Muna (38) uit Jemen komt maandag aan bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Foto: DvhN
Een dag voordat het COA het aantal asielzoekers in Ter Apel onder de 2000 moet zien te krijgen, komen er ook nog gewoon nieuwe vluchtelingen aan. Een daarvan is Muna uit Jemen. „Alles wat ik wil, is een veilig land.”
Alles lijkt deze week bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) te draaien om de aantallen: 2200, 2100, 2000. Op last van de rechter mag het asielzoekerscentrum vanaf woensdag (middernacht) niet meer dan tweeduizend vluchtelingen opvangen. Al dagen gaat het om de vraag: lukt het wel of lukt het niet?
Dat achter de cijfers echte mensen zitten, zie je pas aan de poort van het aanmeldcentrum. Daar komen de asielzoekers aan, sommigen met hun hele hebben en houden. Opvangplekken zijn er nog steeds te weinig, maar de instroom gaat door. Vorige week werden 900 asielaanvragen gedaan in Nederland, ongeveer evenveel als in de weken hiervoor.
Roze hoofddoek en roze rolkoffer
Om kwart voor één op maandagmiddag stopt de speciale asielbus uit Emmen in Ter Apel. Een ouder echtpaar uit Damascus, de man met glazen oog, wordt door een jonge landgenoot geholpen met de koffers. Ze volgen hem schuchter naar het kantoortje van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Een vrouw met roze hoofddoek stapt uit de bus, aan haar hand een roze rolkoffer. Voordat ze zich gaat aanmelden bij de IND probeert ze nog even haar handen te wassen met een flesje water. Ze heet Muna, is 38 jaar en komt Jemen. Zeven maanden is ze onderweg geweest, zegt ze. „Het was een moeilijke reis. Maar ik ben er. Eindelijk.”
Dat het aanmeldcentrum hier in Ter Apel overvol zit, en dat de rechter een boete heeft opgelegd voor als er te veel mensen zijn zoals zij: het zijn de minste van haar zorgen. „Ik ben de oorlog ontvlucht. Alles wat ik wil, is een veilig land.”
Noodoproep heeft niets opgeleverd
Toch zal Muna snel te maken krijgen met de drukte. Wat zij niet weet is dat er daar, aan de andere kant van het hek, door het COA naarstig wordt gezocht naar opvangplaatsen in het land. Maandag verblijven er nog 2200 asielzoekers in Ter Apel, woensdag zouden dat er 2000 moeten zijn. Maar maandagochtend wordt ook bekend dat de noodoproep van staatssecretaris Eric van der Burg van 9 februari nog geen extra plekken heeft opgeleverd.
Voor Muna zal het betekenen dat ze de komende dagen waarschijnlijk regelmatig in de bus zit. ‘s Nachts naar de tent in Tweede Exloërmond, overdag weer naar Ter Apel. Als ze geluk heeft kan ze ergens anders in Nederland terecht in een noodopvanglocatie, maar de kans dat ook die binnenkort weer sluit is aanzienlijk. Uit cijfers van Trouw blijkt maandag dat van 180 noodlocaties het contract afloopt in 2024. Dat zou betekenen dat er 24.000 asielplekken verloren gaan, terwijl er juist meer dan 30.000 extra nodig zijn.
Muna (38) uit Jemen komt maandag aan bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. 'Ik ben een oorlog ontvlucht. Alles wat ik wil is een veilig land.' Foto: DvhN
Ook derdelanders melden zich
Daarbij komt nog de onzekere situatie van de derdelanders uit Oekraïne. Vanaf 4 maart hebben zij geen recht meer op opvang in Nederland, omdat zij niet de Oekraïense nationaliteit hebben. Het zou kunnen dat een groot deel van deze groep van ongeveer 3000 mensen alsnog asiel gaat aanvragen in Nederland en dus in Ter Apel terechtkomen.
Deze maandagmiddag meldt zich in ieder geval één derdelandersgezin. Gevlucht uit Oekraïne, afkomstig uit Syrië. De man is al twee jaar aan het werk in Nederland, vertelt hij. Hij neemt zijn vrouw, peuter en baby mee naar Ter Apel in de hoop om papieren te krijgen voor een langdurig verblijf.
Buitenslapen is geen optie meer
Ook zij gaan het kleine kantoortje van de IND binnen, het allereerste meldpunt voor de hekken van het aanmeldcentrum. Van daaruit worden ze verwezen naar de wachtkamers achter de hekken, daar waar de eerste registratie plaatsvindt. Het zijn die wachtkamers waarin in december nog honderden asielzoekers noodgedwongen sliepen. Een situatie die door de inspectie als onveilig en onhygiënisch werd bestempeld.
Niemand mag meer in de wachtkamers slapen, niemand mag in tenten of andere provisorische onderkomens op het terrein slapen, want dan overschrijdt het COA de afgesproken limiet van 2000 bewoners. Maar om mensen dan maar buiten te laten liggen, is na de dramatische zomer van 2022 ook geen optie meer, en al helemaal niet in februari. Wat er dán moet gebeuren met net aangekomen vluchtelingen, weet een dag voor de deadline nog steeds niemand.
Voor Muna is de grond onder haar voeten voorlopig het enige dat telt. Haar grijze gympies staan op Nederlandse bodem. „Dit is mijn droom.”