Er is iets verraderlijks aan trappen: ze doen onschuldig, tot je erop ligt als een gestrande zeehond met een wasmand als toeschouwer.
Mijn appartement is klein maar fijn, met een slaapkamertje dat ooit een zolderberging was. Ik heb geen krakende knieën, geen rollator, geen ‘mankementen’ zoals de huisarts dat zo klinisch zou zeggen. En toch, daar lag ik. De volle wasmand ging voor, ik volgde kort daarna. Onderbroeken vlogen door de kamer als duiven op de Dam, mijn bh bungelde over de kamerplant alsof die ineens een creatieve zomerse kerstboom was. Het hoogtepunt? Mijn ooglapje midden over de lampenkap. Een stille hint van het universum: trapveiligheid is niet alleen voor ouderen.
Bij de huisartsenpost was het al gênant voordat ik mijn verhaal begon. „Ik ben van de trap gevallen’’, zei ik. De verpleegkundige keek alsof ze inschatte of ik oud genoeg was voor seniorenkorting. Maar dat kan net zo goed in mijn hoofd hebben gezeten.
Geheime zomerpauze
Vastbesloten om dit nooit meer mee te maken, belde ik een trapbedrijf. Maar daar ving ik bot: bouwvak. De bouw heeft een soort geheime zomerpauze, alsof het een exclusieve club is met eigen vakantiekalender. Drie weken lang geen aannemer, geen timmerman, geen nieuwe trap.
Begrijp me goed: ik snap dat de bouw zwaar werk is. Maar waarom bestaat er dan niet zoiets als een ‘zorgvak’ voor verpleegkundigen die nachtdiensten draaien? Of een ‘politievak’ voor agenten die tijdens oud en nieuw en voetbalrellen het halve land in bedwang houden?
Het antwoord is misschien wel simpel; sommige sectoren kunnen gewoon even collectief op stop, zonder dat er direct mensen overlijden. Bij de bouw leidt drie weken pauze hoogstens tot een half geïnstalleerde keuken. In de zorg betekent dat: geen operaties, geen spoed, geen hulp. En drie weken geen politie: ik weet niet of we daar als burger mee om kunnen gaan. Toch knaagt er iets. Want zwaar werk is zwaar werk, ook als het 24/7 doorgaat. Die mensen krijgen nooit het collectieve gemak van ‘het hele team tegelijk vrij’. Hun vakantie is altijd een puzzel, weet ik toevallig van mijn vrienden die in de zorg werken.
Direct leverbare wasdroger
Misschien is dat het echte punt: we zijn niet meer gewend dat een hele sector gewoon drie weken dichtgaat. Alles is altijd voorhanden, van pakketjes tot pizza’s, dus we zijn vergeten dat pauze nemen óók een vorm van efficiëntie kan zijn. Nu vinden we het bijna onverdraaglijk als iets niet direct kan. Terwijl het juist verfrissend is dat er nog één sector is die zich niets aantrekt van onze haastcultuur. Geen ‘same day delivery’, geen spoedklus. Gewoon drie weken lang: niet nu. Het voelt bijna ouderwets, en misschien is dat precies waarom het zo irritant én zo gezond is, probeer ik tegen mezelf te zeggen.
Tijdens de bouwvak houd ik de trap op veilige afstand. Misschien koop ik toch maar een direct leverbare wasdroger. Ik blijk niet opgewassen tegen de niet-nu cultuur, hoe graag ik ook zou willen. En alles beter dan nog eens als feestversiering door de kamer te vliegen.