Emma Josten is de stoere, slimme heldin van het verhaal. Foto: Reyer Boxem
Alweer zo’n mega muziektheaterspektakel. De derde productie van Zummerbühne. De alom geprezen Ripperda van vorig jaar was er nog bescheiden bij.
Behalve de acht hoofdrolspelers doen er welgeteld 111 ensemblespelers, koor- en orkestleden mee in dit verhaal. Samen meer dan genoeg om, waar nodig, kolkende mensenmassa’s op de been te brengen. Of, om in een mooi, aangrijpend beeld van dood en verderf, de gigantische speelvloer met ontzielde mensenlijven te plaveien.
Ook zonder die houten bouwsels links en rechts is het droomdecor er gewoon al: de ruimte, het middeleeuwse kerkje op de wierde, de bomen, de weidse Groningse lucht. Voor de regie om je vingers bij af te likken. En het gáát ook nog eens ergens over. Over cynische politici, over recht dat krom is, over arm en rijk, opstand en onderdrukking. En ja natuurlijk een lekker verhaal over een tirannieke vader, een gefrustreerde moeder en een opstandige en zeer begeerde dochter. Diepe haat, brandende liefde en compromisloos heldendom.
Actueel
En daarmee zijn we er nog niet. De voorstelling is ook nog eens razend actueel. Het dreigende gevaar van het stijgende water, dat wordt echt wel gezien maar van hogerhand glashard ontkend. Maatregelen blijven uit. Privé-initiatieven worden in de kiem gesmoord. Goede ideeën weggehoond. Dan, opeens stroomt de scène vol met berooide vluchtelingen. Weggespoeld. Aangespoeld..
Helden, rotzakken en wegkijkers. Deze late Middeleeuwers konden er al over meepraten. En zingen. Een lied golft over de tribunes de velden in. De videoprojectie laat de ‘grauwe gulzige golven’ over de gevel van het kerkje rollen. En daarna een compositie van gebalde vuisten. Het is te laat. Voor wie nu nog iets wil: Te Laat.
Pot ellende
Kun je van zo’n uitzichtloze pot ellende − tekstschrijver Tjeerd Bischoff − nog wel een leuke voorstelling maken? Ja dus. Regisseur Liesbeth Coltof weet daar raad mee. De kijker moet er de eerste paar scènes even in komen, maar dan word je stevig het verhaal in gezogen. Hoe tragisch ook, het speelt lekker, het kijkt lekker. Een fraai gekostumeerde show. De muziek snijdt soms zachtjes door je ziel. Maar er valt gelukkig veel te lachen. Als de meute zo’n uitslover van een koddebeier van kant maakt is dat alleen maar ontzettend grappig. En als Margje Wittermans eindelijk afrekent met die enge klootzak van een echtgenoot – een sublieme Tjebbo Gerritsma – is dat regelrecht hilarisch.
Emma Josten is de stoere, slimme heldin van het verhaal. Mooi, bijna idyllisch aan de galg samen met haar sympathieke smid Gustav Borreman. De gedroomde vader. Even opstandig als zij.
Ik zou die kermis nog willen noemen. Het heksenproces. Het volkstribunaal. Iets met ondeugende nonnetjes. Het hilarische bezoek van rijke dames uit Groningen. Doe ik niet. Gewoon zelf gaan kijken.