Yvon Manning met Taylor. De kat is de langste bewoner van het dierenasiel. Terwijl hij zich graag laat knuffelen. Harry Tielman
Nog nooit had dierenasiel Ter Marse in Stadskanaal een bewoner die zo lang bij hen was als Taylor. Met 721 dagen is hij veruit de langste bewoner ooit. Ook honden Tommy en Georgi zijn al honderden dagen in het asiel.
En dat is sneu voor de dieren, vinden de verzorgers van het dierenasiel. Ze weten zeker dat er voor de dieren een passend baasje te vinden is, die van ze zal genieten. „Het zijn schatten”, zegt Yvon Manning (18).
Taylor is verblijft al 721 dagen in het dierenasiel. Hij is recordhouder. Harry Tielman
Taylor staat al te wachten in het kattenverblijf als Manning naar binnen stapt. De kater houdt van mensen en aandacht. „Hij is lief en aanhankelijk en komt graag bij je liggen”, zegt Manning. „Taylor houdt van knuffelen.” Nieuwsgierig is hij ook. Taylor wil toch even snuffelen langs de benen van de verslaggever. En als de fotograaf begint met klikken, gaat hij er eens mooi voor zitten.
Maar wat is dan het addertje onder het gras, zal de oplettende lezer wellicht denken. Nou, Taylor heeft diabetes.
„Taylor is het nu zo gewend, dat hij er zelfs voor gaat zitten.”
Het is inmiddels goed onder controle, hij krijgt insuline en speciaal voer. Het betekent wel dat het een wat lastigere kat is om te houden. „Je zult hem binnen moeten houden. En hij moet tweemaaldaags een insulineprik hebben. Idealiter zit tussen elke prik 12 uur, dus je bent aan tijden gebonden.”
Taylors nieuws baasje moet dus op gezette tijden thuis zijn. Bovendien vinden mensen het misschien niet prettig of spannend om zo’n prik te geven. Maar: „Taylor is het nu zo gewend, dat hij er zelfs voor gaat zitten.” Het maakt Taylor een duurdere kat om te houden. Al met al kost het zo’n 75 euro per maand berekende het asiel, dat is inclusief voer. Wie dat ervoor overheeft, vindt in Taylor in schat, weet Manning. „We gunnen hem heel erg zijn eigen plekje.”
Tommy
Nee, Tommy moet je niet gelijk gaan aaien, verzekert Manning. Na 521 dagen in het dierenasiel kent de reu haar goed, maar voor vreemden is hij schuw en achterdochtig. Tommy werpt een snelle blik op de verslaggever als hij langsloopt, direct daarna kijkt hij omhoog naar Manning. Als Tommy voorbij is, schudt hij de vacht. Dat is om te ontstressen, duidt Manning. „Hij moet echt kennis met je maken. Vreemden vindt hij niets.”
Tommy is bang voor anderen. Hij zal aan zijn nieuwe baasje moeten wennen. Harry Tielman
Die schuwheid is extreem te noemen. Over zijn geschiedenis weten ze niets, hij kwam binnen als zwerver. Wat ze wél weten is dat hij als de gewenning er eenmaal is, je heel goed met hem kunt werken. „Hij vindt het heerlijk om buiten te zijn. Tommy kan uren wandelen.”
Dat enthousiasme blijkt als hij naar buiten stapt in de sneeuw. Hij dolt vol energie over het witte grasveldje. Daar komt abrupt een eind aan als Manning een stukje worst pakt: „zit!” Luisteren is voor hem geen probleem – zeker niet als er eten in de buurt is. Tommy wil graag ‘meedoen’ met iemand die hij kent. Dat maakt het extreem sneu dat hij schuw is, vinden ze. „Hij is geen beginnershond.”
Georgi
Georgi zit bomvol energie. Dat moet hij een beetje temperen, een oude breuk in zijn pootje mag niet teveel worden belast. Harry Tielman
Ook Georgi is geen beginnershond. Hij werd gevonden, en moet nog veel leren. „Zijn nieuwe baasje moet daar tijd voor maken. Maar voor wie het leuk vindt om met zo’n hond bezig te zijn, is het Georgi heel leuk.” Georgi wisselt zijn aandacht van de riem, naar de schoenveters van Manning.
Wat zijn enthousiasme lastig maakt, is dat Georgi ooit een gebroken pootje had. Dat staat nu scheef en daar moet hij voorzichtig mee zijn. Heel veel rennen, springen of uren wandelen is niet goed voor hem. De reu moet er bovendien ook eens in de maand een spuitje krijgen, een soort pijnstiller, vertelt Manning. „Maar hij is wel echt een leukerd”, zegt ze.