Kunstschilder Geurt van Dijk op zijn vertrouwde plek voor het raam dat een heerlijk uitzicht op een lege akker biedt. Foto: Anjo de Haan
Fotograaf Janny Wierenga volgde met haar camera twee jaar lang kunstschilder Geurt van Dijk (82) uit Eppenhuizen. Het resultaat is vanaf zaterdag tijdens een expositie in het kerkje van Oldenzijl te zien.
‘Je moet over Oldenzijl.’ De schilder had het via de telefoon nog zo duidelijk gezegd. Maar ja, geografische duidingen van verbale aard zijn sinds de introductie van Google-navigatie ietwat in de vergetelheid geraakt. En inderdaad, de navigatie leidde koersvast en feilloos naar het verkeerde huis.
Een van de foto's die Janny Wierenga maakte en die onderdeel is van de expositie in het kerkje van Oldenzijl. Foto: Janny Wierenga
Over Oldenzijl dus maar. Een smal weggetje van grijswitte betonnen platen komt uit bij het boerderijtje in Eppenhuizen waar schilder Geurt van Dijk (1941) sinds dertig jaar woont. Hij staat in de deuropening van de schuur. De schilder draagt een oud, bruin corduroy colbertje en zijn voeten steken in klompen, waarmee hij als docent ook door de gangen van kunstacademie Minerva klotste. De klompen klinken hol op de vloer van de schuur die door eeuwenoude gebinten overeind wordt gehouden. Een bos uien bungelt aan een balk. Aan de muren hangen schilderijen en tekeningen. In een apart kamertje fonkelt een oude doch uitstekend onderhouden drukpers, een Heidelberg, die Van Dijk gebruikt om kaartjes te drukken.
‘Ik ben een alcoholist, een hele echte’
Hij klopt op een balk en staart omhoog naar het spinnenweb van balken dat langs het dak kronkelt. „Ze zijn hier vanwege die aardbevingen geweest. Dit moest ook worden versterkt. Weet je wat ze wilden doen?” Hij schudt zijn hoofd nog voordat hij het antwoord geeft. „Ze wilden er stalen balken inzetten. Staal! Ik zei: dat doen we dus maar niet.”
En zo gebeurde het ook.
Een van de wanden in de schuur wordt door lege drankflessen – en een enkele Maggi-fles – aan het oog onttrokken. Alsof ze poseren voor de schilder, een kunstwerk an sich. Hij knikt haast onmerkbaar na de haast onvermijdelijke vraag of hij een deel van de inhoud wellicht persoonlijk heeft genuttigd. „Ik ben een alcoholist. Een hele echte.” Hij zegt het bijna achteloos. Het is voor hem een mededeling, meer niet. „Mijn vader kon ook goed drinken.”
De schuur van Geurt van Dijk ziet eruit als een stilleven. Foto: Anjo de Haan
In een hoek staan enkele fietsen al stof verzamelend langzaam maar zeker te vergaan. Hij wijst naar een van de fietsen. „Die is van mijn vader geweest. Zie je die lichte beschadigingen in het frame? Die zijn van een melkbus. Ik gebruikte de fiets om de melkbussen mee te vervoeren.” Hij glimlacht. „Ik heb heel wat koeien gemolken.”
En het was een van de fietsen waarmee het gezin tijdens de Tweede Wereldoorlog naar België vluchtte. „Dat was tijdens de Slag om Arnhem. Ik en mijn broer zaten op de fiets van mijn moeder en opoe bij vader. We vertrokken op de fiets en later werden we met een legertruck naar België vervoerd.”
‘Ik vergat hoe ik moest stotteren’
De geallieerden voerden van 17 tot 25 september 1944 een omvangrijke luchtlanding rond Arnhem uit, die uiteindelijk mislukte. „Ik weet er weinig meer van hoor, maar ik herinner mij nog hoe ik met een dekentje om me heen in een legertruck zat. Ik was ziek en had de mazelen. Ik stotterde toen nog. Niet meer hoor. Ik ben blijkbaar vergeten hoe het moest.”
Geurt van Dijk werd in december 1941 in Driel (provincie Gelderland) geboren. „Mijn ouders hadden een gemengd bedrijf. Mijn oudste broer was de opvolger dus ik moest een ander vak leren. En ik hield ervan om te tekenen. Mijn ouders vonden het prima, maar niet als er hooi buiten lag of als er appels moesten worden geplukt. Dan moest je niet tekenen. Dan moest je werken.”
Op de lagere school mochten hij en de andere leerlingen op vrijdagmiddag tekenen. De juf las voor uit Winnie de Poeh en dan tekenden de leerlingen uit hun hoofd de personages. ‘Tekenen is de bron van alles’, zei hij ooit in een interview. ‘Zonder tekenen is de wereld een grote wildernis.’
De schuur van de schilder bevat allerlei schatten, zoals deze oude Heidelberg. Foto: Anjo de Haan
Wellicht, maar niet dat tekenen een garantie is voor orde. De woonkamer en keuken dragen de sporen van een man alleen. Maar de schilder en zijn huis vormen samen een geheel. Oud, maar scherp. Rommelig, maar smaakvol en van kwaliteit. Vanuit een comfortabele leunstoel heeft hij een royaal uitzicht op een kale akker waar suikerbieten worden verbouwd. Een tractor heeft diepe met plassen gevulde sporen achtergelaten in de donkere klei. Een lijstloos schilderij waar hij dagelijks naar staart. Op een tafeltje ligt binnen handbereik een fors uitgevallen verrekijker waarmee hij reeën bespiedt. „Maar die doet het niet zo goed.” Ernaast ligt de met een leren omslag gepantserde familiebijbel die bij het boek Samuel 12 ligt opengeslagen. „Zo ben ik opgevoed: niet heidens.”
‘Deze expositie is een venster op zijn werkelijkheid’
Janny Wierenga (1945) zit in een stoel tegenover hem, ze pakt haar camera en richt die zoals ze de afgelopen twee jaar al zo vaak deed op de kunstenaar.
Klik.
Zo ziet ze hem het liefst: ongekunsteld. De gepensioneerde wijkverpleegkundige werd twee jaar geleden via haar schoondochter die in Oldenzijl woont op de kunstenaar gewezen. „Ik werk al dertig jaar als fotograaf en ik ben altijd op zoek naar mensen die ik een poosje kan volgen, mensen die een verhaal hebben. Bij Geurt was voor mij een schatkamer, een ontdekkingsreis. Deze expositie is een venster op zijn werkelijkheid.”
Fotograaf Janny Wierenga uit Groningen volgde de kunstenaar twee jaar met haar camera. Foto: Anjo de Haan
Ze heeft honderden foto’s van Van Dijk in haar computer. „Maar niet alleen van hem hoor, ook van zijn omgeving. Zolang het maar iets is wat zijn verhaal vertelt. Op de expositie komen er elf te hangen. Ja, dat was wel even kiezen.”
Ze stond op de meest onverwachte momenten op de stoep. „Aankondigen is niet nodig. Geurt is er altijd. Ik bleef een uur of twee en dan vertrok ik weer.”
In een hoek van de kamer staat een grote, veelgebruikte ezel. Lichamen, staand, knielend en liggend bewegen als schimmen over het doek. Van Dijk schetste het tafereel eerst op een papiertje, een brief van het ministerie van Volksgezondheid over corona. „Maar ik schilder bijna niet meer. Ik heb niks meer te melden. Bovendien heb ik geen geld meer nodig om boterhammen voor de kinderen te smeren. De tijden zijn veranderd.”
Hij kijkt even op als Janny haar camera weer omhoog brengt.
Klik.
Geurt van Dijk
Geurt van Dijk is naast kunstenaar ook beeldhouwer, etser, graficus en lithograaf. Zijn werk wordt gerekend tot het academisch maniërisme, oftewel de late renaissance. Hij werkte als docent aan de Academie Minerva in Groningen. Van Dijk kreeg in 1991 de Gelderland Grafiekprijs