De overheid moet veel meer tempo maken met de uitrol van groene waterstof. Dat schrijven de havenbedrijven en industrieclusters in een brief aan het (demissionaire) kabinet en de netbeheerders Gasunie en TenneT.
Volgens de ondertekenaars komt de markt voor groene waterstof moeizaam op gang doordat het kabinet treuzelt met regelgeving, aangekondigde initiatieven, subsidies en de aanleg van leidingen voor het transport ervan.
Dat schept onduidelijkheid die bedrijven ervan weerhoudt te investeren in al lang bestaande plannen voor de bouw van waterstoffabrieken. De industrie stelt beslissingen uit over kostbare aanpassingen van het productieproces, die bijvoorbeeld nodig zijn als groene waterstof de plaats inneemt van aardgas of daaruit geproduceerde grijze waterstof.
Ondertekenaars
Tot de ondertekenaars van de brief behoren Groningen Seaports (GSP) en HyNorth, de koepel van waterstofinitiatieven in de drie noordelijke provincies. In het GSP-gebied hebben RWE, Engie en HyCC plannen klaarliggen om er groene waterstof te gaan produceren. Equinor wil er blauwe waterstof gaan maken. Dat wordt gemaakt van aardgas, waarbij de vrijkomende CO2 wordt afgevangen.
,,Er wordt niet doorgepakt”, zegt GSP-directeur Cas König. Hij vreest dat Nederland zijn voorrangspositie als waterstofland in de EU kwijtraakt. ,,Ik ervaar onrust bij de investeerders. Het buitenland pakt sneller door. Met name Frankrijk, Duitsland en inmiddels ook Engeland.”
König zegt dat de vertraging ook ten koste van bestaande ondernemingen kan gaan. Een ruim aanbod van groene waterstof kan volgens hem soelaas bieden voor bedrijven die gebukt gaan onder de hoge gas- en elektriciteitstarieven.
Bijmengverplichting
De GSP-directeur: ,,Het komt misschien niet alleen door hoge energieprijzen, maar kijk eens wat we de afgelopen twee jaar in ons gebied aan bedrijven zijn kwijtgeraakt. Aldel natuurlijk, PMC in Delfzijl, NEG in Westerbroek, Qsil in Winschoten gaat later dit jaar dicht. Als we de bestaande industrie willen helpen, dan moeten we wel wat gaan doen.”
Een voorbeeld van onduidelijkheid is de bijmengverplichting. De EU wil dat de lidstaten in 2030 42 procent van de huidige grijze waterstof die de industrie gebruikt, heeft vervangen door groene waterstof. De lidstaten mogen zelf weten welke sectoren daaraan moeten bijdragen. In Nederland is daarover nog niets bekend terwijl de overschakeling vaak grote investeringen vergt.
König noemt als voorbeeld een bedrijf dat al lang bezig is de overstap van gas op waterstof voor te bereiden: NedMag in Veendam. Hij sluit niet uit dat de vanwege de hoge gasprijs stilgelegde Delfzijster (bio)methanolfabrikant OCI Methanol (voorheen BioMCN) weer in bedrijf komt, als het grootschalig groene waterstof kan inkopen. ,,Maar dat vraagt wel om aanpassingen in de productie.”
Ook in EU-verband moeten er snel afspraken worden gemaakt, zegt König. Dat is nodig voor bijvoorbeeld de plannen om in de Eemshaven een terminal te bouwen voor de import van groene waterstof, wanneer de tijdelijke LNG-terminals daar zijn verdwenen.
Je moet zorgen dat alle Europese waterstofterminals een gelijk speelveld hebben, aldus de GSP-directeur. Dat vraagt om afspraken in EU-verband over bijvoorbeeld het type schepen dat bij alle waterstofterminals kan aanleggen, de papieren rompslomp en de tarieven. ,,Dat moet allemaal hetzelfde zijn, anders krijg je concurrentie. Maar ook daarover bestaat nog geen duidelijkheid”, aldus König.