De impact van de op twee na grootste aardbeving in Groningen eind vorige week is groot, merken ze bij het serviceloket van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). „Bellers zijn soms wanhopig.’’
De hoop van Groningers dat het na het stopzetten van de gaswinning gedaan was met zware aardbevingen, is in de nacht van donderdag op vrijdag met een grote klap verdwenen. Bewoners van het aardbevingsgebied zien nieuwe scheuren in hun pas opgeknapte huizen. Of, nog schrijnender: in woningen die nog steeds wachten op herstel of versterking.
Terwijl de meeste kantoren aan het Cascadeplein in Groningen donker en verlaten zijn, is er één kantoor waar er het afgelopen weekend hard doorgewerkt wordt: dat van het serviceloket van het Instituut Mijnbouwschade Groningen. De dag na de beving van Zeerijp, met een kracht van 3.4 op de schaal van Richter de op twee na zwaarste ooit, stromen de telefoontjes binnen.
Noodprotocol
„We hebben die vrijdagochtend meteen het noodprotocol in werking gezet”, zegt Jeroen Papadopoulos (35), manager van het serviceloket van het IMG. „Dit zijn situaties waarvoor we zijn opgericht. We hebben geïnventariseerd: wat is er gebeurd, wat is er nodig. Toen is meteen besloten het weekend door te werken.”
Na een oproep blijkt dat het personeel erg betrokken is. „Binnen vier minuten had ik de bezetting rond”, zegt Leonie Bijmolt, coördinator van het serviceloket. „Zo’n 80 tot 90 procent van onze medewerkers komt zelf uit het aardbevingsgebied, ze weten wat de bellers doormaken.”
Personeel krijgt training
Die schademelders zijn soms boos, wanhopig en gefrustreerd, na weer een klap, die ze stiekem niet meer verwacht hadden na het stopzetten van de aardgaswinning. Bijmolt: „De medewerkers hebben een training gehad om met emotionele en agressieve bellers om te gaan.’’
Achter het telefoonnummer en de mail van het serviceloket schuilen dagelijks ruim veertig medewerkers. Een deel hen werkt thuis, anderen kiezen voor het kantoor. De vragen zijn uiteenlopend van aard. „Het principe is dat iedereen ons mag bellen”, zegt Papadopoulos. „Wij kunnen melders dan informeren over schaderegelingen waar ze mogelijk voor in aanmerking komen, hoe ze online een melding kunnen doen, of informatie geven over een al eerder ingediende aanvraag.”
Piek in de meldingen
Sinds de beving bij Zeerijp is er sprake van een piek in het aantal meldingen. Op woensdagmiddag 16.00 uur stond de teller op 2517 schademeldingen. Ook werden er in die periode 68 meldingen van een mogelijk acuut onveilige situatie (AOS) gedaan. Maar ook in ‘normale’ tijden is het druk bij het serviceloket, zegt Papadopoulos: „Per week krijgen we ongeveer 1500 telefoontjes binnen.”
‘Ik ben een soort sociaal werker’
Judith Israël (59) zit met een headset op achter een beeldscherm. Ze staat een beller te woord die is verhuisd en zich afvraagt of een scheur die hij heeft opgemerkt al door de vorige bewoners gemeld is. „Als u twijfelt: gewoon een nieuwe aanvraag doen”, is haar advies. Net als haar collega’s krijgt ze regelmatig gefrustreerde of boze mensen aan de lijn. „Ze mogen best even boos doen, ze moeten hun verhaal kwijt. Maar het moet wel fatsoenlijk blijven. Als ze gaan schelden verbreek ik de verbinding.”
Israël is blij dat ze aardbevingsgedupeerden kan helpen. „Eigenlijk ben ik een soort sociaal werker”, zegt ze. „Ik zit hier wel op mijn plek. Het is dankbaar werk.”
Over het IMG
Het Instituut Mijnbouwschade Groningen bestaat sinds 1 juli 2020. Het is de opvolger van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen. In totaal is tot nu toe circa 2,9 miljard euro aan schadevergoeding uitgekeerd: 2,1 miljard voor fysieke schade, 513 miljoen euro voor waardedaling en 269 miljoen euro voor immateriële schade.