Mijn neef hield een Vietnamese housewarming. En dat gaat iets anders dan de typische Hollandse variant met drie soorten kaas op een schaaltje en gasten die een rondleiding verwachten.
Dit was een explosie van geur, geluid en familie. De straat stond vol met geparkeerde auto’s, het rijtjeshuis bomvol mensen, iets meer dan vijftig gasten. Iedereen bracht eten mee alsof ze een restaurant runden. En dan niet de standaard pho of lenterolletjes die we kennen van de Vietnamese restaurants in Nederland, maar bánh beo, goi cuon, bánh khọt, namen die ik nog steeds verkeerd uitspreek. Smaken van thuis, zelfs als je het lange tijd ontkende.
Expert in onzichtbaar zijn
Want ik had me afgezet tegen die cultuur, de mensen, de geur van vissaus in mijn kleren. Als kind wilde ik vooral ‘normaal’ zijn. Wit zijn. Geen vragen horen als ,,waar kom je echt vandaan?’’ Pesten maakte mij diplomatiek: ik werd expert in onzichtbaar zijn. Jarenlang sloeg ik uitnodigingen van de familie af.
Maar nu was ik er dan toch. Een huis met gouden glittergordijnen als backdrop voor familiefoto’s, kinderen in galakleding, vrouwen die praktische haarelastieken hadden gemaakt van oude mondkapjes. Vrouwen aan de ene kant van de woonkamer, mannen aan de andere. De karaoke-microfoon ging als een estafettestok van oma naar vader naar tante. Het leek wel een mini-bruiloft.
Ik voelde me op een gekke manier zowel gast als onderdeel van het decor. Mijn Vietnamees schoot tekort, vooral bij het uitzoeken van de juiste aanspreektitel. In de Vietnamese cultuur is het cruciaal: je moet inschatten wie ouder is, wat je lijn is tot de ander, anders ben je per ongeluk grof. En geloof me, in het Vietnamees kun je iemand hier zomaar zwaar mee beledigen.
Karaoke en kaasplank
Ik keek om me heen en zag de verschillen met mijn dagelijkse wereld. De genderrollen: mannen met bier, vrouwen met pannen. De schoonheidsidealen: witte huid, lange wimpers, haarextensions. Ik met mijn sproeten en pindakaasverleden paste daar niet in. Een soort cultureel mengproduct ben ik. Net iets breder gebouwd dan de Vietnamese Kardashians om me heen.
En dat was misschien wel de grootste les van die avond. Mijn achtergrond is niet alleen een verhaal van ‘aanpassen’ of ‘afzetten’. Ik bén het allebei. Ik hoef geen keuze te maken tussen karaoke en kaasplank. In een tijd waarin identiteit vaak platgeslagen wordt tot een hokje, is het juist bevrijdend om te zeggen: ik ben niet of-of, ik ben en-en.
Het besef
Mijn biculturaliteit ervoer ik als een spagaat, maar misschien is het eerder een brug. Niet alleen tussen culturen, maar tussen generaties, tussen normen, schoonheidsidealen, talen. En ja, soms ook tussen karaoke en kaasblokjes. En hoe wonderlijk: dat je soms pas in een bomvolle rijtjeswoning, tussen bánh beo en gouden glittergordijnen, echt beseft waar je ook vandaan komt.Soms vergeet ik dat integratie niet hetzelfde is als zelfverloochening. Thuiskomen begint met het erkennen van de plekken die je óók gevormd hebben.