Het gaat al lange tijd niet goed met de wadvogelpopulaties, ziet Vogelbescherming Nederland. Het programma Wij&Wadvogels kan daar verandering in brengen.
,,De populatie van veel wadvogels loopt al jaren terug”, verzucht projectleider Ingrid Aaldijk. Visdiefjes, kokmeeuwen, zilvermeeuwen, steltlopers als de grutto, tureluur en de wulp en zo’n beetje alle soorten sterns. De trend van deze (trek)vogels is dat ze in aantal achteruit kachelen.
,,Het mooie is: ondanks dat het in totaliteit best heel zorgelijk gesteld is met de wadvogelpopulaties, is het hoopvol te zien hoe veerkrachtig de natuur is als je een gebied weet te verbeteren”, voegt Aaldijk toe. ,,Dat zie je bijvoorbeeld bij het Hegewiersterfjild. Daar zijn afgelopen jaar meer dan vierduizend broedparen geteld van 25 soorten. Een verdubbeling sinds wij daar zijn begonnen met Wij&Wadvogels.”
Het Hegewiersterfjild bij het begin van het actieplan broedvogels Waddenzee in 2018. Foto: Niels de Vries
Sinds 2018 is er ruim 15 miljoen euro beschikbaar voor het programma om de wad- en weidevogels binnen 25 deelprojecten een handje te helpen. Voor een tweede fase wil Vogelbescherming Nederland samen met organisaties als It Fryske Gea, Het Groninger Landschap, Landschap Noord-Holland, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Waddenvereniging nog eens ruim 16 miljoen euro steken in 25 andere of vervolgprojecten.
De toenemende drukte in Nederland is één van de oorzaken dat de vogels in de knel raken. Steeds vaker is er sprake van verstoring door mensen. Gedragsverandering bewerkstelligen door bewustwording is dan ook een van de drie pijlers onder het programma (naast fysieke maatregelen en kennis vergaren en uitwisselen). ,,Trekvogels hebben een enorme tocht achter de rug. Na zo’n tocht moeten ze veel eten, dat doen ze bij laagwater. Bij hoogwater moeten ze slapen, soms met duizenden bij elkaar. Die moet je dus met rust laten, zodra ze opvliegen ben je al te dichtbij.”
Experiment bij Westhoek
Dat opvliegen kost de vogels veel energie. Wij&Wadvogels zou het liefst meer rust creëren op kwetsbare locaties met hoogwatervluchtplaatsen. Bij Westhoek is aan de Waddendijk een proefproject gehouden met het ,,dynamisch afsluiten” van zo’n gebied. ,,Rond het broedseizoen zijn we zoiets wel gewend, nu gingen we experimenteren met het afsluiten van een gebied voor een dagdeel, als er hoogwater is. Want dan komen de vogels dicht bij de kust, dan wil je er liever geen mensen, zeker niet met honden. Bij laagwater zijn ze veel verder op het wad aan het foerageren”, vertelt Aaldijk.
Dat werkte niet voldoende. ,,In Nederland willen de mensen genieten van de rust en ruimte die er nog is. Het is moeilijk uit te leggen dat dat op bepaalde uren van de dag alleen op gepaste afstand kan. Vooral als mensen een uur in de auto hebben gezeten, om dan te moeten lezen: hé? Het is hoogwater, ik mag de kwelder niet op.”
Toch is het experiment niet mislukt, vindt Aaldijk. ,,We hebben er veel van geleerd.” Zo is aan het eind van de zomer op de Boschplaat op Terschelling een paaltjesroute uitgezet. ,,We hopen dat de wandelaars die route gaan volgen, in plaats van over de hele Boschplaat uit te zwerven. Dan verstoren ze minder. De wadvogels hebben het zwaar, ook door de vogelgriep. Laten we dan verstoring door ons minimaliseren.”
‘Tapuit is een succesverhaal’
Een project waar een vogelsoort aantoonbaar door vooruit is gegaan is de nestbescherming van de tapuit in de Noordduinen bij Den Helder tegen roofdieren, zoals de marter. ,,Dit is een succesverhaal, we halen bijna 100 procent broedsucces. Maar de populatie van deze bedreigde soort is nog steeds heel kwetsbaar, daarom willen we er nog een paar jaar mee doorgaan.”
Door op Texel konijnen uit te zetten, hoopt Wij&Wadvogels dat de tapuit zich kan uitbreiden. De vogel broedt namelijk net als de bergeend graag in verlaten konijnenholen. Konijnen kunnen daartoe ook een rol spelen op Terschelling, waar ook de zeer bedreigde blauwe kiekendief profiteert van een gezonde konijnenpopulatie. ,,Die roofvogels eten de jongen.”
De blauwe kiekendief. Foto: Jelle de Jong
De blauwe kiekendief is een zeer kwetsbare grondbroeder, zegt Aaldijk. De vogel is al bang voor groot vee, dat aan de oostkant van Terschelling wordt ingezet als ‘terreinbeheerder’. ,,Wij experimenteren nu met maaibeheer, om te zien wat een positief effect heeft op het broedsucces. Maar we verbeteren ook de habitat met het weghalen van struiken en bomen, waardoor er meer duinvegetatie blijft.”
Elektrisch hek tegen de vos
Wij&Wadvogels heeft de begroting voor de tweede fase grotendeels rond, nu het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kort geleden de beloofde 6 miljoen euro definitief beschikbaar heeft gesteld. Voor dat geld worden ook broedeilanden voor vogels verbeterd of gecreëerd, zoals in de Tweede Kroon’s Polders op Vlieland, de Sweagermieden bij De Westereen, de Wide Mar bij Stiens en de Gruyts bij Lauwersoog.
Net zoals eerder met succes eilandjes zijn gemaakt in het Hegewiersterfjild, tussen Harlingen en Kimswerd. Ook de waterhuishouding is daar verbeterd. Nu willen de Vogelbescherming en de beheerder Natuurmonumenten nog een elektrisch hek rond het gebied plaatsen om predatoren, zoals met name de vos, te weren. ,,Maar dat onderdeel is nog niet definitief gefinancierd.”