Ik wist het niet, maar ik bleek lid van een geheime ridderorde: de Orde van de Geruststellende Pink. Dat zit zo: mijn zoon (voor de trouwe lezers: Bert Lourens Toon Oomen, 3584 gram, moeder en kind maken het goed, hoera!) heeft behoefte aan melk, maar omdat hij volgens de kraamzorg netjes moet wachten tussen de vorige en de komende voeding, en omdat mijn vriendin echt moet slapen, is het van groot belang dat er iets anders dan een borst geboden wordt om aan te sabbelen. Dat is mijn pink, om precies te zijn het eerste kootje. Ik lig op de bank, in het donker van de woonkamer, met mijn zoon op mijn borst en ik heb een taak. Ik heb een pink.
Via die pink word ik verbonden met alle andere ridders in de Orde van de Geruststellende Pink. De jonge vader in New York, die op de 58ste verdieping van een wolkenkrabber een appartement huurt en nu voor het grote raam met zijn dochter heen en weer loopt. Die dochter is nu 2 dagen, maar morgen moet de vader alweer aan het werk, anders kan hij dit appartement niet meer betalen. Zijn geliefde ligt nog helemaal in de kreukels van de bevalling, dus hoe moet zij vanaf morgen alleen voor de baby zorgen? Vol zorgen wiegt hij zijn dochter heen en weer, maar zij merkt gelukkig niets, door het geruststellende vingerkootje.
Ik word verbonden met een Inuitpapa uit Groenland
Ik word via mijn pink verbonden met een vader in Guatemala, die vanuit zijn kleine boerderij na een doorwaakte nacht de zon op ziet komen boven de koffieplantage waar hij overdag werkt. Ik word verbonden met een Inuitpapa uit Groenland, met een Nepalese sherpa die Amerikaanse bergbeklimmers heeft afgebeld vanwege de geboorte van zijn tweeling. Met een Franse vader die in zijn halfslaap op de bank mijmert wanneer zijn kind voor het eerst camembert mag.
Dan denk ik aan een filmpje van een vader in Gaza dat ik een aantal maanden geleden zag. De man zat huilend en lijkbleek op de grond, zijn vrouw en zijn net geboren tweeling waren gebombardeerd toen hijzelf weg was om de geboorteaangifte te regelen. Ze waren alle drie op slag dood, hij was als enige overgebleven. Ik weet niet waar die man nu is. Ik weet wel dat, als hij nog leeft, hij ergens op de wereld dagelijks naar zijn werkloze pinken staart.
Het is verschrikkelijk dat niet iedereen die mazzel heeft
Mijn zoon zucht. Ik haal voorzichtig mijn pink uit zijn mond, hij mummelt wat, maar slaapt toch door. Ik weet heus wel dat het niet kies is om zo vlak na de geboorte van mijn zoon de situatie in conflictgebieden te overpeinzen op een nachtelijke bank, maar het lukt mij ook niet de gedachte te onderdrukken hoeveel mazzel ik heb dat ik hier, in een land met werkende centrale verwarming en zonder neerploffende raketten, mijn kind op mag voeden. En hoe verschrikkelijk het is dat niet iedereen die mazzel heeft. Als dappere ridder van de Geruststellende Pink zal ik mijn uiterste best doen om zo goed mogelijk voor mijn zoon te zorgen. Dat spreekt voor zich. Maar ik begrijp niet waarom het niet voor zich spreekt dat deze erecode niet alleen voor je eigen kinderen, maar voor de kinderen van alle ridders geldt.
Mijn zoon zucht. Hij mummelt wat, begint dan te huilen. Hij begrijpt er ook niets van.