De jonge broodverkoopster snapt het niet. In de supermarkt, met een papieren mutsje op en verse bakgeuren in de neus, staart ze naar de pindakaaspotten aan de overkant.
,,Alles wordt duurder’’, zegt ze. ,,Ik begrijp niet waarom.’’
Bij de grootgrutter komen alle soorten mensen. Een kind rent dolblij rond met het bewaaralbum van Freek Vonks Expeditie Oceaan. Een man brengt twee halve liter blikken bier naar de kassa. Een vader houdt zich staande tussen de smeekbedes van zijn kroost. Een vrouw weegt de prijzen zorgvuldig door te kijken naar het bedrag per kilogram.
,,Mijn theorie is’‘, zegt haar collega-broodverkoper, ,,dat het komt omdat iedereen steeds rijker is.’’
Ze kijkt hem aan. Mooie meid, bruine ogen, nadenkende blik.
Zij rekent zichzelf niet tot de rijken, waarom zou ze anders op de broodafdeling werken? Die geur is heerlijk, maar uiteindelijk krijg je er vooral honger van. En ook het brood wordt duurder.
Hij is ouder, ietsje, 20 misschien. Zo’n type jongen dat het verkondigen van slimmigheden verwart met het maken van contact.
Na decennia van rijkdom krijgen we het verdiende loon: onze manier van leven wordt onbetaalbaar. We hebben zo veel geld, en we willen zo veel luxe en zo veel spullen, dat de grens is bereikt.
Waar anderen Poetin de schuld geven, zoekt hij het bij onszelf. Wanneer een samenleving te rijk en hebberig wordt, krijg je de hoge prijzen er gratis bij. Zoals een bonusactie van zijn werkgever: 1+1.
Een klant wandelt langs het brood naar het beleg en blijft twijfelend staan bij jam en hagelslag. Op de kleintjes letten is voor sommigen nog wennen. Hoe compenseer je ooit die torenhoge energierekening met eigen merk chocopasta?
,,Een pot pindakaas is al 4 euro.’’ De broodverkoopster heeft een tijdje nagedacht over de theorie van haar wat wereldvreemde collega. Ze stopt een half volkoren in een plastic zak, plakt er een prijssticker op en schudt het hoofd.
,,Arme mensen moeten toch ook boodschappen doen?’’