We hebben een magische kruidentuin, eentje met planten en kruiden die boze geesten verjagen, bliksem omleidt, je verleidt als Venus, de geest tot rust brengt of op zijn minst een helende werking hebben. IJzerhard en salie, rozemarijn en munt moeten ons door onzekere tijden leiden. En ze ruiken en smaken nog lekker ook.
Wie ooit de Netflix-serie The Vampire Diaries heeft gezien, weet het: er is een plant die de vampierhuid laat branden en de vampierkracht verlamt. Een geheim wapen dat voorkomt dat vampiers mensen dwingen hun wil te doen. Ze noemen het ‘vervain’. Wij noemen het verveine of ijzerhard. Officieel: Verbena officinalis. Ook wel bekend als het ‘kruiskruid’ omdat het naar verluidt gebruikt werd om de bloedende wonden van Christus na de kruisiging te stelpen.
Verbena. Foto: Shutterstock
Het kreeg daarna in mythen en legenden helende superkrachten. En dus bescherming tegen duivelse vampiers. Nou was verveine al eerder in verschillende religies opgedoken. In de oude Egyptische mythologie was het heilig voor de godin Isis, die ijzerhardtranen huilde. De Griekse arts Hippocrates was een liefhebber van het kruid en gebruikte het om koorts en pest te behandelen. De Romeinen wapperden met de bladeren om huizen en altaren te zuiveren. En in onze middeleeuwen bewaarden families het in hun huis ter bescherming en om bliksem af te weren.
Geneeskrachtige kruiden. Foto: Shutterstock
Er zijn veel medische studies uitgevoerd naar ijzerhard. De plant heeft een lange geschiedenis als geneeskrachtig kruid in verschillende culturen. Verschillende stoffen in de verveine, zoals iridoïde glycosiden, flavonoïden en triterpenoïden, zouden verantwoordelijk zijn voor het kalmeren van de stemming, het verminderen van angst, het genezen van migraine, het verbeteren van de gezondheid van het hart, het bestrijden van ontstekingen, het verbeteren van de spijsvertering, het behandelen van menstruatiepijn en het beschermen van de lever en nieren. En natuurlijk het verjagen van vampiers.
Salie is het synoniem voor sloomheid
Bij ons heeft dat laatste gewerkt: geen vampier te zien. Dus wij gebruiken de citroenachtige blaadjes voor het opsieren van een salade of het trekken van een heerlijke thee.
Naast de verveine staat de salie (Salvia officinalis). Een van de oudste genees- en keukenkruiden uit de Europese tuin. In ons land vaak verbonden met Jan Salie, de lamlendige ‘held’ van de negentiende-eeuwse schrijver Potgieter. Die drinkt namelijk ’s avonds voor het slapen gaan gekookte melk met salie, wat zeer rustgevend is, in plaats van bruisend bier. Jan Salie is het synoniem geworden voor sloomheid.
Salie. Foto: Shutterstock
De middeleeuwse schrijvers waren er een stuk lyrischer over. De middeleeuwse abdis en kruidengenezeres Hildegard van Bingen over salie: ‘Is warm en droog. Zij is rauw en gekookt goed voor zwakke krachten. Wie aan sterke verslijming en stinkende adem lijdt moet salie in wijn koken en vaak drinken. Wie vanwege een kou op de maag de urine niet op kan houden, drinkt een kop kooksel van salie met water.’
Negatieve energie, boze geesten en disharmonie
En het houdt niet op: salie werd beschouwd als krachtig tegen negatieve energie, boze geesten en disharmonie. Een familielid, de witte salie, werd door de inheemse bewoners van Amerika gebruikt om het boze oog te weren. Vooral de Navajo’s zwoeren bij het verbranden van gedroogde salie tegen allerlei onheil.
We weten dat salie, een kruid dat van oorsprong uit de mediterrane streken komt en het goed doet op droge grond, helpt bij het verteren van vettig eten. Vandaar dat je het goed met varkensvlees kunt eten, of met gans en eend. Duitsers eten salie bij paling (!), Grieken doen hem door stoofschotels en Italianen kruiden er hun saltimbocca alla romana (kalfsvlees met ham en witte wijn) mee.
In Nederland zijn we er wat minder scheutig mee. Misschien omdat het een sterke, soms wat bittere smaak heeft. Verse blaadjes zijn het best, maar gedroogd kun je ze prima in een soep of stoof gebruiken. Ook leuk: door een beslagje halen en dan frituren.
Gefrituurde salie. Foto: Shutterstock
Komen we bij de munt. Die groeit zowel in onze magische tuin als erbuiten. In de tuin staat de Marokkaanse variant – knalheldere diepgroene bladeren, donkere, stevige stelen, kruidig aroma – erbuiten tiert de groene munt zo welig, dat bij het grasmaaien alles naar munt riekt. Ook in de wegberm wuiven de bossen munt.
Munt gedroogd in de portemonnee
Munt (Lat. Mentha), vooral pepermunt en groene munt, wordt in verschillende spirituele en mystieke tradities al eeuwenlang gewaardeerd om zijn energetische en geneeskrachtige eigenschappen. Het wordt – al dan niet gedroogd en verbrand– vaak gebruikt om negatieve energieën te verdrijven, zowel in mensen als in ruimtes.
In oude culturen werd munt in huis geplaatst of gedragen om boze geesten, vervloekingen en kwade invloeden op afstand te houden. Maar men probeerde er ook munt uit te slaan: in magische rituelen is het gebruikt om voorspoed, geld en succes aan te trekken. Sommige mensen bewaren het zelfs gedroogd in hun portemonnee.
Munt. Foto: Shutterstock
Door de opwekkende geur en werking zou munt mentale helderheid, focus en een opgewekt gemoed bevorderen. Van dat opgewekte gemoed klopt wel: de woekerende plant geeft welriekende bladeren die een salade opfleuren en waar je een machtig lekkere thee van kunt trekken. Met honing bijvoorbeeld.
Muntthee. Foto: Shutterstock
Een beetje peperig met een vleugje den
En die honing kan dan weer gemaakt worden van de nectar dat de bijen verzamelen in de andere buurman in de tuin, de rozemarijn. Die prachtige blauwpaarse bloemetjes zijn lokkers van jewelste. En niet alleen voor de bijen: je kunt er ook heel subtiele smaak mee aan je barbecue-vlees geven. En de bladeren, tja, daar breng je je aardappeltjes uit de oven mee op smaak.
Rozemarijn aardappeltjes. Foto: Shutterstock
Het is een sterk aromatisch kruid, een beetje peperig met een vleugje den – de bladeren lijken ook een tikje op dennennaalden – en een tikje bitter. Gebruik het kruid in de keuken terughoudend, want het is sterk en de smaak neemt bij het koken in soepen en stoven nauwelijks af. Die krachtige aroma’s zorgden er voor dat in de middeleeuwen rozemarijn vaak werd gebruikt als strooi- of wierrookkruid. Leg maar eens een takje op je barbecue, dan begrijp je wat we bedoelen.
Rozemarijn. Foto: Shutterstock
Sterke geur geknoopt aan liefde of seksualiteit
Rozemarijn komt van het Latijnse rosmarinus dat letterlijk ‘dauw van de zee’ betekent. Het groeide ooit frisjes aan de mediterrane zeekust, maar doet het net zo makkelijk in onze Franse tuin als in onze poldertuin. Het is eigenlijk een heester, en kan behoorlijk houtig worden. En is ontembaar, de plant kan wel groeien tot twee meter.
Rozemarijn met hommel. Foto: Jacques Hermus
In de oudheid speelde rozemarijn een belangrijke rol bij de cultus rondom de godin Aphrodite (bij de Grieken) en Venus (bij de latere Romeinen). De sterke geur werd geknoopt aan liefde – of eerder seksualiteit – en huwelijks- en geboorterituelen. Ook trouw en vriendschap werden bezegeld met een paar takjes rozemarijn, en bij begrafenissen gaven geliefden in zowel de Egyptische koningsgraven als in de Griekse en Romeinse urnen graag een takje rozemarijn mee.
Ook geloofden de Grieken in de versterkende werking voor de hersenen en het verfrissen van het geheugen: tijdens examens deden zij een takje rozemarijn in het haar. Misschien een tip voor de eindexamenkandidaten die in de herkansing moeten?