Blije Groningers vieren in 2015 bij de NAM-locatie in Zeerijp de uitspraak van de rechter. Die oordeelde dat de NAM de waardevermindering van de huizen in het aardbevingsgebied moet betalen. Foto: Kees van de Veen
Turf, gas, zout, stroom. De provincie Groningen is wingewest. Toch? En zo ja, zijn er naast de lasten ook baten en hoe verhouden die zich? Een analyse daarvan is echter nog niet gemakkelijk. De vraag zelf is zelfs twijfelachtig.
Wat een wingewest is, is simpel. Een gebied dat economisch geëxploiteerd wordt door onderneming of overheid. Grond- of delfstoffen of andere producten worden tegen een lage prijs of gratis gewonnen, gekocht en soms geroofd. Terwijl de lokale bevolking er niet of nauwelijks profijt van heeft.
Suriname en Indonesië zijn goede voorbeelden. Maar het stempel wordt ook al decennia, zo niet eeuwen, op Groningen gedrukt. Zeker na de ontdekking van de Slochter gasbel. Het woord werd in ieder geval gebruikt in de jaren 70, tijdens de door de Communistische Partij Nederland (CPN) georganiseerde volkscongressen tegen de structurele achterstelling van deze provincie.
Een oude Hollandse molen uit 1897 met een rij moderne windmolens nabij de Eemshaven. Foto: Bert Spiertz/Hollandse Hoogte
Het Rijk schoot niet te hulp bij de teloorgang van strokartonindustrie en scheepsbouw en het verdwijnen van arbeidsplaatsen in tal van sectoren, terwijl miljarden werden verdiend aan ‘Gronings gas’ en de provincie wel in beeld was voor opslag van radioactief afval en plaatsing van militaire oefenterreinen.
Dus ja, er is al lang sprake van winning, plus een overheid en ondernemers die daarvan profiteren. De gaswinning alleen al leverde ruim 400 miljard euro op, terwijl een relatief klein deel in het gebied zelf belandde.
Zelfs als we de 1,15 miljard euro van Nationaal Programma Groningen (NPG) en de bijna 7 miljard euro voor de sociale en economische agenda’s en isolatie van Nij Begun meerekenen. Het geld voor NPG is een extraatje bovenop schadeherstel en versterking en met dat ‘nieuwe begin’ moeten Groningen en Noord-Drenthe in 30 jaar tijd klaar worden gestoomd voor de toekomst.
Een zonnepark vlakbij Delfzijl. Foto: Kees van de Veen
Echter…, er zijn tal van ‘maren’ te zetten bij Groningen plat slaan als wingewest. Alleen al omdat mede door het gasgeld de verzorgingsstaat Nederland werd uitgebouwd en het Noorden daar onderdeel van is.
Is Groningen wingewest?
De opbrengst van het gas moet bovendien niet overdreven worden. Op het hoogtepunt vormden de inkomsten uit de winning nog geen 10 procent van het bruto binnenlands product (BBP) en daaromheen nog minder.
Een afweging of berekening van de lasten en baten, hoe voor de hand liggend ook, is derhalve niet zo simpel. De vraag: ‘Is Groningen wingewest en wat zijn de nadelen en de voordelen?’ levert wel andere antwoorden op.
„De vraag is te zwart-wit. Het ligt veel genuanceerder”, zegt Marijn Molema (43), bijzonder hoogleraar Regionale Vitaliteit & Dynamiek aan de Rijksuniversiteit Groningen en adviseur van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM).
„Er zijn argumenten om te stellen: Groningen is een wingewest, maar het is ook een beetje framing. Ja, er komen delfstoffen uit de grond, maar niet overal. Ja, er is armoede en achtergesteldheid, maar niet overal.”
Marijn Molema (43), bijzonder hoogleraar Regionale Vitaliteit & Dynamiek: ,,Groningen is een gekke provincie.'' Foto: Niels de Vries.
Molema: „Het is eigenlijk een gekke provincie, vol tegenstellingen en verschillen: politiek, economisch, cultureel en geografisch. Wat in de ene streek speelt, is geen item in een ander deel.”
Het grote probleem is systeemfalen, in ieder geval bij schadeherstel en versterking. „Je moet dat repareren en recht doen aan gedupeerden, anders is er over 100 jaar nog boosheid en frustratie.”
Begrijpelijk: „Maar dat gaat ons niet verder helpen. Als je alleen oog hebt voor de negatieve aspecten raak je boos en gefrustreerd. Het idee dat we het afvalputje zijn, praten we ons echt zelf aan.”
Tata, Schiphol, Pernis en Maasvlakte
Het is bovendien niet zo dat er elders in Nederland niks aan de hand is. Files en luchtvervuiling in de Randstad, Tata Steel in IJmuiden, een kerncentrale in Borssele en winning van steenzout in Twente en de Achterhoek. Schiphol veroorzaakt overlast en wie bij Pernis woont of de Maasvlakte, is ook niet blij.
„De winning van delfstoffen in Groningen is een vloek én een zegen. We hebben lasten, maar ook baten.”
De vloek is: er is ellende en onvrede over schadeherstel en versterken en over het feit dat burgers amper bij economische ontwikkelingen betrokken worden.
De stikstoffabriek in Zuidbroek, waar stikstof wordt toegevoegd aan ingevoerd hoogcalorisch gas, zodat het geschikt is voor Nederlandse huishoudens en de industrie. Corné Sparidaens
„Er staat een nieuwe stikstoffabriek in Zuidbroek om geïmporteerd gas te mengen maar wat heeft de Groninger er aan? Niks, dus vinden omwonenden het niks. Vraag is dus: kan de Gasunie niet iets verzinnen om de lokale bevolking daar bij te betrekken mee te nemen? Doe je dat niet, dan blijven ze kritisch en mopperen.”
De zegen is: het leverde infrastructuur op, een economisch systeem. Scheepsbouw, landbouw, aardappelmeelcoöperatie Avebe, alles is een rechtstreeks gevolg van de veenafgraving.
Daarnaast kwamen er tegemoetkomingen en gelden uit Den Haag, die anders wellicht minder snel gekomen waren. ,,Kijk naar de herinrichting van de Groningse en Drentse Veenkoloniën in de jaren 70 en 80. Een huzarenstukje wat betreft gebiedsplanning. En neem de komst naar Groningen van de toenmalige PTT, de voorloper van de KPN.‘’
Hij wijst erop dat, haaks op de negatieve gevoelens, Noord-Nederland de laatste jaren zelfbewuster is geworden. Met meer oog voor wat het leven hier mooier maakt.
Vrouwen en kinderen bezig met turfstapelen, voor een habbekrats. Foto: Archief DVHN
Groningers zijn over het algemeen gelukkig
„Ons gemiddelde inkomen is wat minder, maar de Groningers zijn over het algemeen gelukkig. Dat heeft te maken met de verbondenheid met de plek, veiligheid, sociale samenhang en woonklimaat.”
Beter is dus te concentreren en trots te zijn op wat wel goed gaat en goed is gegaan: „Kijk naar de turfwinning. Er is 150.000 hectare veen afgegraven en gecultiveerd. Een prestatie van wereldformaat. Groningen had heel lang een modern imago, ook in de agrarische sector.”
Hetzelfde geldt volgens Molema eigenlijk voor de gaswinning. Groningen is nog steeds de gasrotonde van Europa, er is hier veel kennis en kunde. De infrastructuur die er ligt kan de basis zijn voor groene energie. De regio ontwikkelt zich als powerhouse van Nederland. „We moeten dus blijven doen wat we altijd hebben gedaan, want daar zijn we goed in.”
‘Raar dat de omgeving er niet beter van wordt’
De stikstoffabriek, alsmede de windmolens bij Meeden, worden ook door Tom Postmes (56), hoogleraar sociale psychologie aan de RUG, genoemd als voorbeeld hoe het niet moet. „Het is toch raar dat de omgeving er niks beter van wordt? Dat is voor mij het fundamentele probleem vraag in Groningen.”
Echter, ondernemers die geld uit de grond of de lucht halen hoeven niks met de bevolking te doen, want dat staat nergens in de mijnbouwwet of de regels rond energiewinning met windmolens.
Tom Postmes, hoogleraar sociale psychologie aan de RUG: ,,De nieuwe mijnbouwwet is superbelangrijk.'' Foto: Marieke Kijk in de Vegte
Dus ja, stelt Postmes, als je daar naar kijkt is Groningen wingewest. „Er komt een nieuwe mijnbouwwet aan en niemand in het Noorden maakt zich er druk om, maar het is superbelangrijk. Pas als wettelijk wordt geregeld dat de lusten en lasten anders moeten worden verdeeld, verandert er iets.”
Het was heel lang zo, legt hij uit, dat de minister van Financiën blij was met de opbrengst van de delfstoffen, terwijl in Den Haag een rekenmachine stond met als uitkomst: een euro investeren in Delfzijl geeft een beperkt rendement. Gaat die euro naar de Rotterdamse haven, dan is het rendement heel hoog.
Een manier van denken die zich op de hele regio wreekte, bijvoorbeeld bij de teloorgang van de strokartonfabrieken.
„Het was levensvatbare, hoogwaardige industrie. We bestellen nu pakketjes bij de vleet. De vraag naar karton is niet afgenomen. Er werd lange tijd te weinig naar de langere termijn en het regionale belang gekeken.”
Hetzelfde met de regionale scheepsbouw, ooit de grootste ter wereld en het hoogwaardige chemiecluster in Delfzijl. „Je hoort al snel: het is niets en kan niets worden. Maar er is altijd succesvolle Groningse industrie geweest.”
Bijna volle maan in de Eemshaven achter de kolencentrale. Foto: Jan Willem van Vliet
De term wingewest is ook splijtzwam
Tom Postmes werd gehoord in de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (2021-2023). De term ‘wingewest’ viel in dat onderzoek veelvuldig.
„Het woord draagt niet alleen bij aan het gevoel van achtergesteldheid, het is ook een splijtzwam. Minister Henk Kamp kwam in januari 2014 naar Loppersum om te vertellen dat de winning van vijf putten daar met 80 procent naar beneden ging. Het gemeentehuis werd bestormd. Demonstranten bij de hekken waren woedend. Maar daarbuiten stond een ring van Lopsters die schande sprak over de oproerkraaiers.”
Toch stelt Postmes net als Molema dat Groningen in plaats van boos in een hoekje van het ‘wingewest’ te gaan zitten, de schouders eronder moet zetten.
En ook hij noemt de baten. „Regionale bedrijven profiteerden wel degelijk van de gaswinning. Je kunt niet naar de NAM wijzen en zeggen: er is nooit iets gedaan voor Groningen.”
Postmes laat evenmin na te wijzen op al het goede in Groningen: „Het Wad, de openheid, de rust. Dat moet je niet veronachtzamen. Er is economisch veel meer te doen met wat hier fijn en mooi is.”
Groningen is ook openheid, rust en ruimte, zoals bij het fietsbruggetje bij Bad Nieuweschans,op de grens tussen Nederland en Duitsland. Foto: Kees van de Veen
En inderdaad, naast de boosheid zijn we best tevreden met de eigen regio. Dat ervoer Postmes toen hij na 5 jaar University of Exeter aan de slag ging bij de Rijksuniversiteit Groningen.
„Als ik een praatje maakte vroegen mensen of ik al wist waar ik ging wonen. Dan klonk het: ik kom uit dat dorp, moet je ook eens kijken. Ik had dat niet verwacht, dacht dat Groningers stug waren. Maar ze bleken hartelijk en warm. Het normale wordt soms overdreven, maar je hoeft geen theater te spelen. Je kunt hier jezelf zijn.”
‘Gas was niet de kurk’
Of Groningen wingewest is, is inderdaad de vraag, maar ook het beeld dat de Nederlandse welvaartstaat opgetuigd is met gaswinsten behoeft nuance, zegt Sierdjan Koster. Hij is hoogleraar economische geografie en arbeidsdynamiek aan de RUG.
„We weten hoeveel het gas heeft bijgedragen aan het bbp. In de jaren 70 was dat een aantal jaren zo’n 8 procent. Daaromheen circa 3 procent. Het was dus niet de kurk waarop de natie dreef.”
Sierdjan Koster, hoogleraar economische geografie en arbeidsdynamiek aan de RUG: ,,Ook in andere delen van Nederland is sprake van een wingewest-achtige dynamiek.’’ Foto: RUG.
Twijfels zijn er daarnaast over de achtergesteldheid. Oost-Groningen mag een van de armste regio’s van ons land zijn, de levensstandaard is te vergelijken met die van Madrid.
Een analyse van de lasten en baten, laat staan in euro’s, is volgens hem niet te maken. „Ik vind de vraag ook niet helemaal eerlijk. Immers: in andere delen van het land is eveneens sprake van een wingewest-achtige dynamiek, met negatieve gevolgen door economische activiteit.”
Niet alleen nadelen
Zijn idee is, gelijk Molema en Postmes, niet alleen naar de nadelen te kijken, maar ook naar de spin-off die er wel degelijk was. Want er werken veel mensen bij de Gasunie en veel zijn hier komen wonen.
Naast het hoofdkantoor van de PTT, kwam dat van de Dienst Uitvoering Onderwijs voor studenten en scholieren (DUO), in 1969 naar Groningen, mede vanwege het wegvallen van de werkgelegenheid.
Bij de Nationaal Coördinator Groningen werken zo’n 1100 mensen, net als bij Instituut Mijnbouwschade Groningen. Er zitten grote werkgevers in de Eemshaven en vooral de bouw van centrales levert werkgelegenheid op.
Nedmag, Veendam. Foto: Harry Tielman
Al beaamt Koster dat de term ‘wingewest’ natuurlijk ergens vandaan komt. Nieuwe vormen van energie die veel ruimte in beslag nemen, zoals zonneparken, worden toch weer in Groningen en Noord-Nederland gesitueerd.
En inderdaad, een disproportioneel klein deel van de gasopbrengst van 400 miljard euro keerde terug naar het gebied, zij het pas echt de laatste jaren, met het inlossen van de ‘ereschuld’ van Nederland aan Groningen met Nationaal Programma Groningen en Nij Begun.
„Van recente grootschalige infrastructurele investeringen kwam bijvoorbeeld 3, 4 procent naar het Noorden, relatief minder dan in de rest van Nederland terecht kwam. We hadden best meer kunnen krijgen.”
Groningen is: Martinitoren en aardbevingen
Er zijn ook nadelen, zoals het afnemend vertrouwen. Koster noemt studies waaruit blijkt dat bedrijven in deze regio minder investeren dan elders. „Dat heeft deels te maken met de vraag of je pand overeind blijft. Het zelfvertrouwen van de ondernemer heeft een knauw gekregen.”
Het imago lijdt er eveneens onder. Wie Groningen zegt, zegt Martinitoren en aardbevingen. Ook de Groningers zelf doen dat. ,,Vertaald naar een cijfer voor algemene tevredenheid scheelt dat een punt op een schaal van tien.’’
De Martinitoren en het Stadhuis in Groningen. Foto: Venema Media
Al wijst hij net als Molema op de verschillen tussen de streken. In het Westerkwartier en Het Hogeland wordt anders gedacht dan in het oosten van de provincie. Slechts een klein deel, dat zelf met de gevolgen van de gaswinning kampt, heeft echt een negatief beeld van de eigen provincie.
„We moeten ook af van het stempel ‘boze Groningers’. Het algemene beeld dat Nederlanders van ons hebben is toch wel negatief. Kort door de bocht: men is wel wat klaar met zeurende noorderlingen.”
Term wingewest op termijn in de prullenbak
Wellicht dat de term ‘wingewest’ op termijn in de prullenbak kan. De gelden van Nij Begun en NPG zijn bedoeld voor sociaaleconomische ontwikkelingen, net als het Just Transition Fund. Een programma voor een versnelde omschakeling naar duurzame energie voor regio’s als Groningen, die voor inkomsten en werkgelegenheid afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.
Koster: „De crux daarin is dat het bij de mensen terechtkomt die daar nu de negatieve effecten van ondervinden. Anders blijven we dat wingewest.”
Het Groningse gas heeft de staatskas sinds de ontdekking in 1959 zo’n 400 miljard euro opgeleverd. Er is bijna 2300 kubieke meter gewonnen. Maar dat ging gepaard met veel ellende.
De winning veroorzaakte tot dusver meer dan 1600 aardbevingen, met als gevolg zo’n 270.000 schademeldingen op ongeveer 85.000 adressen. In totaal 27.000 gebouwen moeten preventief versterkt worden.
NAM-locatie in Grijpskerk. Foto: Venema Media
Begin 2023 waren er ruim 7000 adressen waarvan onduidelijk is of ze veilig zijn. Ruim 8000 gebouwen zijn versterkt en bijna 12.999 moeten nog versterkt worden. Veel Groningers hebben door de trage afhandeling van schade en versterking last van stress en gezondheidsklachten.
De winning stopte in het grote veld stopte in 2024, maar de provincie zal vermoedelijk nog decennia last houden van bevingen. Ook duurt het nog jaren eer alle huizen versterkt zijn en alle schade afgehandeld.
Wat het opleverde was dat Nederland overschakelde op aardgas voor koken en verwarmen. Industrie met een hoog verbruik kreeg een flinke impuls. Exacte cijfers zijn niet vast te stellen over 60 jaar, maar het leverde veel werkgelegenheid op en droeg bij aan de nationale welvaart.
Hoeveel herstel en schadeafhandeling in de afgelopen decennia hebben gekost is eveneens onmogelijk te zeggen, want daaronder vallen ook processen, inspecties en uren die besturen, ambtenaars en burgers besteed hebben aan telefoontjes, overleg en bezwaarprocedures, bouw en verblijf in tijdelijke woningen, herstel en versterking zelf en medische zorg bij fysieke of psychische klachten.
Turf
De ontginning van bijna 150.000 hectare van het Boertanger Moor tussen Hoogezand en Winschoten en Emmen en Schoonebeek in 350 jaar bleek een logistiek en technisch huzarenstuk. Er is miljarden mee verdiend, al is zelfs bij benadering niet te zeggen hoeveel.
Het leverde werk op voor kanalengravers, turfstekers, schippers, ingenieurs, middenstanders, ondernemers, investeerders en een bijna ononderbroken geldstroom voor de stad Groningen, eigenaar van het gebied.
De turfwinning leverde een wereldwijd uniek kanalenstelsel op. Foto: Archief DVHN/DLG.
En als het over baten gaat moeten ook de na de vervening ontstane landbouw en aardappelmeel-, vetten- en strokartonindustrie worden meegeteld. Wat een rekensom nog onmogelijker maakt is dat het ontstaan van centra van ambacht en nijverheid en middenstand, waaruit weer plaatsen als de Pekela’s, Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal en Veendam groeiden, amper in geld is uit te drukken.
Lasten waren er ook, maar een prijskaartje hangen aan 3,5 eeuw armoede, uitbuiting en mis- en opstanden is evenmin te doen.
Er is in 3,5 eeuw turfwinning in de Veenkoloniën ongeveer 100.000 hectare hoogveen en 42.000 hectare laagveen in 16,6 miljoen dagwerken turf omgezet.
Een dagwerk was de hoeveelheid turf die een ploeg per dag, of één ervaren vervener per week, kon steken, zo’n 10.000 turven. De prijs van een dagwerk schommelde door de eeuwen heen, maar lag aanvankelijk tussen de 10 en 25 gulden (4,5-11 euro).
Ook het immense kanalenstelsel, met op het hoogtepunt ruim achtduizend kanalen die de Groningse en Drentse Veenkoloniën ontsloten, werd een economische bron. De waterwegen behoorden tot de drukst bevaren van Nederland.
Tienduizenden schepen gingen jaarlijks met miljarden turven en andere deklast door de sluizen. Uit de turfvaart ontwikkelde zich de zeevaart. Schippers voeren vanuit de Veenkoloniën uit over de hele wereld, tot en met Amerika en Indië.
Stroom
In de Eemshaven wordt volgens Groningen Seaports zo’n 8000 megawatt (MW) vermogen opgewekt en aangevoerd, door centrales, wind- en zonneparken en via kabels uit Scandinavië. Dat is 30 procent van de energiebehoefte in Nederland.
Het gevolg is een geïndustrialiseerde, steeds minder bewoonbare hoek van de provincie, maar een deel van de inkomsten slaat neer in Groningen.
De nieuwe 380 kV stroomsnelweg in aanbouw bij Vierverlaten. Foto: DVHN.
Groningen Seaports meldt in het jaarverslag van 2024 dat de opbrengst van de havens van Delfzijl en de Eemshaven 47 miljoen euro was. De goederenoverslag bedroeg in dat jaar 13,6 miljoen ton, er werd 16 miljoen euro geïnvesteerd en 25,4 hectare grond uitgegeven. De havens boden werk aan 8439 personen en bij Groningen Seaports zelf waren 104 medewerkers in dienst.
Ter illustratie ook de cijfers van een van de bedrijven: Google. Het datacenter gebruikt veel stroom, maar de onderneming doet ook wat terug, volgens een analyse van Deloitte, uitgevoerd in opdracht van Google.
Tussen 2017 en 2022 leidden de investeringen in de Nederlandse Google-datacenters in Middenmeer en Eemshaven tot ongeveer 840 miljoen euro per jaar in directe, 700 miljoen euro in indirecte en 200 miljoen euro in afgeleide economische bijdragen aan het bruto binnenlands product (bbp).
Ook zou er ongeveer 345 miljoen euro per jaar aan arbeidsinkomen zijn bijgedragen. In dezelfde periode droegen de werkzaamheden van Google in Nederland, ook volgens Deloitte, bij aan ongeveer 7250 directe, indirecte en afgeleide banen op jaarlijkse basis.
Google investeerde volgens eigen zeggen 45 miljoen in waterzuiveringssystemen en 28 kilometer in nieuwe waterleidingen in Groningen, om de servers met industrieel water te koelen.
Tussen 2017 en 2022 investeerde Google 6,1 miljoen euro in lokale projecten die het STEM-onderwijs (Science, Technology, Engineering, Mathematics) en beroepsopleidingen verbeterden, vluchtelingen beroepstrainingen boden en kleine bedrijven tijdens de coronapandemie steunden.
Het bedrijf begon vorig jaar met de aanleg van een derde datacenter in Winschoten, een investering van 600 miljoen en eenzelfde bedrag wordt uitgetrokken voor een vierde datacentrum in het Westpoort-bedrijvenpark in de stad Groningen.
Zout
In de provincie Groningen wordt al tientallen jaren zout gewonnen. Er zijn twee bedrijven actief: Nedmag in Veendam en Nobian in Zuidwending en Heiligerlee.
Nedmag wint in Veendam een van de zuiverste soorten magnesiumchloride (magnesiumzout) in Europa op 2 kilometer diepte uit het restant van een oerzee: de Zechsteinzee.
Een deel wordt wereldwijd verkocht, voor gebruik in onder meer voeding, papier, cosmetica en medicijnen. De rest gebruikt Nedmag zelf voor productie van magnesiumhydroxide, calciumchloride en magnesiumoxide.
Open dag bij Nobian in Heiligerlee. Foto: Huisman Media
Nedmag biedt volgens de eigen site werk aan 150 mensen en dat levert nog eens 750 banen op in Noord-Nederland. De omzet is ongeveer 120 miljoen per jaar. Er wordt jaarlijks ruim 2 miljoen kilo zout gewonnen.
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) onderzocht dat zoutwinning trillingen in de bodem veroorzaakt, maar acht het ‘niet waarschijnlijk’ dat die schade aan gebouwen veroorzaakt.
Gevolgen voor de waterstand in natuur- en agrarische gebieden en bodemdaling (65 centimeter!) in Veendam zijn er wel, al is dat volgens de SodM lastig toe te schrijven aan één specifieke oorzaak. Er is onrust over de winning in Veendam.
Om vernatting te voorkomen past Waterschap Hunze en Aa’s de huishouding aan. De kosten zijn voor Nedmag. Het bedrijf investeerde vorig jaar ook 10 tien miljoen euro in een filtersysteem, omdat de loodconcentraties uit de schoorsteen boven het toegestane maximum lagen.
Nobian, voorheen onderdeel van AkzoNobel, is de grootste zoutproducent in Nederland en wint sinds de jaren 50 van de vorige eeuw natriumchloride in Zuidwending en Heiligerlee.
De productie bedroeg in 2022, volgens een rapport van TNO over de zoutwinning in Nederland, bijna 3 miljoen ton in Zuidwending en Heiligerlee.
Het bedrijf biedt in Zuidwending, Heiligerlee en de verwerkingsfabriek in Delfzijl werk aan 290 mensen. Met alle investeringen en toeleveranciers en afnemers is Nobian goed voor ruim tweeduizend arbeidsplaatsen in Noord-Nederland.
Het zout uit de Oost-Groningse bodem en Twente is cruciaal voor de Nederlandse chemie- en kunststofindustrie. Landelijk zijn duizenden banen afhankelijk van zout.
SodM bracht het in 2022 verhoogde toezicht weer terug naar ‘waakzaamheid’, na de conclusie dat er geen tekenen zijn van een toename in de microtrillingen in Heiligerlee.
Ook inwoners in Zuidwending blijven zich zorgen maken. De huidige vergunning loopt tot november en het concern wil nog 10 jaar door.
SodM zet ook vraagtekens bij de veiligheid en vooral bij het afsluiten van de zoutcavernes daarna. Demissionair minister Sophie Hermans wil de vergunning verlenen mits Nobian aanvullend onderzoek doet.