Joseph Oosting wordt in de kantine van handbalclub E&O in Emmen geïnterviewd door presentator Eddy van der Ley. Foto: Boudewijn Benting
Joseph Oosting lijkt van hero naar zero te gaan bij FC Twente. De Emmenaar raakt er niet van in de war en houdt vast aan zijn eigen waarden. ,,Ik laat mijn spelers niet uitlachen.’’
Het was een speciale avond voor Joseph Oosting. De 53-jarige trainer van FC Twente is een begaafd spreker en krijgt genoeg aanvragen om elke avond wel ergens een lezing te kunnen geven, maar om het voor ‘eigen volk’ in Emmen te doen, nota bene in de naar het familiebedrijf vernoemde Oosting Arena van handbalclub E&O, is wel even andere koek.
,,Ik best gespannen’’, gaf de geboren en getogen Emmenaar vooraf voor een volle E&O-kantine toe. ,,Uiteindelijk doe ik dit voor mijn vrouw Martine en voor mijn schoonfamilie. E&O betekent alles voor ze. Het is hun hele leven en ik ben daarin meegegroeid. Mijn vrouw heeft gehandbald, mijn zoon en dochter ook. Zo is deze club ook een deel van mezelf geworden.’’
Van held naar zondebok?
Oosting had heel gemakkelijk een reden kunnen aanvoeren om een keertje over te slaan, want de Drent ervaart de laatste weken stevige tegenwind bij FC Twente. Een crisis ligt op de loer. De club staat vijfde in de eredivisie, maar verloor recent van Feyenoord en Heracles Almelo en kreeg afgelopen weekend tegen Fortuna Sittard in blessuretijd de 1-1 tegen. Het was de zoveelste keer dat de Tukkers in de extra speeltijd een resultaat uit handen gaven. Werd Oosting tot voorkort op handen gedragen in Enschede, inmiddels is de trainer van held naar de status van zondebok gegaan.
Hij schuwt het onderwerp niet. ,,Ik merk wel in alles dat ik bij een top vier-club van Nederland zit’’, vertelt de coach, die voorheen onder andere RKC trainde, assistent en interim was bij Vitesse en zijn eigen WKE in een ver verleden landskampioen maakte. ,,We hebben bij FC Twente volgens mij 33 supportersverenigingen, er zijn ontzettend veel podcasts, hele tv-uitzendingen worden gewijd aan FC Twente, je hebt de kranten. Uiteindelijk is het ook gewoon zo dat we de laatste vijf wedstrijden slecht spelen. Het was tegen Fortuna de achtste keer dat we een goal tegen kregen in blessuretijd. Dat mag natuurlijk niet gebeuren.’’
‘Dan ga ik er pal voor staan’
Er zijn wel geldige argumenten voor het dalletje waarin de Tukkers zijn beland. Met het vertrek van Anass Salah-Eddine en Youri Regeer raakte FC Twente in de winterstop - weliswaar voor vele miljoenen - twee absolute sterkhouders kwijt. Maar de E&O-kantine, die vooral gevuld was met sponsors, wilde vooral graag weten hoe Oosting denkt de negatieve spiraal om te kunnen buigen. In elk bedrijf is tenslotte wel eens wat. Dan zijn wat handvatten om problemen te tackelen altijd welkom.
Oosting staat bekend als een peoplesmanager en gebruikt vooral die kwaliteiten. Zoals onlangs, toen zijn speler Daan Rots openlijk tot schlemiel werd uitgeroepen door de supporters. ,,Dan ga ik er pal voor staan’’, klinkt het scherp. ,,Ik laat mijn spelers niet uitlachen. Daar ga ik ervoor liggen. Dan heb ik liever dat ze het op mij botvieren dan op mijn spelers. Spelers zijn gevoelig.’’
Joseph Oosting: ,,Ik doe er dag en nacht alles aan om het beste uit mijn jongens te halen. Dat gaat me lukken.'' Foto: Boudewijn Benting
Oosting gaat dieper op het onderwerp in. Bij het samenstellen van zijn teams kijkt hij bijvoorbeeld altijd naar voldoende diversiteit van karakters en verschillende rollen, waardoor een elftal karakterologisch in balans is. ,,Zo hadden we vorig jaar Mitchell van Bergen, een heel gevoelige jongen, die na PSV uit werd aangepakt door een verslaggever. Hij krijgt dat dan mee en hij is zo gevoelig, dat hij daardoor van de leg raakt. Maar dan hebben we ook onze artiest, Joshua Brenet, die dan bij hem gaat slapen, speciaal om hem te steunen, terwijl Brenet voor de buitenwereld iemand is die alleen maar op stap gaat.’’
‘Die is boos geboren’
Oosting spreekt met liefde over zijn spelers. ,,Zo hebben we ook iemand die altijd kritisch is. Dat is Gijs Smal. Ik heb wel eens gezegd, die is boos geboren. Hij heeft altijd wel kritiek. Die heb je ook nodig, net als dat je een verbinder nodig hebt. Het gaat om die mix. Of dat dan een peoplesmanager is? Ik ben in ieder geval wel altijd oprecht op zoek naar een opening bij mensen, waarmee je elkaar kunt helpen. Dat gaat verder dan alleen maar een hand om elkaar heen slaan.’’
Zo neemt Oosting buitenlandse jongens in zijn selectie, zoals Sayfallah Ltaief en Gustaf Lagerbielke, mee uit eten. ,,De één zal zeggen: ligt dat bij een trainer? Ik vind van wel. Vaak zijn het jongens uit een heel andere cultuur. Hier in Emmen zijn we meestal opgevoed met een papa en mama, je gaat naar school, je hebt een Volvootje, dat soort dingen, maar sommigen hebben helemaal niets. Ltaief is ook zo’n jongen. Hij was al afgeschreven, het was zogenaamd niets, maar ik ga dan altijd op zoek naar dat openingetje, naar een manier waarop hij zich fijn voelt. Iedere dag maar weer. Het is belangrijk om daar de tijd voor te nemen.’’
Gehard bij WKE
En dat, denkt Oosting, gaat FC Twente in de laatste zes wedstrijden van het seizoen bij de doelen brengen die de club zich heeft gesteld. Ook omdat zijn eigen bewijsdrang dat van hem vraagt. Dat er nu kritiek op hem klinkt brengt Oosting niet van de wijs. ,,Als je bij WKE trainer bent geweest ben je daarin wel gehard. Op het kamp bestaat verliezen niet. Dat kan niet. Iedereen heeft daar een mening over met een partijtje emotie van heb ik jou daar. Ik snap de kritiek, dat hoort erbij, maar ik kijk naar de positieve dingen. Ik doe er dag en nacht alles aan om het beste uit mijn jongens te halen. Dat gaat me lukken.’’