Ineens krijg ik een Russische tekst in beeld. Ik schrik op van het gedachteloos door mijn twitterfeed scrollen. Hoe kan dat? Ik volg helemaal geen Russische accounts. Er zit een mysterieuze video bij het bericht...
Melancholisch pianogepingel begeleidt grauwe beelden van de Russische Ambassade, een grote witte kolos hier in Washington. Daarna gaan we de metro in en lopen een stukje. Een Russische stem zegt dingen die ik niet versta. Ik zie het Washington Monument en herken een parkje bij mij in de buurt. Uiteindelijk komen we bij een andere grauwe kolos uit: het hoofdkantoor van de FBI.
Een bleke kale man in een donker pak komt in beeld. Hij is van de afdeling contraspionage, zo vertelt hij. Hij kijkt in de camera en vraagt in het Engels: ,,Wil jij je toekomst veranderen? De FBI kan je helpen, maar alleen als je zelf die eerste stap zet.” Met wat online vertaalhulp wordt duidelijk dat de mysterieuze Russische stem nog iets directer is: ,,We vragen de medewerking van Russen die vertrouwelijke informatie hebben.”
Washington is dé internationale hoofdstad van de spionage
Het komt niet vaak voor dat je een inlichtingendienst zo opzichtig naar informanten ziet hengelen. En dat terwijl spionage toch aan de orde van de dag is hier in Washington. Niemand weet precies hoeveel spionnen hier rondlopen, maar er wordt geschat dat het er ruim tienduizend zijn. Daarmee is Washington dé internationale hoofdstad van de spionage.
Onze V/M
DVHN en LC publiceren iedere week een column van Onze Vrouw/ Man, een van de acht mediacorrespondenten uit een ander continent.
Jan Postma (Hurdegaryp, 1983) is correspondent in Washington voor De Telegraaf en deze krant en BNR Nieuwsradio.
Hij studeerde Amerikanistiek en journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Ook in mijn eigen buurt schijnt het te wemelen van de spionnen. Dat is ook best logisch. In al die mooie oude villa’s hier zitten ambassades van kleine en grote landen, van bondgenoten en van vijanden. Bovendien is het Witte Huis maar een kwartiertje lopen, net als het State Department, het Amerikanse ministerie van Buitenlandse Zaken. James Bond kan hier op de fiets al zijn adresjes langs. En als hij even ergens een kop koffie haalt, hoeft hij alleen maar te luisteren. Tijdens de koffiepauzes zijn de mooiste verhalen te horen over congresleden en andere prominenten. Staatsgeheimen heb ik nog niet gehoord, maar smullen is het wel.
Maria Boetina, een roodharige jonge vrouw die de een na de andere Republikein om haar vinger wist te winden
De koude oorlog is dan voorbij, ook de Russische spionnen gaan ijskoud door. Er schijnen er nog altijd zo’n tweehonderd in Washington te zitten. Meestal zijn die ook stilletjes, maar soms ook juist opzichtig. Een paar jaar geleden was Washington nog in rep en roer vanwege Maria Boetina, een roodharige jonge vrouw die de een na de andere Republikein om haar vinger wist te winden. Zo drong ze door tot in de wapenlobbyclub NRA (National Rifle Association), en een paar bekende politici. Ze werd gearresteerd, het land uitgezet en is nu politica in Rusland. De hooggeplaatste mannelijke feestgangers liet ze geschrokken en soms ook beschaamd achter.
De Amerikanen zijn ook niet altijd even subtiel. Het huis tegenover de Russische ambassade is mijn favoriete spionnenplekje. Daar zitten de gordijnen altijd dicht, en zijn de veranda en de tuin verdacht leeg. Vanaf de zolder kijk je zo met je verrekijker naar de Russen. Vooral voor de val van het ijzeren gordijn zagen de buren hier de mannen in pak in- en uitlopen. Soms stak er een telelens uit het dakraam. Ik vroeg een spion-expert eens waarom dit spionnenhuis zo pijnlijk opzichtig is. ,,Soms is spionage ook intimidatie”, zei hij. Hij wees erop dat de eigenaar gewoon te vinden was in het Washingtonse kadaster. Er stonden slechts drie letters: FBI.
De beelden waren expres grauw om juist gedeprimeerde Russen aan te spreken
Over die video’s waarmee de FBI nu Russen probeert te lokken wilde de dienst niet veel kwijt. Maar voormalige medewerkers zeggen dat het best eens zou kunnen werken. Het is allemaal meer doordacht dan wij denken. Die beelden waren bijvoorbeeld expres grauw gemaakt, om juist gedeprimeerde Russen aan te spreken. Wie al twijfelde over de Oekraïne-oorlog wordt zo een zetje richting de Amerikanen gegeven. Eigenlijk zijn de Amerikanen er wel trots op dat ze zo open en bloot Russen aanspreken. Het is een soort trollen voor gevorderden. Welkom in de 21ste eeuw Vladimir, zie je ze denken.
Maar ondertussen zien de Amerikanen ook angstig toe hoe andere landen met sociale media hun greep op Amerika vergroten. De grootste zorg op dit moment is TikTok. Het is de Amerikaanse politici een doorn in het oog dat hun kinderen allemaal verslaafd zijn aan een Chinese app die continu informatie opslurpt. Dat gebeurt ook open en bloot. Congresleden hoeven alleen maar uit het raam te kijken om te zien hoe groot de invloed van dat Chinese TikTok is. De grote groepen schoolkinderen die met schoolreisjes naar de musea en monumenten komen om te leren over de Amerikaanse geschiedenis, staan allemaal liever buiten dansjes te doen. Voor TikTok.