Gerst Stel (midden) met de zelfgebouwde radio van zijn opa. Foto: Peter Wassing
Een zelf geknutselde radio stal vrijdag de show tijdens de WOII-inbrengdag in het Museum aan de A (voormalig scheepvaartmuseum) in Groningen
Gert Stel uit Groningen haalt een ietwat versleten kartonnen doos uit een tas en legt deze op een tafel in een van de tentoonstellingsruimten van het het Museum aan de A. Hij haalt het deksel er voorzichtig af en er verschijnt een zelfgebouwde radio, een fraai staaltje huisvlijt. ,,Die heeft mijn grootvader Berend Urbach in de oorlog gemaakt toen de Duitsers het luisteren naar de radio niet meer toestonden. Hiermee luisterde hij naar de BBC.’’ Hij glimlacht. ,,Ja, hij was een inventieve man. Hij was bedrijfsleider bij groentedrogerij Ten Have in Scheemda.’’
Illustrator van Het Parool belandt in krijgsgevangenkamp
In het museum vindt de eerste editie van de Groninger Niet Weggooien Tour plaats. Deze is onderdeel van een landelijk initiatief en heeft als doel voorwerpen en documenten uit de oorlog te bewaren voor de toekomst. De voorwerpen werden eerst aan deskundigen van onder meer het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen (OVCG) en Battlefield Tours voorgelegd.
Een vrijwilliger van het OVCG weet wel het een en ander van zelfgebouwde radio’s uit de oorlogsjaren. ,,De meeste zijn verdwenen, die werden na de oorlog weer uit elkaar gehaald.’’ Hij bekijkt de vrolijke wirwar aan buizen en draadjes en draait aan wat knopjes. ,,Ah’’, mompelt hij. ,,Dat is de golfafstemming en dit knopje is voor de fijnstemming. Knap gedaan.’’
Stel hoopt dat het museum de radio een mooi plekje wil geven. ,,Bij mij staat het maar in de garage.’’
‘Moeder schreef in gevangenis verslag op wc-papier’
Joop Arnolli (1954) uit Peize haalt een geglazuurd plaatje tevoorschijn waarop ‘Adolf Benger. B. Kamnitz.’ staat. ,,Die heeft mijn vader (Jans Alef Arnolli, red.) uit het krijgsgevangenkamp Stalag 4C in Tsjechië als souvenir meegenomen.’’
De vader van Joop Arnolli belandde in de oorlog in een Duits krijgsgevangenkamp. Foto: Peter Wassing
Zijn vader is een van de Nederlandse oud-militairen die in mei 1942 de oproep kreeg zich te melden als krijgsgevangene. ,,Hij ging niet, hij zat ondergedoken.’’ Zijn vader tekende onder meer spotprenten voor verzetskrant . ,,Uiteindelijk werd hij verraden en opgepakt.’’ Arnolli belandt via het Scholtenhuis en Kamp Amersfoort in het krijgsgevangenkamp Stalag 4B in Duitsland bij Mühlberg terecht. Vanwege de oprukkende geallieerden werden de gevangenen verplaatst en moest hij een barre voettocht naar Stalag 4C maken. ,,Van de 200 gevangenen kwamen er 50 om het leven.’’
Groninger Niet Weggooien Tour
De Groninger Niet Weggooien Tour is zaterdag 29 april van 14 tot 17 uur in Oorlogsmuseum Middelstum en woensdag 3 mei van 14 tot 17 uur in het Victory Museum Grootegast. De Tweede Wereldoorlog-experts die in wisselende samenstelling onderdeel uitmaken van de Groninger Niet Weggooien Tour zijn: Heiko Ates (Victory Museum), Ties Groenewold (Oorlogsmuseum Middelstum), Joël Stoppels (Battlefield Tours), Frank von Hebel (Dagblad van het Noorden) en Renske van Donk, Klaas Niemeijer en Anne Oostenbrug (OVCG)
Het kamp werd uiteindelijk door de Russen bevrijd. ,,Hij was een scharminkel toen hij terugkwam. Hij overleed in 1968.’’ Het enige boekje dat zijn vader in het laatste krijgsgevangenkamp mocht lezen, wil hij graag aan het verzetscentrum doneren. ,,Zodat het goed wordt bewaard.’’ Het geglazuurde plaatje wil hij nog even houden. ,,Dat bewaar ik in een vitrine.’’
Het plaatje dat Jans Alef Arnolli uit een krijgsgevangenkamp in Tsjechië meenam. Foto: Peter Wassing
Het inlossen van een belofte
Evelien Stadt uit Groningen komt naar het museum om een belofte aan haar moeder in te lossen. Ze haalt uit een mapje een aantal velletjes grauw papier dat met een keurig handschrift is beschreven. ,,Mijn moeder zat in de gevangenis en gebruikte wc-papier om een verslag te maken. Ze zat tien dagen lang met een groepje Joodse vrouwen in het huis van bewaring in Arnhem opgesloten. Mijn opa had in Barneveld een banketbakkerij. Klanten vroegen hem of hij op Koninginnedag ook oranjekoek wilde bakken, maar dat mocht natuurlijk niet van de Duitsers. Mijn opa wilde geen gebakjes met oranje maken en had zijn kinderen verboden dat te doen.''
,,De klanten vroegen aan mijn moeder, die in de winkel stond, om dit stiekem te doen. Mijn oom is toch gaan bakken. Opa is voor verhoor meegenomen en kwam pas een week later terug. Oom kwam eerder terug. Mijn moeder en mijn oma werden later ook verhoord en mijn oom en mijn moeder werden een maand later alsnog opgehaald om een gevangenisstraf uit te zitten. Zij moest een week, maar zonder uitleg werden dit tien dagen. Die extra dagen waren natuurlijk heel spannend en onzeker: zou ze nog wel vrijkomen? Van mijn oom weet ik niet hoe lang hij heeft gezeten. Ze vertelde er niet veel over, behalve dat het koud en nat was en dat ze weinig te eten kregen. Er zaten dus ook Joodse vrouwen gevangen. Het was een angstige tijd.’’
Hans Beck uit Groningen leverde een stapel kranten in die zijn vader in de oorlog verzamelde. Foto: Peter Wassing
Ze moest haar moeder, die in 2016 overleed, beloven dat het verslag bij een museum zou worden ondergebracht. Een medewerkster belooft voor haar te informeren of er een museum of archief in de omgeving van Barneveld of Arnhem is geïnteresseerd. Stadt: ,,Dan gaan we daar met de hele familie naartoe.’’ Het komt wel goed met die belofte.