Site manager Almar Kuchlein (52) van Novar laat de zonnecollectoren van het zonnethermiepark zien. Foto: Peter Wassing
Duizenden zonnecollectoren, een reusachtige thermosfles, heel veel computers en als het echt niet anders kan een gasketel. Dit is hoe WarmteStad in het noordwesten van Groningen zo’n 6000 woningen op temperatuur houdt.
Met een tevreden blik loopt WarmteStad-directeur Dick Takkebos (58) de warmtecentrale op het Zernike-terrein binnen. Boven en naast hem een doolhof van buizen en leidingen, voor hem rijen met warmtepompen. „Het is stil”, zegt hij met een lichte glimlach. Geen ronkende apparaten, je hoort helemaal niks. „Dat betekent dat we vandaag volledig op zonnewarmte draaien.”
Met die zonnewarmte verwarmt WarmteStad deze dinsdag duizenden huizen in het noordwesten van de stad. In stadswijken als Selwerd, Paddepoel en Vinkhuizen, waar bewoners van het gas af zijn en aangesloten zijn op een warmtenet.
Directeur Dick Takkebos (58) van WarmteStad binnen in de warmtecentrale op Zernike in Groningen. Foto: Peter Wassing
WarmteStad is een publiek warmtebedrijf van de gemeente Groningen en het Waterbedrijf Groningen. Het heeft geen commercieel winstoogmerk. Eigenlijk zou WarmteStad gebruik maken van aardwarmte, maar omdat er door de gaswinning aardbevingen zijn geweest is daar al vroegtijdig een streep door gezet. Nu gebruikt WarmteStad verschillende bronnen voor haar warmte, waarvan zonnethermie met stip bovenaan staat in de rangorde.
Zonnewarmtepark
Net buiten het Zernike-terrein richting Dorkwerd, op een oud baggerdepot van de provincie en tussen de reëen en fazanten, staat daarom een zonnethermiepark van ontwikkelaar Novar met 24.000 zonnecollectoren. Dit zonnethermiepark verschilt van een gewoon zonnepark omdat het geen elektriciteit opwekt, maar warmte. Het park wordt donderdag officieel geopend, maar levert al sinds december.
Het zonnethermiepark telt 24.000 zonnecollectoren. Foto: Peter Wassing
„Een zonnethermiecollector bestaat eigenlijk uit twee platen: een glasplaat en een absorbtieplaat”, legt locatie manager Almar Kuchlein (52) van Novar uit vanaf een heuvel met uitzicht op het park. „Tussen beide platen is een vacuüm en wordt het heel warm. Vlak achter die absorbtieplaat lopen allemaal koperen waterleidingen. Het water wordt verwarmd door de hitte in de zonnecollectoren.”
Heel warm is zeg maar gerust heet: het water tikt op een zonnige dag nog net niet de kooktemperatuur van 100 graden aan.
Mega-thermosfles
Het warme water kan rechtstreeks via de centrale van WarmteStad naar huishoudens in Groningen. Maar als de zon flink schijnt, hebben de meeste mensen geen verwarming nodig. De piek is veelal in de ochtend en de avond. Daarom staat naast het zonnewarmtepark een enorm buffervat, die zich het beste laat omschrijven als een mega-thermosfles. In dit vat kan zes miljoen liter warm water. Goed voor meer dan twee olympische zwembaden vol.
In het buffervat, de reuze-thermoskan, naast het zonnewarmtepark kan 6 miljoen liter water. Foto: Peter Wassing
„Wij noemen het onze batterij”, zegt Kuchlein. „In het buffervat kunnen we warmte 24 uur bewaren, zodat het naar de klant kan wanneer er vraag naar is. Overdag warmte produceren en de batterij vullen, ‘s avonds en ‘s nachts warmte afgeven. Zo zorgen we voor een 24-uurs cyclus.” Het is alles bij elkaar een flink staaltje techniek. „Top drie van Europa”, noemt Kuchlein het zonnewarmtepark. En dan met een lach: „Dit koop je niet even bij de Hornbach.”
Seizoensopslag
Op dagelijkse basis met vraag en aanbod omgaan, kan met het buffervat. Vraag en aanbod speelt een nog grotere rol in de zomer en winter. In de zomer wordt heel veel warmte opgewekt, maar is het niet nodig. De vraag is hoog in de winter, maar dan is er weinig zon. Ook daar is iets op bedacht.
„Daarom zit bij de warmtecentrale op Zernike een seizoensopslag onder de grond”, vertelt Kuchlein. Dat is een bron op ongeveer 150 meter diepte waar 230 miljoen liter warm water in kan. „Daar kan het in de zomer in en in de winter weer uit.”
De natuur trekt zich weinig aan van het zonnethermiepark. Er zijn reëen en hier een fazant verscholen tussen het gras. Foto: Peter Wassing
Datawarmte
„Als het er is, gaat zonnewarmte voor”, vertelt WarmteStad-directeur Takkebos. Daarnaast gebruikt het warmtebedrijf ook restwarmte van datacenter QTS, aan de overkant van de weg op Zernike. „De computers van QTS worden gekoeld met water, dat water warmt op en gebruiken wij voor de warmtepomp. Anders zou die restwarmte gewoon verloren gaan.”
De combinatie van zonnethermie en restwarmte via de warmtepompen, zorgen ervoor dat bijna tweederde van de warmte die WarmteStad levert duurzaam is. Aardgas wordt nog gebruikt om warmte op te wekken via een zogeheten warmtekrachtkoppeling. Dit apparaat wekt tegelijkertijd elektriciteit en warmte op, waardoor energie efficiënter gebruikt wordt.
Gasketels
In geval van nood staan in de warmtecentrale ook nog een aantal gasketels. „Die gaan alleen aan op piekmomenten als het bijvoorbeeld -20 graden is of als achtervang, voor wanneer een warmtepomp in onderhoud is. We willen natuurlijk het liefst zo snel mogelijk afscheid nemen van gasketels, maar dat kan nog niet. We moeten te allen tijde warmte kunnen leveren aan onze klanten.”
In de warmtecentrale staan drie gasketels voor het geval dat de piekvraag te hoog wordt voor de warmtepompen. Foto: Peter Wassing
Eemshaven, nieuwe centrale en geothermie
Momenteel heeft WarmteStad zo’n 6000 aansluitingen. Nog eens 5000 zitten in de pijpleiding. Met de bestaande warmtecentrale op Zernike kan doorgegroeid worden naar 16.000 aansluitingen. De volgende stap is een nieuwe centrale op een andere plek in de stad, zoals aan de westkant van Groningen. „Daar denken we aan het datacenter van Google en Cosun Beet Company als partners voor restwarmte.”
Nog verder de toekomst in, gaat de blik naar de Eemshaven. Een lange pijpleiding zou restwarmte naar de oostkant van de stad kunnen transporteren. „De Eemshaven heeft een gigantisch warmte-overschot.”
De warmtecentrale van WarmteStad op Zernike, met rechts aan de overkant het datacenter van QTS dat restwarmte levert. Foto: Peter Wassing
En wie weet komt ook geothermie ooit weer op tafel. „Het is jammer dat geothermie destijds niet door is gegaan”, blikt Takkebos terug. „Het laatste wat de gemeente wilde na alles met de gaswinning, is risico’s op aardbevingen. Maar inmiddels zijn er ook veel onderzoeken die onze uitgangspunten onderschrijven. Ik denk dat het best reëel is dat geothermie weer een optie wordt voor de toekomst.”
‘Een warmtenet kost gewoon veel geld’
WarmteStad is in 2014 opgericht, maar eigenlijk pas sinds 2019 echt aan de weg aan het timmeren. Het warmtebedrijf komt zo nu en dan in het nieuws omdat het extra geld nodig heeft van de gemeente Groningen, de belangrijkste aandeelhouder. Het zorgt voor een negatieve beeldvorming, erkent Takkebos.
„In het warmtenet is al tientallen miljoenen euro’s geïnvesteerd, maar mensen moeten begrijpen dat we beginnen met nul klanten. Ieder project is in de aanloopfase verliesgevend. Onder normale omstandigheden zouden we met onze eerste fase in 2027 kostendekkend zijn.”
Maar wat zijn normale omstandigheden? De Russische inval in Oekraïne had ook impact op WarmteStad. De prijs voor het warmtenet moet wettelijk onder de gasprijs liggen. Het kabinet verlaagde de energiebelasting voor consumenten, waardoor de tarieven van WarmteStad ook verlaagd moesten worden. De kosten bleven echter hetzelfde. „Alles wat besloten wordt, heeft ook impact op wanneer wij kostendekkend zijn.”
Dat de gemeenteraad in het geheim vergadert over extra geld voor WarmteStad helpt ook niet in de beeldvorming. Takkebos haalt er zijn schouders over op. „Geen enkel bedrijf legt zijn hele financiële huishouding open en bloot op tafel”, brengt hij in. „Het gaat om flinke investeringen. Dit is geen tientjes-werk. Een warmtenet aanleggen kost gewoon veel geld, maar het verdient zich wel terug. Op de lange termijn kan het uit.”