Gestolen auto’s kregen in een loods in Nieuwe Pekela een nieuwe nummerplaat. ‘Van valse kentekens weet ik niets’

Drie van de verdachten, die afkomstig zijn uit Litouwen en Wit-Rusland, waren in juli al bij de politierechter. Die verwees hun zaak door naar de meervoudige kamer. Maandag maken ze daar samen met een vierde verdachte hun opwachting, bijgestaan door vier tolken. Het leidt tot een urenlange en ietwat chaotische zitting. Elk woord van de rechter wordt door vier tolken tegelijk vertaald.

De zaak komt in februari dit jaar aan het rollen als een camera boven de snelweg een Volvo kiekt die met een valse Belgische kentekenplaat op de snelweg rijdt. De gealarmeerde politie achtervolgt de wagen, die stopt bij het Van der Valkhotel in Drachten.

Daar legt de politie volgens de rechter een link met een Range Rover die daar ook staat. Die auto is vervolgens gevolgd tot bij een loods in Nieuwe Pekela, waar inmiddels ook de eerder genoemde Volvo is geparkeerd. De politie doet een inval in de loods en treft daar zes auto’s aan. Het zijn vooral duurdere modellen zoals een Mercedes G63 en een VW Touareg, die gemeen hebben dat ze zijn gestolen of niet teruggebracht naar de verhuurder. De bolides komen uit Duitsland, Zwitserland en Noorwegen.

In de schuur worden ze volgens de politie omgekat, dat wil zeggen dat ze een nieuw chassis-nummer en een nieuwe kentekenplaat krijgen. In de loods worden valse autosleutels gevonden, alsmede elektronische apparatuur om auto’s te openen en jammers, bedoeld om gps-signalen te verstoren zodat een auto onvindbaar wordt. Ook ligt er een stapel valse kentekenplaten.

Later vindt de politie ook een loods in Drachten, waar op iets kleinere schaal auto’s van een nieuwe ‘identiteit’ werden voorzien. Daar staat een gestolen Range Rover.

Drie van de verdachten die nu voor de rechter staan waren ook in de loods in Pekela. Ze zijn in de rechtbank niet erg spraakzaam over wat ze daar deden. Ze willen geen namen noemen van opdrachtgevers. Ze ontkennen echter auto’s te hebben omgekat. Daar weten ze niets van. Ze moesten auto’s schoonmaken en opknappen. ,,Van die valse kentekenplaten wist ik niets”, zegt een van hen. ,,Ik heb me laten gebruiken voor een klusje, ik heb er spijt van”, zegt een ander.

De rechter is niet overtuigd door de verklaringen van de verdachten. Twee van hen hebben al veroordelingen achter hun naam staan. ,,Welk legaal werk deed u daar dan in die schuur”, vraagt hij. Eén van de mannen die er werd aangetroffen zegt daar helemaal niet te hebben gewerkt.

,,Dat maakt me nog nieuwsgieriger. Want wat deed u daar dan”, wil de rechter weten. ,,Ik geloof niet dat u daar was om een appeltje te schillen of een kop koffie te drinken.” Ook daarop komt geen duidelijk antwoord.

De officier van justitie noemt de zaak een schoolvoorbeeld van mobiel banditisme. ,,De daders zijn slechts tijdelijk in een land, hebben daar geen enkele band mee en maken zich er schuldig aan het plegen van oplichting en fraude. Dit soort criminaliteit heeft grote gevolgen voor de slachtoffers.”

,,Als deze omgekatte auto’s op de markt komen, raakt die ernstig vervuild. Het is niet langer duidelijk wie de rechtmatige eigenaar is. Dit was een omvangrijke en zeer professionele operatie”, zegt de aanklager. Ze eist voor twee verdachten 24 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf en voor de beide overige 18 maanden. Een van de verdachten moet als het aan haar ligt ook nog een voorwaardelijke straf uitzitten van twee maanden.

Een van de vier verdachten schrikt van eis. ,,Achttien maanden voor een mooie auto die toevallig bij mij stond? Ik kwam naar Nederland om te werken, niet om te stelen”, zegt hij.

,,Deze eis van het openbaar ministerie is toch wel onverwacht. Ik schrik ervan. En dat vooral omdat de zaak van de politierechter naar de meervoudige kamer is verwezen”, zegt een van de advocaten. ,,Mijn cliënt is niet betrokken bij alle zaken die op de dagvaarding staan. Er moet per auto afzonderlijk worden bekeken wie wat heeft gedaan.”

,,De eis is van de gekke”, zegt zijn collega. ,,De rol van mijn cliënt is veel kleiner dan wordt gesuggereerd.”

De uitspraak is 1 december.