,,Eén alleen in de zaak kan gewoonweg niet. We staan hier zes dagen per week samen.’’ Foto: Corné Sparidaens
De winkelbel klinkt er deze zaterdag voor het laatst. Keurslager Heuker in Groningen sluit voorgoed. „De mensen rijden om voor onze boerenleverworst.’’
Ze rekent twee plakken bloedworst af, twee ribkarbonades en een stuk leverworst. Slagersvrouw Hennie Heuker (62) bedankt vaste klant Paul van Zwieten (65) bij wijze van afscheid. En hij haar.
Van Zwieten houdt van de producten van keurslager Heuker in Groningen. „De leverworst die hij maakt, die heeft zo’n aparte smaak. Het is de beste die ik ooit heb geproefd, zo lekker ‘s avonds bij de borrel.’’
Nu Heuker ermee uitscheidt, zitten tal van vaste klanten zonder slager. Ook Van Zwieten: „Dat wordt zoeken’’, zegt hij. „En vind maar eens zulke lieve en sociale mensen die je het gevoel van een buurtwinkel geven.’’
‘We staan hier zes dagen per week samen’
Na bijna 65 jaar verdwijnt de slagerswinkel aan de Paterswoldseweg in Groningen.
Egbert Heuker (63) en zijn vrouw namen de zaak in 1982 over en waren van plan nog even door te gaan, maar toen ze begin januari hoorden dat Hennie ziek was, hakten ze de knoop rigoureus door. Ze besloten direct te stoppen.
Hij: „Eén alleen in de zaak kan gewoonweg niet. We staan hier zes dagen per week samen.’’
Dat deden ze 41 jaar achtereen, jarenlang met een medewerker erbij, jaren ook zonder. Op drie weken vakantie in de zomer na maakten ze jaar in jaar uit dagen van 7 uur ‘s ochtends tot 6 uur ‘s avonds.
Zij: „We hebben wel wat gedaan ja.’’
Hij: „Het komt je niet aanwaaien.’’
Zij: „Wij hebben het altijd goed gehad.’’
Hij: „Ik ben nooit met tegenzin naar beneden gelopen.’’
‘Op mijn zestiende ben ik begonnen’
Ze leerden elkaar kennen bij slagerij Groeneveld aan de Verlengde Hereweg. Hij was er slager, zij stond in de winkel. Ze kregen verkering en op een goeie dag kochten ze het hele pand aan de Paterswoldseweg. Ze gingen boven de zaak wonen. „Ik was de jongste slager van de stad, inmiddels ben ik de oudste.’’
Hij – boerenzoon uit Marum – wilde altijd al slager worden, net als een oom van hem. „Op mijn zestiende ben ik begonnen en het beviel me goed: het werk, de omgang met de klanten, worst maken. Het is nooit saai, geen dag is hetzelfde.’’
Terwijl hij vooral achter aan het werk was, was Hennie altijd voor. Ze roemt de boerenleverworst en de droogworst van haar man, die er vakwedstrijden mee won. „Daar rijden mensen voor om’’, zegt hij. „We sturen de worsten op naar liefhebbers in Noord-Holland’’, zegt zij.
‘Het slagersvak is niet populair’
Hij vindt het zonde dat er weer een winkel verdwijnt. „Een jong stel zou hier een prima boterham kunnen verdienen, het is een mooie zaak. Het is haast onmogelijk een opvolger te vinden, het is financieel lastig en er is bijna geen animo voor. Schijnbaar is het slagersvak niet populair.’’
Ze weten nog hoe levendig hun stukje van de Paterswoldseweg was. Er zat van alles, zegt Hennie. „Een bakkerij, drankenhandel Jos Beeres, een groenteboer, twee bloemisten, een kapper, een manufacturenwinkel, een potten- en pannenwinkel, twee kledingzaken, de sigarenboer op de hoek. Een winkelstraatje was het, maar het is allemaal weg.’’
Hun klantenkring bleef, hun aanbod veranderde met de tijd. „De jeugd doet minder aan suddervlees, die gaat voor verse maaltijden’’, zegt Hennie. ,,Er zijn zo veel mensen die nooit koken. Ze zijn druk of ze zijn oud en alleen: voor je alleen koken is niks aan.’’ ‘s Winters konden ze dan bij Heuker terecht voor stamppot boerenkool, andijvie, zuurkool en hete bliksem, voor snert en bonensoep. ‘s Zomers ging er lasagne, rode kool hachee en chili con carne over de toonbank.
De klanten horen ervan op dat ze deze zaterdag voor het laatst bij ‘hun’ slager terecht kunnen. Ze schrijven briefjes en overhandigen presentjes. En wensen de familie Heuker beterschap en het allerbeste.
'Slager verdwijnt uit het straatbeeld'
Zelfstandige groentewinkels zijn er nauwelijks meer, steeds meer bakkers leggen het loodje en ook de vakslager heeft het lastig. Volgens branchevereniging Koninklijke Nederlandse Slagers (KNS) kampt de zelfstandige slager met een gebrek aan opvolgers. ,,We zien de slagerswinkel uit het straatbeeld verdwijnen’’, zegt woordvoerder Eva Westerhof van de KNS. ,,Hoge huur en gebrek aan personeel spelen de slagers parten. Het is een ambacht, je moet een behoorlijke alleskunner zijn om een slagerszaak te bestieren.’’
Tegelijkertijd ziet ze ook jonge ondernemers de sprong wagen. ,,Denk bijvoorbeeld aan de Stadsslager in de Steentilstraat in Groningen. Zo zijn er wel meer nieuwe slagerszaken die inzetten op een breed en vers assortiment waarbij vlees de boventoon voert.’’
Volgens Westerhof heeft de slager niet te lijden van het feit dat meer mensen vegetariër worden. ,,Er wordt iets minder vlees gegeten, maar over het algemeen is de vleesconsumptie al jaren stabiel.’’