Johann Velkers (64) is sinds november 2023 locatiemanager van het COA in Ter Apel. Foto: Marcel Jurian de Jong
Niemand weet of het lukt om vanaf dinsdag minder dan 2000 asielzoekers op te vangen in het aanmeldcentrum van Ter Apel. Ook regiomanager Johann Velkers van het COA niet. „Heb ik totaal geen zicht op.”
Laat je een vluchteling buiten in de kou staan, of haal je hem binnen om de nacht door te brengen op een stoel in de wachtruimte? Vang je veel te veel alleenstaande minderjarige asielzoekers op in Ter Apel, of stuur je ze zonder begeleiding door naar de noodopvang?
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) staat in het overbelaste asielcentrum in Ter Apel regelmatig voor duivelse dilemma’s. Komende dinsdag, als het COA van de rechter niet meer dan de afgesproken 2000 bewoners mag opvangen, komt er een nieuwe bij: wijs je vluchtelingen de deur, of ga je 15.000 euro per dag boete betalen?
„Ik hoop nog steeds dat die keuze niet nodig zal zijn”, zegt regiomanager Johann Velkers.
Velkers (64) begon als ervaren manager en oud-marinier op 6 november 2023 aan een van de meest gevreesde banen in het land. Je moet het maar durven: solliciteren als regiomanager voor het COA in Ter Apel en leiding geven aan het meest besproken azc van Nederland. Velkers blijft er nuchter onder. „De opdracht was: werken aan kwaliteit en veiligheid. Daar heb ik wel enige verstand van, dacht ik.”
‘Gaat er iemand op de noodknop drukken?’
Welgeteld één dag kon hij in min of meer normale omstandigheden beginnen. De bezetting in Ter Apel was nog net onder de 2000. Op de tweede dag begonnen de aantallen op te lopen. „Dus ik keek om me heen: gaat er iemand nu op de noodknop drukken?”
Nee dus. Die noodknop is er niet, dat is al jaren het probleem van Ter Apel. Zelfs al liggen er 700 asielzoekers buiten in het gras, het COA blijft afhankelijk van andere partijen, met name gemeenten die bereid zijn om vluchtelingen op te vangen.
„Het verbaast me. Dat we in een beschaafd land als Nederland bij zoiets kunnen toekijken. Ook nu weer. In december hebben we cameraploegen uitgenodigd, er zijn documentaires uitgezonden. Niemand kan zeggen: ik wist het niet. En toch zijn mijn collega’s nog steeds dagelijks burgemeesters aan het bellen met de vraag: heb je alsjeblieft een paar plaatsjes voor me?”
De menselijke beslissing
Die vraag wordt elke dag dringender. Doordat de afgesproken maximale bezetting in november en december weer structureel werd overschreden, spande de gemeente Westerwolde begin januari een rechtszaak aan tegen het COA. Westerwolde won. Als het COA vanaf 20 februari niet zorgt dat er minder dan 2000 bewoners in Ter Apel zijn, moet de opvangorganisatie 15.000 euro boete per dag betalen.
Het is hoogst onzeker of er voldoende plekken beschikbaar komen om dat voor elkaar te krijgen. Vorige week vrijdag deed staatssecretaris Van der Burg maar weer eens een noodoproep voor 5500 bedden.
Wat als het niet lukt. Wat is dan het plan?
„Nóg meer bellen.”
Kan dat? Iedereen belt zich toch al twee jaar helemaal suf?
„Ik heb vanuit een verleden geleerd dat als je een klant maar lang genoeg stalkt hij uiteindelijk zegt: oké, toe maar dan.” Hij lacht. „Serieus: we hebben geen alternatief. We blijven afhankelijk.”
En als je het dan nog niet haalt?
„Precies diezelfde vraag stel ik ook steeds. Stel dat het niet lukt? Wat doen we dan?”
Krijgt u daar geen antwoord op?
„Daar hoef ik geen antwoord op. Als niemand een beslissing neemt, zal ik een beslissing nemen. En dat zal altijd een menselijke zijn.”
Oftewel: niemand blijft buiten staan, ook niet als er een boete betaald moet worden. Die zomer van 2022, waarin 700 asielzoekers buiten sliepen, wil niemand bij het COA nog een keer meemaken. „Wij hebben hier zeer bevlogen collega’s die er toen bij waren en die zeggen: dat nooit meer.”
Ook afgelopen november en december zochten COA-medewerkers in Ter Apel allerlei wegen om die taferelen te voorkomen. Maar de oplossing was verre van ideaal. Tientallen mensen sliepen ‘s nachts op stoelen in de wachtruimtes van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. „Eerst denk je: het is voor een weekje. De verwachting was dat er wel beweging kwam als de aantallen opliepen. Maar waar we ons echt op hebben verkeken, waren de verkiezingen. Daarna ging bestuurlijk Nederland op slot.”
Er kwam geen beweging en de situatie liep uit de hand. Begin december stonden de kritische instanties op de stoep: Vluchtelingenwerk, de GGD, de gezondheidsinspecties. Conclusie was dat de toestand in de wachtruimtes op het gebied van veiligheid en hygiëne volstrekt onhoudbaar was.
Hadden jullie die ogen van buiten nodig om dat te zien?
„Nee. Elk mens met gezond verstand ziet dat je zo mensen niet moet opvangen. Wat wij steeds moeten doen is de minst slechte keuze maken. Dan zie je dat grenzen verschuiven. Je gaat normaal vinden wat niet normaal is. Alles om die mensen toch te kunnen helpen.”
De erbarmelijke omstandigheden waren voor burgemeester Jaap Velema van Westerwolde reden om de rechtszaak tegen het COA aan te spannen waarin hij eiste dat het maximum van 2000 niet meer werd overschreden.
Hoe heeft u die rechtszaak beleefd?
„Heel dubbel. Ik probeer me altijd te verplaatsen in de ander. Had ik hetzelfde gedaan als ik burgemeester was geweest? Ik weet het niet. Ergens begrijp ik het wel. Iedereen probeert beweging te krijgen in deze zaak. De burgemeester ook.”
De rechtszaak is gewonnen, er is een Spreidingswet. Is er nu eindelijk beweging?
„Ja, er is wel beweging. Ik weet dat er in het land veel gesprekken en initiatieven zijn. Alleen is het de vraag wanneer die ook tot concrete plekken leiden. Daar heb ik totaal geen zicht op.”
Is er iemand die daar wel zicht op heeft?
„Nee. Want collega’s bellen een burgemeester en die moet het overleggen met het college en de gemeenteraad moet er iets van vinden. En dan heb je nog de omwonenden. Dat ligt altijd moeilijk. Ook al zeggen de inwoners van Kijkduin nu dat het allemaal reuze meeviel, die angst blijft bestaan.”
De angst voor een asielzoekerscentrum in de buurt wordt onder meer gevoed door de omstandigheden in Ter Apel zelf. Daar speelt al jaren overlast in de omgeving en ook in het azc zelf kan het onrustig zijn. In december sloeg het COA alarm uit vrees voor de veiligheid van medewerkers en bewoners. De organisatie verzocht om extra beveiliging.
Omdat er geen doorstroom is naar andere locaties, wordt de overlastgevende groep van bijvoorbeeld veiligelanders in Ter Apel steeds groter en lukt het niet om serieus werk te maken van de pilot met sobere opvang, de procesbeschikbaarheidslocatie. „Hier hoopt het op”, zegt Velkers. „Het is een gevaarlijke combinatie. Er worden drugs gebruikt, er komen messen binnen. We hebben te maken met een groep van afgestompte en geharde mensen. En wij mogen ze niet fouilleren. Wij zijn geen detentiecentrum, wij zijn voor opvang en begeleiding.”
Krijgt het COA daar voldoende ondersteuning bij?
Hij aarzelt. „Wat is genoeg? Dat vraag ik me elke dag af. We hebben tegen beveiligingsbedrijf Trigion gezegd: zet erbij wat nodig is. We zijn bezig met camera’s, met nieuw hekwerk, met een preventieaanpak. We doen er alles aan. Is het veilig? Deze week komt de arbeidsinspectie langs. Ik ben benieuwd wat die zegt.”
Maakt u zich zorgen om de veiligheid?
„Zorgen is een groot woord. Ik voel de verantwoordelijkheid wel. Ook hiervoor geldt: als er meer spreiding is over het land, krijg je hier ook minder groepsvorming. Dat zou echt helpen.”
Rust. Dat is waar het aanmeldcentrum in Ter Apel naar snakt. Als gemeenten voldoende azc’s beschikbaar stellen, als de statushouders uitstromen, en het asielcentrum met een normale bezetting kan draaien komt er lucht. Goed voor de veiligheid in en om het centrum, goed voor de begeleiding van kwetsbare vluchtelingen zoals alleenstaande minderjarige asielzoekers, goed voor het dorp Ter Apel, goed voor het COA. „Ik gun onze medewerkers die rust. Dat ze eindelijk weer kunnen doen waartoe ze op aarde zijn: opvang en begeleiding.”
Gevangen in elkaars belangen
Dat Velkers in november als locatiemanager begon aan een loodzwaar karwei, was duidelijk. Als buitenstaander had hij de ‘waanzin’, van de zomer van 2022 gezien. Hij wist ongeveer waar hij aan begon, al zal hij niet verwacht hebben dat hij na 3,5 maand nog steeds niet is toegekomen aan een normale inwerkdag.
Is het toch nog tegengevallen?
Hij lacht. „Je probeert natuurlijk altijd een voorstelling te maken van waar je in terecht komt. Maar dat weet je nooit. Er zitten zoveel aspecten aan, dingen die ik nooit zo had bekeken.”
Zoals bijvoorbeeld?
„De afhankelijkheid. Ik ben gewend om aan knoppen te draaien en dat er dan iets gebeurt. Ik denk dan bijvoorbeeld: haal al die statushouders uit de azc’s, breng ze met bussen naar hun gemeente en zet ze bij de burgemeester op de stoep. Maar zo werkt het niet. Want je hebt zo’n burgemeester ook weer nodig voor een azc. Zo zitten we allemaal gevangen in elkaars belangen.”