Ellen Hamberg en Geert Pruiksma van Museum Nienoord. Foto: Geert Job Sevink
Groningen wil het, Rotterdam heeft het en Leek krijgt het: een open depot. De medewerkers van museum Nienoord werken hard om het met tl-buizen verlichte depot om te toveren tot een volwaardige museumzaal. ,,Je bent dan je eigen gids door het depot.”
Het lijkt een nieuwe trend in de museumwereld, het openstellen van de depots. Kijk naar museum Boijmans Van Beuningenin Rotterdam. Of dichterbij, naar het Groninger Museum, dat plannen maakt voor een open depot in de voormalige tabaksfabriek Niemeyer. Waar het in Groningen nog om ideeën gaat, worden de plannen van museum Nienoord al gerealiseerd.
Begin volgend jaar gaan de deuren van het depot écht open. Wie de verbouwing met eigen ogen wil zien, kan aankomende zaterdag tijdens Open Depotdag een kijkje nemen.
Museumstukken in een depot? Zonde
De plannen voor een open depot ligger er al langer. Het museum wilde zo’n 15 jaar geleden de soorten exposities verbreden. Meer schilderijen en minder voertuigen. Gevolg was dat het depot voller en voller raakte met twee- en vierwielers. Zonde om museumobjecten weg te stoppen in een depot, vond de mensen van Nienoord.
Dat moest anders. Directeur Geert Pruiksma (55): ,,De eerste stap van de openstelling was een tour met een gids. Onder begeleiding kunnen mensen een bezoek brengen aan het depot dat naast het museum ligt.” Met grindtegels, plastic buizen en touw ontstond een route door de rijen van voertuigen in de opslag met laaghangend plafond met tl-buizen.
De rondleidingen smaakten naar meer.
Het depot van Museum Nienoord in Leek wordt verbouwd zodat er publiek binnen kan komen. Foto: Geert Job Sevink
Expositiezaal of depot
Sinds oktober vorig jaar werken de tientallen vrijwilligers en medewerkers van het museum in het depot, om het om te toveren tot een museumzaal. ,,In deze ruimte stonden eerst rijen met rijtuigen”, zegt Ellen Hamberg (25), die het project ondersteunt. Nu staan in een hoek twee oude koetsen. De muur daarachter is gevuld met een afbeelding van Grootegast rond 1900.
,,Zo krijg je een beeld vanhoe het er volgend jaar uit zal zien. Willy van der Schuit, de projectleidster, maakte een uitgebreid plan voor het depot”, zegt Hamberg. Tenminste, als je het dan nog een depot kan noemen. Eigenlijk is het een expositiezaal met een semi-permanente invulling.
De nadruk van de inrichting van het depot – of expositiezaal –ligt op het breder verhaal, zegt projectleider Bart Kempinga (75). Met zijn bedrijf OpMaat3D heeft hij al een hoop tentoonstellingen ingericht. ,,De expositie moet een breed publiek aanspreken. Niet alleen benoemen uit welk jaar het rijtuig komt, maar de context vertellen.”
Pruiksma knikt: ,,Het gaat om de bredere verhalen en geschiedenis. Neem bijvoorbeeld de uitlaatgassen vandaag de dag. Een eeuw geleden vormde de mest van paarden een probleem. De problemen zijn niet nieuw, maar anders van karakter.”
De rijtuigen van Museum Nienoord. Foto: Geert Job Sevink
Toekomstbestendig
Niet alleen de binnenkant wordt aangepakt, het hele museum wordt toekomstbestendig gemaakt. Maar dat gaat verder dan het plaatsen van zonnepanelen op het dak of zuinige lampen in de pitten draaien. Het gaat erook om een jonger publiek aan tespreken.
,,Zodra je over rijtuigen begint gapen jongeren”, zegt Kempinga terwijl hij zijn hand voor zijn mond beweegt. ,,Je moet de rijtuigen naar de tijdsbeleving van de jongeren brengen. Bijvoorbeeld met interactieve schermen en achtergrondinformatie. Hij concludeert: ,,Het gaat straks meer om de brede verhalen rondom het voertuig. Je bent dan je eigen gids door het depot.”