De zaterdagmarkt in Stadskanaal. De mensen op de foto komen niet voor in het artikel. Foto: Huisman Media
Nergens in het land komt diabetes zoveel voor als in delen van Groningen en Drenthe. Hoe kunnen inwoners blijvend verstandigere keuzes maken?
Een snackkar, een dönerkraam, de gebakhoek, de slager met vleessnacks. Aan de andere kant van de straat een patatzaak, een ijssalon en een snoepwinkel. Op de zaterdagmarkt in Stadskanaal kun je makkelijk verleid worden tot het meenemen van iets lekkers. Er wordt flink besteld, al is het nog geen middag en vanwege de miezerregen niet eens zo druk op straat.
„Stadskanaal weer negatief in het nieuws, daar hou ik niet van”, zegt Pia Kremer, die hier al haar hele leven woont. „Het is hier heerlijk wonen. De mensen zijn gemoedelijk en echt niet allemaal ongezond.” Ook de groenteboeren op de markt doen immers goede zaken.
Dat nergens zoveel suikerziekte voorkomt als in haar gemeente, dat heeft Kremer wel ergens voorbij zien komen. In haar omgeving kent ze wel een paar gevallen. „Ik werk in het ziekenhuis en daar pik ik de diabetici er ook zo uit. Dat is wel de realiteit, helaas.”
In Nederland hebben zo’n 1,1 miljoen mensen diabetes type 2. Dit is de variant die ontstaat door ongezonde voeding en te weinig bewegen. Nog eens 1,1 miljoen mensen lopen het risico om ook diabetes type 2 te ontwikkelen. Suikerziekte is bepaald niet eerlijk over het land verdeeld, zo bleek eerder deze week maar weer eens uit cijfers van Independer.
Gemeenten in Drenthe en Groningen in top 10
Drenthe is met 7,8 procent van de inwoners met suikerziekte de provincie waar diabetes het meest voorkomt. Op plek twee staat Limburg met 7,6 procent en derde op de lijst is de provincie Groningen met 7,2 procent. Ook op gemeenteniveau springt onze regio eruit. Stadskanaal is landelijk diabeteskoploper met 10,4 procent, gevolgd door Pekela (10,2 procent) en Westerwolde (9,6 procent). Ook Emmen, Veendam, Midden-Groningen en Eemsdelta staan in de landelijke top 10.
Erik Buskens, wetenschappelijk directeur van de Aletta Jacobs School of Public Health, kent de cijfers ook. „Wat betreft diabetes lopen we in deze gebieden voorop. Op het gebied van overgewicht en ongezond leven volgen we het voorbeeld van de Verenigde Staten. De rest van het land gaat deze kant ook op”, zegt Buskens.
De Independer-cijfers sluiten aan bij deze stelling: tussen 2019 en 2023 nam het aantal diabetici in Nederland toe met 8,4 procent.
Hoogleraar Erik Buskens. Foto: Jan Willem van Vliet
Al jaren wordt geprobeerd het tij te keren. Bijvoorbeeld met de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Daarvoor kom je in aanmerking wanneer je BMI boven de 30 is. Dan is er sprake van ernstig overgewicht, met een groot risico op hart- en vaatziektes en diabetes.
Nieuwe gewoontes
Leefstijlcoach Danisa Greven van Fysiotherapie Mantingcentrum Stadskanaal geeft de GLI al sinds 2019. Eerst in Assen en tegenwoordig in Stadskanaal. In al die jaren begeleidde ze bijna driehonderd mensen naar een gezonder gewicht en leefstijl. De grote meerderheid van de mensen die zich bij haar melden heeft diabetes of pre-diabetes. „De eerste vraag die ik de deelnemers stel is: wat wil je bereiken?”, zegt Greven. „Afvallen, is het antwoord in bijna alle gevallen. Maar hoe, dat weten ze niet. Ik help ze bij de manier waarop.”
Afvallen mag van deelnemers dan het hoofddoel zijn, de GLI grijpt nadrukkelijk ook in op andere elementen in iemands leven. „We kijken onder meer naar beter bewegen, voeding, stressfactoren en de financiën. Om gezond te worden, moeten al deze leefstijlfactoren op orde zijn”, zegt Greven.
De leefstijlcoach kijkt hoe gezonde nieuwe gewoontes kunnen worden ingepast in iemands leven en hoe ongezond gedrag kan worden gestopt. Dat is een kwestie van herhaling en continu bijsturen, legt Greven uit. „Een nieuwe gewoonte aanleren duurt tussen de drie en negen maanden. Bijvoorbeeld dat je ‘s ochtends het broodje met hagelslag hebt ingeruild voor een bakje kwark. Bij stress schiet je dan vaak weer terug naar je oude gedrag”, zegt de coach. „Als dat gebeurt, dan is dat een leermoment waar we mee aan de slag gaan. Niet voor niets duurt de GLI twee jaar.”
We zijn elkaars stok achter de deur geworden
Het echtpaar Franchita en Rob Kempers uit Nieuw-Buinen, dat tegen Stadskanaal aan ligt, schreef zich anderhalf jaar geleden in voor de GLI. Het begon met Franchita. „Ik heb vroeger aan topsport gedaan, roeien. Toen ik daarmee stopte, heb ik mijn eetpatroon niet aangepast. En dan ga je groeien, zeker na je vijftigste”, zegt Franchita.
Haar bloeddruk werd te hoog, diabetes lag op de loer. De huisarts stelde medicijnen voor, maar daar wilde ze niet aan. „Dan moet je afvallen, zei de huisarts, en hij wees me op het GLI-traject.” Haar man Rob (64) sloot zich aan en sindsdien helpen ze elkaar om elke dag weer de juiste keuzes te maken. „We zijn elkaars stok achter de deur geworden.” Regelmatig spreken ze met Greven over hun voortgang.
De eerste maanden vlogen de kilo’s eraf. Door elke ochtend samen te wandelen, minimaal een keer per week te sporten en zeker ook door gezonder te eten verloren ze 15 kilo. „Ik vulde de Voedingsmeter in”, zegt Rob. „Dan zie je pas echt wat je elke dag binnenkrijgt. Chips en pinda’s doen we niet meer aan en ook vlees eten we veel minder. Als je iets minder binnenkrijgt en meer beweegt, dan boek je resultaten.”
De snacktent naast de groenteboer, op de markt in Stadskanaal. Foto: Huisman Media
Het traject bevalt hen goed, al zouden ze graag nog meer afvallen. „Het is jammer dat artsen direct medicijnen voorstellen, terwijl je met leefstijl betere resultaten boekt”, zegt Rob.
Franchita kan iedereen met overgewicht de GLI aanraden. Al ziet ze om zich heen ook dat niet iedereen de ruimte heeft om aan zichzelf te werken. „We zitten in een regio waar mensen minder inkomsten hebben. Groente en fruit zijn duur. De supermarkten liggen vol ongezonde dingen, die veel goedkoper zijn. Op straat en op de markt heb je enorm veel eettentjes. Als je geldstress hebt en de verleidingen zijn groot, maak dan maar eens de juiste keuzes.”
Komende generaties
Het zijn precies de thema’s waar ook de Aletta Jacobs School of Public Health een rol voor zichzelf ziet weggelegd, zegt wetenschappelijk directeur Buskens. Actieve interventies doen in iemands leven, zoals de GLI, zijn volgens hem heel goed. Maar om echt op grote schaal voor gedragsverandering te zorgen, is nog veel meer nodig.
„We willen samen met de gemeenten, de huisartsen, de scholen en zeker ook de inwoners zelf aan de slag om het tij te keren”, zegt Buskens. „Daarbij zien we onszelf niet als een soort zendelingen, want betutteling werkt averechts. Het moet allemaal voor en samen met de inwoners gebeuren.”
Er is volgens hem van alles mogelijk. Van topsporters uit onze regio die gezond leven komen promoten, tot ouders die gezonde broodjes komen smeren op school en mogelijk het keren van de vestiging van meer snackbars en fastfoodketens. Daarbij lonkt Buskens naar de miljoenen uit Nij Begun. „Niet in de zin van: hier heb je een zak geld en doe er wat leuks mee. Maar een unieke kans om een stip op de horizon te zetten, waarmee je de gezondheid van de komende generaties kunt verbeteren.”