Willem Fokkens, Vriend van de synagoge in Bourtange, gaf zijn Davidster een minder opvallende plek. 'Ik ben niet bang maar heb geen zin in baksteen door raam'
Willem Fokkens verheugt zich op Chanoeka waarbij de grote kandelaar oftewel de menora een grote rol speelt. Foto: Archief/Huisman Media
Willem Fokkens is vrijwel vanaf de oprichting bestuurder van de Vereniging Vrienden van de Synagoge Bourtange. Hij beleeft in die hoedanigheid roerige tijden.
Nee, zelf is hij geen Jood. Maar in het leven van Willem Fokkens (83) speelt het jodendom wel een heel grote rol. Zo beheert hij al jaren de meeste joodse begraafplaatsen in de provincie Groningen en is hij voorzitter van de Vereniging Vrienden van de Synagoge Bourtange.
Alle begrip en respect
Die vereniging staat momenteel in de schijnwerpers omdat ze absoluut van plan is ook dit jaar het joodse feest Chanoeka in het vestingdorpje te vieren, op 12 december. ,,We weten dat door de situatie in Israël en de Gazastrook andere activiteiten zijn afgelast, uit angst voor ongeregeldheden. We hebben daar alle begrip en respect voor. Maar wij willen deze traditie, want dat is Chanoeka in Bourtange, doorzetten’’, zegt Fokkens vastberaden.
Hij doet zijn verhaal in Ter Apel waar hij en zijn vrouw Anneke al tientallen jaren wonen, aan de oevers van het Stads-Ter Apelkanaal. Ze kwamen in dat dorp terecht omdat hij werkte voor de stad Groningen. ,,Die had hier jaren geleden nog bruggen en kanalen en landerijen. Ik beheerde die bezittingen, regelde onder meer erfpachten. Mijn wortels liggen in Pieterburen, aan de andere kant van de provincie.’’
Als kind al
Daar groeide hij op en maakte hij als kind al kennis met het jodendom. Zijn ouders waren bevriend met Joden die de Tweede Wereldoorlog hadden overleefd, zijn moeder vertelde hem van alles over de geschiedenis van Israël en zijn inwoners. Zo ontwikkelde hij die intense belangstelling die hem nooit meer losliet.
Zijn vrouw had en heeft diezelfde interesse. ,,Samen bouwden we een vriendschap op met een alleenstaande Jodin in de stad Groningen. We kwamen op haar verjaardagen, leerden zo ook andere Joden kennen. Via die vrienden en kennissen raakte ik ook betrokken bij de synagoge in Bourtange.’’
Die werd in de negentiende eeuw in gebruik genomen door de kleine joodse gemeenschap die Bourtange toen had. Na de Tweede Wereldoorlog verloor ze haar functie, de toenmalige gemeente Vlagtwedde werd de eigenaar. Het kleine gebouw deed vervolgens dienst als woning en toeristisch informatiecentrum.
Bruggen omhoog en veel agenten
Het kwam leeg te staan in de periode waarin de vesting Bourtange werd gereconstrueerd, in de jaren tachtig van de vorige eeuw. ,,Er was toen zelfs even sprake van dat het zou worden gesloopt’’, zegt Fokkens ,,Maar daar kwam verzet tegen, van Henny Sachs, Ben Kosses en zijn zuster. Joden die een band met de synagoge hadden en de oorlog hadden overleefd. Hun verzet had succes. De synagoge werd gerestaureerd en in 1989 weer in gebruik genomen. De cultureel attaché van Israël was daar bij en dat leidde tot allerlei veiligheidsmaatregelen. De bruggen van de vesting werden omhoog gezet zodat niemand zomaar binnen kon komen. In de vesting liepen veel agenten. Ja, de angst voor aanslagen en ongeregeldheden, toen ook.’’
Meteen na de heropening werd de Vereniging Vrienden opgericht, met Fokkens als bestuurder. Die zet exposities op in de synagoge, die nu met name als museum functioneert, maar organiseert er ook geregeld diensten. En daarbij regelt ze dat twee grote joodse feesten worden gevierd, Pesach en Chanoeka.
Opperrabbijn
,,Daar zijn we ook snel na de oprichting mee begonnen. De eerste viering van Chanoeka werd bijgewoond door opperrabbijn Binyomin Jacobs. Het was de terugkeer van dat feest in Bourtange, na lange tijd. Jacobs wilde het ‘nog één keer’ meemaken maar het sloeg zo aan dat we het sindsdien ieder jaar vieren, op het Marktplein, met de opperrabbijn en met heel veel mensen, Joden en niet-Joden. Zoals onze vereniging trouwens ook Joden en niet-Joden als lid heeft, zo’n 120, uit binnen- en buitenland.’’
Contact met de politie heeft hij altijd wanneer er een van die feesten of een ander evenement zit aan te komen. ,,Ik breng de politie dan op de hoogte, zodat ze een oogje in het zeil kan houden. Het is jammer dat het zo moet maar ik ben er aan gewend. En gelukkig is er nooit iets ernstigs gebeurd. Maar ik ken dus dat gevoel van dreiging, het gevoel van ‘er kan iets gebeuren’.’’
Vernielingen aan graven
In de afgelopen jaren is dat gevoel sterker geworden. ,,Dat komt ook door de sociale media, daardoor wordt het aantal uitingen van antisemitisme ook steeds groter. Trouwens, vernielingen aan graven op de joodse rustplaatsen die ik beheer, heb ik meegemaakt. Momenteel is de tijd inderdaad erg roerig vanwege de situatie in Israël en de Gazastrook. Een situatie waar ik genuanceerd naar kijk. En juist nu willen we Chanoeka toch vieren. Als we het nu niet doen, hoeven we het nooit meer te doen. Want antisemitisme, anti-Israël-geluiden, ze zullen er in mijn leven, en ook daarna, wel blijven.’’
En dus is Fokkens de komende weken weer veel in zijn tweede huis, want dat is de synagoge zo ongeveer, te vinden om Chanoeka voor te bereiden. Dat feest van de grote kandelaar met de olielampjes en het lekkere eten en drinken maakte hij nooit in Israël mee. ,,Ik ben daar zelf nooit geweest, het is er nooit van gekomen. Dat land moet blijven, vind ik, maar ik heb niet de behoefte er heen te gaan. Het is toch een harde bevolking, denk ik, hard geworden door de omstandigheden. Harder dan de Joden met wie ik hier omga.’’
Van voor- naar zijraam
Zijn woning in Ter Apel, zijn ‘eerste huis’, is natuurlijk veel minder joods dan de synagoge maar heeft wel een Davidster, symbool voor het jodendom. Die hangt bij een zijraam. ,,We hebben hem gekregen van die alleenstaande Jodin uit Stad die we tot haar dood hebben gekend en, op het laatst, verzorgd. De Davidster hing altijd bij het voorraam, heel opvallend, maar toen we nieuwe vitrage kregen, hebben we hem verhuisd naar een minder opvallende plek. Vanwege dat grote antisemitisme. Ik ben niet bang, maar een baksteen door het raam, daar heb ik ook geen zin in.’’