveen ging spelen. De Zweed groeide op het zuidelijk gelegen eilandje Tjörn op, op een uur rijden van Göteborg.
Henri Ruotsalainen (midden), hier in actie in de openingswedstrijd tegen Dordrecht Lions. Foto: Huisman Media
Met zijn Nederlandse vriendin Denise wil hij graag in Groningen komen wonen. „Maar woonruimte vinden is niet makkelijk. De meeste imports hoeven maar een halfjaar een plek te hebben en gaan eind maart weer terug, maar ik wil hier het hele jaar door wonen, ook in de zomer, mede omdat ik een Nederlandse vriendin heb.”
‘Nederlanders zijn zo open’
Rensch staat ook na twee seizoenen Friesland nog altijd te kijken van de Nederlandse openheid. „Ik kom al uit een deel van Zweden waar ze vaak wat opener zijn dan in andere delen, maar zo open als Nederlanders zijn verbaast me nog altijd. Let wel: ik vind het leuk hoor, het is makkelijk om met ze te communiceren, iedereen is ook heel aardig hier.”
Niko Kuivaniemi (27) streek na een jaartje Franse competitie bij Villard-de-Lans neer in Groningen, waar hij zich herenigde met zijn vriendin, die overkwam uit Finland. De Fin, opgegroeid in Tampere, speelde in Frankrijk en Finland op een hoger niveau, maar heeft het ook al uitstekend naar zijn zin in ‘Stad’.
‘Dat lawaai is juist leuk’
„Ik ben eigenlijk vooral via de contacten van Pippo hier gekomen, al heb ik nooit onder hem getraind. Maar het bevalt geweldig goed in Groningen, zowel de stad als GIJS. Het verschil met Finland? Hier in Kardinge maken ze veel meer lawaai. Maar dat is juist geweldig leuk.”
Kuivaniemi heeft zich een beetje opgeworpen als tolk en hulp van Valtteri Mäkiviinika, de derde Fin van GIJS en de vijfde import. Mäkiviinika, goed voor vier goals en acht assists en daarmee tot nu toe qua statistieken de beste GIJS-speler na Ruotsalainen, spreekt namelijk geen Engels. „Valtteri heeft het heel erg goed naar zijn zin hier”, stelt Kuivaniemi ons gerust. „Het ijshockey kan nog beter, dat weten we allemaal, omdat we een hoger niveau gewend zijn. Maar we gaan er keihard voor werken om zo ver mogelijk te komen.”