Scan Roel Snijder. Amerika correspondent Jan Postma
Of je nu in de snikhete woestijn van Arizona bent, de besneeuwde bergen van Colorado of de eindeloze groene vlaktes van Nebraska, de American Dream is overal hetzelfde, ‘from sea to shining sea’. De nieuwkomers dromen vaak het hardst.
Nog altijd komen immigranten naar alle uithoeken van dit land om meer te worden dan ze nu zijn. Het jagen op die droom gebeurt vaak in de coulissen van de Amerikaanse maatschappij. Die immigranten zijn er wel, maar je ziet ze in eerste instantie niet.
In Washington DC is een restaurant dat onderaan het bonnetje een korte boodschap zet: ,,Immigranten maken Amerika great, en ze bereiden ook nog eens je eten. ” Zo is het ook. Je kan in dit land geen restaurantkeuken inlopen zonder een immigrant tegen te komen die je avondeten kookt of de spoelkeuken bemant.
Veel hebben geen papieren en dus ook amper rechten. Maar zij zijn een essentieel ingrediënt. Zonder hen komt er in de meeste horeca geen hamburger meer op tafel. De meeste immigranten trekken naar de grote steden. Daar zijn nu eenmaal de beste kansen.
Miami is zo’n stad die werkt als een magneet op nieuwe dromenjagers. De American Dream heet hier El Sueño americano. Zo’n 70 procent van de bevolking is namelijk Latino en spreekt dus Spaans. Eerst waren er de Cubanen in de jaren 50, en sindsdien kwamen daar duizenden Mexicanen, Nicaraguanen, Columbianen en vele anderen bij. De groep Latino’s groeit in heel de VS. Miami laat in veel opzichten zien hoe de toekomst van het hele land eruitziet.
De komende maanden is Miami even mijn tijdelijke thuisbasis. We passen op het huis van kennissen en krijgen zo de kans om die bruisende stad ook als bewoners te leren kennen. De sleutel kregen we van de schoonmaakster. Zij sprak geen Engels en ik geen Spaans.
Met handen en voeten, maar vooral Google Translate konden we een beetje praten. Ze was nog maar kort in het land. Samen met haar zoontje moest ze hier nog een leven opbouwen. Ze was zo verlegen dat ze bijna bang leek. Maar toen ik vroeg of ze in Amerika wilde blijven knikte ze vol overtuiging.
Ik ben in de VS al heel wat gelijkgestemden tegengekomen. Met plastic tasjes in de hand vers over de grens bij Texas, of duizenden kilometers verderop in Washington DC of New York. Ze hebben al hun zekerheden achtergelaten, maar ze hebben altijd groot vertrouwen dat hun toekomst in de VS ligt. Ze willen iets beters voor zichzelf, hun kinderen, en vaak ook voor de familie thuis. Want veel van de verdiende dollars gaat terug naar ouders, ooms en tantes.
In Miami zie je genoeg voorbeelden van succes bij immigranten die er al wat langer zijn. Dagelijks rijden hier de busjes van hoveniersbedrijven door de buurt. Allemaal hebben ze Spaanse namen op de zijkant staan. Hoe meer succes, hoe nieuwer de bus, en hoe groter het legertje werknemers. De bazen zijn de mannen die jaren geleden al naar de VS kwamen. De nieuwkomers doen het zware werk. Op een petjes staan de logo’s van Amerikaanse droomauto’s: ‘Corvette’ of ‘Ford Mustang’.
In onder meer Little Havana zie je oudere generaties, met niet zelden een soort verbeten heimwee naar het grote Havanna aan de overkant van die azuurblauwe zee. Obers leggen hier geduldig aan Amerikaanse toeristen uit dat het heel dichtbij is, dat exotische Cuba. ,,Echt, het is maar 90 mijl hiervandaan.”
Hoe anders is het daar dan, vraagt de toerist. Is het daar ook zo warm? ,,Ja we hebben precies hetzelfde weer. Cuba lijkt op hier, maar het is toch helemaal anders.”
De heimwee is dan echt, toch willen ze niet terug. Bij het feestelijke vuurwerk voor onafhankelijkheidsdag eerder deze week (4 juli, red.) roept een Cubaan naar iedereen die het horen wil: ,,Amerika is het beste land van de wereld!”
Zo zijn al die immigrantengroepen die op verschillende momenten wortel schoten in Miami ook allemaal tot verschillende hoogtes van maatschappelijk succes gegroeid. Maar allemaal willen ze verder omhoog. Allemaal dromen ze weg bij de glamour van Miami. De glimmende wolkenkrabbers bij die wuivende palmbomen, de felgekleurde sportauto’s en die prachtig blauwe zee.
Vanuit die spoelkeukens, die tuinen en huizen die moeten worden schoongemaakt lijkt die American Dream zo dichtbij. Je kunt hem aanraken, voelen. Maar tegelijkertijd is hij voor de meesten nog steeds heel ver weg.
Onze V/M
Jan Postma (Hurdegaryp, 1983) is correspondent in Washington voor De Telegraaf, deze krant en BNR Nieuwsradio. Hij studeerde Amerikanistiek en journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Volgende week start de speciale zomerbijlage. De eerstvolgende column van Onze Vrouw/Man, een van de acht mediacorrespondenten uit een ander continent, verschijnt op zaterdag 2 september als S&S weer terug is van vakantie.