Adam (links) en Omar (rechts) Ghaffar in Omars Markt in Ter Apel. Foto: Cor Lasker
Pal tussen het aanmeldcentrum en het winkelhart van Ter Apel runt een Egyptisch-Nederlandse familie Omars Markt. Hier vinden asielzoekers iets van thuis terug én kloppen ze aan voor advies. „Als er ergens oorlog uitbreekt, merk je dat aan wie hier komt.”
In de gangpaden van Omars Markt voelt het alsof je een kleine wereldreis maakt: van zakken Pakistaanse Mahmood-rijst tot zeep uit Aleppo en shishapijpen die glimmen in het tl-licht. De winkel van de broers Omar (24) en Adam (17) Ghaffar ligt op de route tussen de opvang en het dorp, waardoor er de hele dag door asielzoekers binnenwandelen.
Omar wijst naar een plank vol rode potjes. „Klanten uit Algerije en Marokko zijn dol op harissa, een pittige chilipasta”, zegt hij. „Dat is hier niet aan te slepen.” Een paar meter verder liggen rijen instantnoedels. „Die zijn populair bij de Aziatische klanten”, vertelt hij terwijl hij de schappen naloopt. „Afrikanen nemen meestal grote pakken meel mee. Geen idee waarvoor, misschien voor een soort soep.” Hij lacht breed. „En de Syriërs? Die kopen vooral thee en suiker. Ze houden van zoet.”
Asielzoekers herkennen hier producten uit hun thuisland, zegt Omar. „Dat geeft hen even het gevoel thuis te zijn.”
Omar Ghaffar (24) voor de winkel die naar hem is vernoemd. Foto: Cor Lasker
Elke dag nieuwe gezichten
Tussen de schappen klinkt een aarzelende stem. „Hello, do you work here?”, vraagt Bhekumusa Mngomezulu (44) uit Swaziland. Zeven dagen geleden kwam hij aan in Ter Apel, naar eigen zeggen als politiek vluchteling. Van top tot teen ingepakt in winterjas en muts dwaalt hij door de winkel, op zoek naar iets bekends. „Is er ook poederzeep om mee te wassen?”, vraagt hij. Omar knikt. „Dat is er zeker.”
De klantenkring van de broers verandert voortdurend. „Elke dag zie je nieuwe gezichten: mensen uit Syrië, Eritrea, en de laatste tijd ook uit Soedan, Ivoorkust of Turkije. Als ergens oorlog uitbreekt, merk je dat hier. In de winkel zie je terug wat er in de wereld speelt.”
Een ondernemende familie
Omars Markt bestaat inmiddels drie jaar en loopt goed. Naast de broers werken er twee statushouders uit Syrië. Veel klanten komen van de opvang, maar steeds vaker weten ook dorpsbewoners de winkel te vinden, vertelt Omar. „Mede dankzij mijn vader”, zegt hij. „Hij kent hier iedereen, daardoor voelen mensen zich op hun gemak om hier te komen.”
Ondernemen zit de familie Ghaffar in het bloed. Vader Khaled Ghaffar kwam 35 jaar geleden vanuit Egypte naar Nederland, omdat zijn broer hier werkte en hulp nodig had. Samen runden ze restaurant Cairo in Klazienaveen. In 1995 begon hij voor zichzelf in Ter Apel, waar hij restaurant Pyramide opende, zo’n 400 meter van Omars Markt.
Omar Ghaffar ziet lokale mensen en asielzoekers in zijn winkel langskomen. Foto: Cor Lasker
Het pand waarin hun winkel zit, was ooit een computerzaak. „We zagen het en dachten: dit heeft potentie, want het azc ligt hier vlakbij”, zegt Omar. „Dus toen het vrijkwam, hebben we het gekocht. Mijn vader heeft het naar mij vernoemd, als oudste zoon. Dat is traditie in onze cultuur.”
‘In de zomer krijg je raddraaiers’
Toch is ondernemen in Ter Apel niet zonder uitdagingen. Winkeliers in het dorp kampen al lange tijd met diefstallen en andere vormen van overlast. Volgens hen komt een groot deel van die overlast van asielzoekers uit zogenoemde veilige landen. Zij maken weinig kans op asiel, maar mogen in Nederland blijven zolang hun procedure loopt. Ondernemers in Ter Apel willen meer hulp van het Rijk om overlastgevers uit het dorp te houden.
Ook in Omars supermarkt is het soms onrustig „Vooral in de zomer krijg je van die raddraaiers”, zegt hij. „Er zitten helaas een paar jongens tussen die stelen, of de hele dag onder invloed zijn. Het is een klein groepje dat het voor de rest verpest.”
Omar (links) is bezig met het halalvlees, Adam (rechts) vult de zonnebloempitten bij.
Foto: Cor Lasker
Omar heeft goed contact met de boa’s en beveiligers in het dorp. „Als er iets gebeurt, bellen we elkaar en houden we contact. Ik denk dat als je de kleine groep die problemen veroorzaakt beter aanpakt, het al heel anders wordt.”
„Er gebeurt hier weleens wat”, zegt zijn jongere broer Adam, terwijl hij de schappen bijvult. Hij gaat nog naar school, maar helpt dagelijks in de winkel om te kijken of alles goed loopt. Zijn broer en vader doen regelmatig de inkoop buiten de deur.
Vroeger was het rustiger, zegt hij. „De laatste jaren is er wat meer onrust, vooral omdat het azc is gegroeid. Maar het nieuws maakt het vaak erger dan het is, zeker op Facebook. Daar reageren mensen soms heel negatief, ook mensen die hier niet eens wonen.”
Volgens Adam krijgen de broers vooral positieve reacties, van bewoners van de opvang én van inwoners van Ter Apel. „De meesten zijn blij dat we hier zitten. We proberen eigenlijk iedereen goed te helpen, Nederlanders en asielzoekers.”
„Adam Ghaffar: „Je krijgt hier klanten uit alle landen. Ik hoor veel verschillende verhalen.” Foto: Cor Lasker
Scheerapparaten en inductieplaten
Omar maakt zijn tour door de winkel af. „Hier hebben we de non-foodproducten, ook heel populair”, zegt hij, terwijl hij de koffers, scheerapparaten, föhns en muziekboxen aanwijst die uitgestald staan. „Je kunt hier ook een inductieplaat en pannen kopen”, vertelt hij. „Eigenlijk mag je in het opvangcentrum niet koken, daar krijg je maaltijden. Maar ja, mensen willen gewoon hun eigen eten proeven.”
Naast de winkel en het restaurant in Ter Apel heeft de familie Ghaffar een kleine zaak geopend naast het asielzoekerscentrum in Assen. „We willen ook een groothandel starten in Arabische levensmiddelen”, vertelt Omar. Plannen om als ondernemers ooit weg te gaan uit Ter Apel zijn er niet. „We horen hier”, zegt Adam resoluut.
Ondertussen heeft de asielzoeker uit Swaziland gevonden wat hij zocht en rekent hij af. Hoe het tot nu toe bevalt in Ter Apel? „Heel goed”, zegt hij. „De mensen zijn gastvrij. We proberen te settelen, maar alles is nieuw. We moeten het allemaal nog een beetje ontdekken.”
De broers, die ook Arabisch spreken, zijn naast ondernemers ook een vraagbaak voor hun klanten. „We helpen soms met praktische dingen, vooral met vragen over hoe alles in Nederland werkt. Dat zijn kleine dingen, maar daar kun je al veel mee bereiken.”