De weekmarkt en een deel van Adrillen hadden lang hun plek op het plein. Foto: Collectie Groninger Archieven/Business Graphics Datentechnik G
Het Marktplein in Winschoten heeft een geschiedenis van uitersten. Eeuwen lang speelde de dood er een hoofdrol, later het jonge, ‘wilde’ leven.
In de lange historie van het Marktplein in Winschoten is er één grote constante factor: de hervormde kerk. Die staat centraal op het plein en werd gebouwd rond 1270, toen uiteraard nog als Rooms-Katholieke kerk.
Meer en meer graven
Van een plein zoals we dat nu kennen, was toen geen sprake. Rondom het godshuis werden de inwoners van het toen nog heel kleine Winschoten begraven. Er lag een kerkhof dat meer en meer graven kreeg, naarmate het plaatsje aan het rivertje De Rensel uitdijde.
Vele eeuwen lag de dodenakker daar. Winschoten kreeg ook een markt maar die werd elders gehouden, voor de toren die nu d’Olle Witte heet.
Cruciaal jaar 1829
Een cruciaal jaar was 1829. ,,Vanaf toen mochten in Nederland geen mensen meer binnen bebouwde kommen worden begraven’’, zegt stadshistoricus Robert Jalink. ,,Dat betekende dat het gedaan was met het ter aarde bestellen van mensen bij de kerk. Die locatie lag immers binnen de bebouwde kom. De bestuurders van Winschoten realiseerden elders een begraafplaats.’’
Het Marktplein 100 jaar geleden, toen het een komen en gaan van boderijders was. Foto: Collectie Groninger Archieven
In de decennia die volgden, werden beetje bij beetje graven rondom de kerk geruimd. Het kerkhof werd kleiner en kleiner en rondom de kerk ontstond een plein. Een ruimte die het opbloeiende Oostgroninger stadje, want dat was Winschoten inmiddels, goed kon gebruiken.
Komen en gaan van boderijders
Het plein werd onder meer de plek waar boderijders dagelijks af en aan reden. ,,Ze kregen opdrachten om pakjes naar Groningen of dorpen in de omgeving te brengen of juist iets op te halen’’, zegt Jalink. ,,Het was een komen en gaan van boderijders. Op zeker moment kreeg ook de brandweer van de stad zijn kazerne aan de rand van het plein.’’
Het Marktplein dankt zijn naam aan de grote weekmarkt die hier jarenlang gehouden werd. Op zaterdagen stond het vol met kramen en zag het er zwart van mensen die hun inkopen deden. Veehandelaren deden er hun zaken tijdens de Adrillen, de beroemde najaarsmarkt.
Uitgaanscentrum
In de laatste decennia van de vorige eeuw vestigden zich aan het plein horecazaken. Herbergen hadden er altijd al gestaan maar nu kwamen daar kroegen, eetgelegenheden en dancings bij. Discotheek Night Fever hoorde daar bij. Het Marktplein ontwikkelde zich zo tot hét uitgaanscentrum van de regio. Het contrast met de gewijde stilte van het kerkhof die er eeuwen had gehangen, kon niet groter zijn.
Anno 2023 staan er nog altijd horecazaken aan het plein en gaan jongeren en ouderen er uit, wellicht niet meer zo massaal al vroeger. De weekmarkt is al jaren geleden verplaatst naar elders. Van die wekelijkse drukte is geen sprake meer. Wel staat er enkele weken per jaar een kermis, onder meer tijdens Adrillen en kunnen enkele festivals er terecht. En natuurlijk staat de monumentale kerk er nog altijd waar het in de dertiende eeuw allemaal mee begon.