Op het veld voor het aanmeldcentrum in Ter Apel stond de koning te hoesten. Omringd door camera’s, beveiligers en asielzoekers kuchte hij de naweeën van zijn longontsteking weg.
,,Ik heb wel een hoestdrankje’’, zei de dokter van Artsen zonder Grenzen.
De koning schudde lachend zijn hoofd. Dat Artsen zonder Grenzen in Nederland actief is was al ernstig genoeg. Laat staan dat ze hier in de openlucht ook nog het staatshoofd zouden gaan verzorgen.
De asielzoekers om de koning heen lieten zich niet afschrikken door de hoestbui. Ze staken hun mobiele telefoons in de lucht om de rossige man in pak, die poolshoogte kwam nemen van de situatie in Ter Apel, te filmen en te fotograferen.
Dat zijn de beelden die je graag naar huis stuurt. ‘Kijk, de koning van Nederland kwam langs om ons te verwelkomen’.
Beter dan de taferelen van slapende mensen in het gras, vernederend vieze dixies, snotterige hutspot in kartonnen bakjes, dranghekken behangen met wasgoed, wanhopig gezwaai met papieren voor de poort, vechten om schamele bezittingen en steeds maar weer het wezenloze wachten.
We willen niet dat onze familie ons zo ziet, zeiden de buitenslapers vorige week toen ze wegdoken voor de camera. Premier Rutte was niet de enige die zich kapot schaamde.
De koning hoestte netjes in zijn elleboog. De hygiënevoorschriften zaten er nog steeds goed ingeramd in Nederland. Alleen op dit kleine stukje grond in Ter Apel, tussen de provinciale weg en de hekken van het COA, waren alle regels van fatsoen en volksgezondheid zomaar overboord gegooid.
Alsof dit grasveld met de jonge populieren geen onderdeel meer was van het Koninkrijk der Nederlanden, maar overgeleverd aan de goden.
Met zijn bezoek probeerde de koning zich de verloren grond weer toe te eigenen. Hij keek de mensen in de ogen en verontschuldigde zich. Dat hij het hoestend deed, paste goed. Het land was ziek.
Sterkte met de longontsteking, zei de dokter van Artsen zonder Grenzen voordat ze weer terugliep naar patiënten die soms al een maand hun medicijnen niet hadden gehad.