Vincent Hensen-Oosterdijk achter het orgel in de Nicolaïkerk. Foto: Kees Bouma
In de Nicolaïkerk in Appingedam vindt zondag 4 mei een uniek concert plaats. Het Toonkunstkoor Delfzijl gaat een requiem, een muziekstuk opgedragen aan een overledene, uitvoeren. Dirigent Vincent Hensen – Oosterdijk heeft het geschreven ter ere van zijn in 2008 overleden moeder.
,,Als ik toetsen zie moet ik er iets mee, ik kan er niet zomaar aan voorbij lopen. Ik kan me niet indenken dat ik wat anders ga doen dan werken in de kerkmuziek.’’ Vanaf jonge leeftijd was Vincent (toen nog alleen) Hensen, gebiologeerd door muziek en muziekinstrumenten. ,,Mijn ouders hebben me ook een tijdje op voetbal gedaan, maar dat was helemaal niets voor mij.’’
Op zijn zesde ging hij in Oude Pekela op een kinderkoor waar een einde aan kwam toen hij de baard in de keel kreeg. ,,Als Dirk Swama daar op het orgel speelde zat ik er als klein jongetje naast.’’ Hensen – Oosterdijk ging na de havo naar het Prins Claus Conservatorium en heeft daarna van zijn hobby z’n beroep kunnen maken.
Vele werkgevers
Dat is niet eenvoudig in een sector waar het niet gemakkelijk is om je brood te verdienen. Hensen – Oosterdijk heeft dan ook vele werkgevers. Hij dirigeert in Leeuwarden, Veendam, op het Hogeland, Winschoten, Appingedam en Delfzijl. Hij bespeelt orgels en is stadsbeiaardier en bijna elke avond op pad. ,,Dat vind ik niet erg. Lastiger zijn de vele vergaderingen die besturen en leden graag gepland willen zien. En op een vraag via de app moet snel een antwoord komen. Mensen met een glimlach of een bezweet voorhoofd naar huis te laten gaan is mijn doel.’’
Aan het bespelen van het carillon beleeft hij ook veel plezier. ,,Veel mensen realiseren zich vaak niet eens dat er een beiaardier bezig is.’’
Een plek waar je levensvreugde vindt
Hensen, getrouwd met Hannah Oosterdijk en vader van twee kinderen, ziet veel waarde in samen zingen: ,,Dat is gezond. Het koor is een plek waar je levensvreugde vindt. Maar ik neem het wel serieus. Een koor moet boven zich zelf uitstijgen. Steeds een beetje beter worden. De voorbereiding op een concert is dan ook een hele leuke tijd. Gezelligheid is prima, maar als het te gezellig is wordt er niet gewerkt.
„Met een doel voor ogen krijg je mensen in een flow en dan leer je veel sneller. Het moet in alle veiligheid geschieden. Daar hecht ik aan. Iedereen moet zich gehoord en gezien voelen en de rollen moeten duidelijk zijn. Een geschil moet altijd uitgesproken worden. Dat wil iedereen ook graag.’’
De taal van de engelen
Op 4 mei om 21.00 uur gaat het Toonkunstkoor Delfzijl met zo’n 50 leden uit Appingedam, Delfzijl en meerdere omliggende dorpen en ondersteund door een elftal aan musici het requiem laten horen. Het concert duurt een klein uurtje en is in het Latijn geschreven, een taal die Hensen zichzelf eigen heeft gemaakt: ,,Het Kerklatijn beheers ik. Niet veel meer hoor. Mijn moeder zei altijd: ‘Latijn is de taal van de engelen’.’’
Al snel na het overlijden van zijn moeder in 2008 vatte Hensen dit plan op, maar het duurde even voor het van de grond kwam. ,,Het koor pakt het geweldig op.’’ Hensen hoopt op veel belangstelling: ,,De Nicolaikerk is groot, er is plek zat en als het druk wordt slepen we stoelen erbij. De toegang is gratis. Het is een unieke gebeurtenis voor deze regio, want dit soort dingen vinden vooral plaats in de Randstad, waar bijna alle subsidie naar toe gaat.’’