Ik zit in de trein en er moet iemand huilen. Het is zo’n manier van huilen waarbij je niet gaat vragen of het gaat, hoewel ik merk dat de zorgzame oudere dames in de vierzits dat héél erg moeilijk vinden.
Maar het huilende meisje typt koortsachtig op haar telefoon, spreekt af en toe een bericht in waardoor iedereen weet dat dit geen huilen om een overlijden is of erger, maar gewoon ordinair liefdesverdriet. Liefdesverdriet is natuurlijk nog steeds verschrikkelijk, maar na 20 minuten haalt ze met veel misbaar haar laptop uit haar tas en even later hoor ik haar, met opeens een zakelijke stem waar geen snik in te bekennen is, met haar baas over een Excelsheet telefoneren. Een propje tissues naast haar op treinbank.
Ze weet dat dit nou eenmaal haar werk is
In de regen zie ik een straatveger met zijn gezicht naar beneden onder een dikke capuchon. Hij kijkt grimmig, boos zelfs, maar toch bezemt hij dapper voort. Het meisje achter de kassa van de broodjeszaak (niet een sympathieke kleine zaak, maar zo’n grote keten) heeft duidelijk ook geen zin en ik weet dat ik niet een praatje met haar aan moet knopen terwijl ze mijn croissantje bliept. Toch laat ze het scanapparaat niet uit haar handen vallen. Ze gaat niet op de grond zitten, ze loopt niet bozig weg. Ze weet dat dit nou eenmaal haar werk is, waar ze niet voor leeft, misschien ook niet per se gelukkig van wordt, maar wat voor nu even haar taak is in het grote geheel. Mensen moeten broodjes eten en zij heeft toegestemd om de mensen aan die broodjes te helpen. Dus doet ze het, ook al heeft ze geen zin.
Het is toch je werk
En ik wil het niet om de week over Geert Wilders hebben, maar als hij doodleuk in een camera zegt dat hij, als de asielmaatregelen niet op zijn manier gaan, ‘geen zin meer’ heeft in dit kabinet, dan denk ik: hoezo geen zin? Het is toch je werk, als leider van de grootste partij in de coalitie, om compromissen te sluiten, een goede oplossing voor iedereen te vinden, naar alle kanten te luisteren en daar een afweging in te maken? Dat is waar we in Nederland politici voor kiezen, dat is waar we ze voor betalen. Dus als je geen zin hebt, dan maak je maar zin!
Vraag het aan de leerkrachten
Hoe dat moet? Vraag het aan de mensen die werken in de zorg, een sector die al jaren aan kapitaalinjecties toe is, maar waar ook dit jaar weer op beknibbeld wordt, waardoor de dokters, radiologen, verpleegkundigen en ziekenhuisconciërges met steeds meer tegenzin naar hun werk gaan. Vraag het aan de leerkrachten, die ook geen zin hebben om het duizendste controleformulier in te vullen over hun klassen, maar het toch maar doen, want blijkbaar moet elke pot vingerverf verantwoord worden. Vraag het aan de begeleiders in de tbs-klinieken, de jongerenwerkers, de mensen die het spoor schoonmaken na een zelfmoord. Zij weten hoe zin te maken.
En ze maken ook zin wanneer het in de media weer over zoiets futiels als een ‘ervaren’ asielcrisis moet gaan in plaats van over hun werkelijke problemen. Ze werken door, het bijltje erbij neergooien komt in hun woordenboek niet voor. Maar dat zulk kinderachtig gedrein als ‘geen zin’ blijkbaar wel in het parlement thuishoort, doet hun arbeidsethos, doet het arbeidsethos van het land, weinig goeds.