„Het is een hele prestatie: er zijn meer dan 300 miljoen Amerikanen, en dan worden het straks toch weer dezelfde twee pipo’s.”
Ik zit met een ouder echtpaar aan het ontbijt in een goedkoop hotel ergens in Iowa. Zij delen een stomend hete wafel met stroop. Ik zit aan een kartonnen bekertje met ook stomende, maar vooral slappe koffie. Marty is de oudste van de twee. Hij is al tien jaar met pensioen. „En dat zouden Biden en Trump ook moeten doen.” Of hij gaat stemmen in november? Een diepe zucht. „Misschien maar eens niet.”
Een paar weken later heb ik in South Carolina een soortgelijk gesprek met een paar Democratische jongeren. Enthousiast over Biden? Niet echt. Gaan ze stemmen als hij toch de kandidaat wordt? Nog geen idee. „Natuurlijk had ik liever een jongere kandidaat gezien, iemand die onze wereld meer snapt. Maar Biden is naar voren geschoven, daar moeten we het dan maar mee doen.” Wat ze over de streep zou trekken? „Als het alternatief echt Trump wordt. Dan moet ik wel stemmen.”
Beiden hebben geen noemenswaardige tegenstand
We zitten in een gekke situatie in Amerika. Zowel Trump als Biden lijken zonder noemenswaardige tegenstand de volgende presidentskandidaten te worden. Met overmacht winnen ze de verschillende voorverkiezingen. En dat terwijl heel wat Amerikanen die ik spreek helemaal niet zo blij zijn met deze twee. Sterker: ze zien op tegen een ‘rematch’ van 2020. Uit een peiling blijkt dat 58 procent van de Amerikanen geen zin heeft in Donald Trump als presidentskandidaat. Van Biden worden ze niet veel enthousiaster: 56 procent zou ontevreden zijn met hem als kandidaat.
Voor Biden is zijn leeftijd zijn grootste probleem. Hij is scherp en actief voor een 81-jarige. Maar zijn de schouders van een 80-plusser sterk genoeg voor de zware verantwoordelijkheid van het presidentschap? Biden komt geregeld vermoeid en verstrooid over.
Trump is maar vier jaar jonger en verspreekt zich net als Biden ook weleens. Maar hij lijkt een stuk energieker. Bij hem vreest een groot deel van de Amerikanen voor iets anders: de democratie. De bestorming van het Capitool en zijn andere pogingen om de vorige verkiezingsuitslag terug te draaien liggen nog vers in het geheugen. En dan is er nog de altijd doorrazende Trumpshow met alle rechtszaken, ruzies en drama die daarbij komt kijken.
Trump is alleenheerser der Republikeinen
Hoe kan het dan toch dat deze twee pipo’s, zoals Marty dat zo mooi verwoordde, nu toch de enige serieuze kandidaten zijn?
Beiden hebben het systeem van voorverkiezingen naar hun hand gezet. Trump is de absolute alleenheerser in de Republikeinse Partij. Tegenstand drukt hij vakkundig de kop in. Zo waren de voorverkiezingen in Nevada doorgestoken kaart. Trump had met het lokale bestuur al geregeld dat hij zou winnen. Ook de landelijke leiding staat honderd procent achter hem. Toch is het nog niet genoeg. Daarom wil hij zijn schoondochter ook in het bestuur. Aan debatten deed hij niet mee, om anderen geen kans te geven hem aan te vallen.
Het is ironisch. Het was Trump die in 2016 steen en been klaagde omdat de voorverkiezingen werden gemanipuleerd in het voordeel van de gevestigde orde. Nu doet hij dat zelf ook.
Biden is niet veel beter. Zo veranderde hij de volgorde van de Democratische voorverkiezingen. Niet langer zou het witte, oudere Iowa als eerste kiezen. Nee, dat werd nu South Carolina. Die staat is veel representatiever voor de rest van Amerika, zo zei Biden. Daarin heeft hij overigens gelijk. Maar het kwam hem ook wel erg goed uit dat het uitgerekend South Carolina was waar hij vier jaar geleden vanuit kansloze positie toch nog de kandidaat werd.
Naar de langste campagne ooit
Ook bij Biden staat de partij vierkant achter hem. Debatten werden er niet eens georganiseerd. Het zorgt voor grote frustratie bij zijn concurrenten. „Het zijn nepverkiezingen”, vertelde Andrew Yang me, een Democratische kandidaat uit 2020.
Tel daarbij op dat alleen een klein groepje fanatiekere, meer politiek betrokken Amerikanen naar de stembus gaat bij de voorverkiezingen, en het plaatje is compleet. En dus zit Marty, samen met een grote groep lotgenoten met deze twee presidentiële pipo’s.
De situatie doet denken aan 2016, toen veel kiezers met dichtgeknepen neus op Trump en Clinton stemden. Het voordeel voor Marty is dat de voorverkiezingen op deze manier wel snel voorbij zijn. Het nadeel is dat daarna dan de langste campagne ooit volgt. Heeft Marty nog wel ruim de tijd om zin te maken voor die gang naar de stembus.
DVHN en LC publiceren iedere week een column van Onze Vrouw/ Man, een van de acht mediacorrespondenten uit een ander continent.
Jan Postma (Hurdegaryp, 1983) is correspondent in Washington voor BNR Nieuwsradio en andere media. Hij studeerde Amerikanistiek en journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.