Annie Tak, thuis in de Oosterparkwijk. Foto: Marc Knip
Fotograaf Marc Knip brengt inwoners van de Oosterparkwijk in Groningen in beeld, ter voorbereiding op theaterspektakel De Wijk De Wereld. ,,Ik maak er geen paradijsje van.’’
Als Annie Tak de gordijnen om half 10 ’s ochtends nog niet open heeft, dan belt Carla van de overkant. ,,Dan begint er een belronde. Dat is toch de onderlinge verbinding in de wijk. Onder de oude garde dan, hè’’, zegt Marc Knip (58), fotograaf en tekstschrijver in Groningen.
Annie Tak (1935) staat bekend als moeder van de Oosterparkwijk en is benoemd als ereburger van de stad voor al haar vrijwilligerswerk in de wijk, waarmee ze in de jaren zeventig begon, toen haar buurt grootschalig gerenoveerd werd.
‘Mooie, spannende wijk’
Marc Knip kende haar nauwelijks, evenmin als hij de Oosterparkwijk kende. Hij kwam er wel eens, maar nu hij er vele malen is geweest en heeft gesproken met rasechte Oosterparkers, kan hij wel zeggen dat hij het een mooie en spannende wijk vindt.
,,Ik proef daar nog iets van het oude Groningen, mensen die in hun voortuintje zitten: een uitstervende traditie. Ik maak geen paradijsje van de wijk, maar de gesprekken met vooral oude Oosterparkers herinneren mij een beetje aan vroeger. Al die eigenzinnige figuren, de bijnamen: het heeft iets authentieks.’’
Hij maakte zijn foto’s voor theaterproject De Wijk De Wereld, dat wijkbewoners bij theater betrekt onder het mom van ‘Als de wijken niet naar de schouwburg komen, dan komt de schouwburg naar de wijken’. Vrijdag gaat de uitvoering van de Oosterparkwijk in première; voorgaande jaren hadden Vinkhuizen, de Korrewegwijk, Beijum en Paddepoel de hoofdrol.
Als enige zitten ze nog in hun voortuintje
,,Door mijn foto’s en interviews zet ik mijn klauwen in de wijk. Het is een soort netwerken, zodat wijkbewoners onderdeel worden van De Wijk De Wereld. Alle mensen die ik heb geportretteerd doen mee met de voorstelling of komen naar de première, met scootmobiel en al’’, zegt Knip.
Van Annie Tak hoorde hij hoe de wijk vroeger vol zat met winkeltjes en dat het een komen en gaan was van melk- en groenteboeren. Van Giel de Wit hoorde hij over de Oosterparkbar van Josje en Hans. Henk Slot en Ans Vorstenberg zijn aan de Zaagmuldersweg de enigen nog die in hun voortuintje zitten. Henk Koster hielp mee de karakteristieke huizen van Het Blauwe Dorp te behoeden voor sloop. En Lena van Sluis, een nichtje van voetballer Piet Fransen, uit de Begoniastraat verhaalt over gymnastiekvereniging Vlugheid & Kracht.
Alleen tussen zes plankjes
,,In de wijk voel je veel nostalgie en weemoed’’, zegt Knip. ,,Met het vertrek van het voetbalstadion is er veel veranderd in de wijk. Er verrezen koopwoningen, er kwamen andere mensen in de wijk die niet meer groetten. De Oosterparker verlangt terug naar hoe het was. Die was niet gewend aan ingenieurs en tandartsen, maar voelt zich meer thuis in het arbeidersmilieu van tegelzetters en van laden en lossen.’’
Iedereen die hij sprak, is het over een ding eens. Ze willen nooit meer weg uit hun buurt. ,,Alleen tussen zes plankjes’’, tekende Knip herhaaldelijk op. ,,Als ze op vakantie gingen, naar Appelscha of de camping in Paterswolde, dan waren ze blij dat ze de Ripperdastraat weer in kwamen. Gewoon weer thuis in de Oosterparkwijk, waar alles vertrouwd was.’’