Tweede Kamerleden Stieneke van der Graaf (Christenunie, rechts) en Anne Kuik (CDA) in dubbelinterview. Foto: Phil Nijhuis
Al die jaren mochten ze er niet over praten. Stieneke van der Graaf (38) van de ChristenUnie en Anne Kuik (36) van het CDA waren de twee Groningse Tweede Kamerleden in de parlementaire enquêtecommissie gaswinning Groningen. Een dubbelinterview.
Tweeënhalf jaar lang beheerste het onderzoek hun werk. Dinsdag en woensdag is het Kamerdebat over de kabinetsreactie op de harde conclusies in hun onderzoeksrapport. Ze hopen dat in het debat recht wordt gedaan.
Stieneke van der Graaf: ,,Er waren natuurlijk veel grote vragen om te beantwoorden. Een belangrijke was wat er zich nou in 2013 heeft afgespeeld. Waarom werd er niet naar de toezichthouder geluisterd na de aardbeving in Huizinge, die zei dat de gaswinning naar beneden moest?
Het onderzoek heeft naar boven gehaald dat we na 2012 echt een forse stap hadden kunnen zetten. Er had ingegrepen kunnen worden maar dat is niet gedaan. Pas in 2014 werd bekend dat er die piekwinning was het jaar ervoor. Dat heeft in Groningen echt een breuk in het vertrouwen gebracht. Ik ben heel blij dat we daarover de waarheid boven tafel hebben gekregen.’’
Anne Kuik: ,,Belangrijk was de beving in Huizinge en daarna de schok: hoe kán het nou dat juist daarna het meeste gas wordt gewonnen? Maar ook dat na die piekwinning in 2013 de hele bestuurlijke spaghetti is ontstaan, waar allemaal beloftes zijn gedaan aan de Groningers waar niets van terecht kwam. We hebben goed kunnen schetsen hoe dat heeft kunnen gebeuren. Je hebt er zoveel leed mee gedaan richting mensen en dat heeft zó veel impact. Dat zie je ook terug in allerlei rapporten, wat dat gedaan heeft met het vertrouwen van mensen in het Noorden richting de overheid. Die ramp in slow motion.’’
Van der Graaf: ,,Dat was een heel bijzonder moment. We wisten natuurlijk precies wat Tom zou gaan zeggen, dat hoort ook bij dit werk. Het is allemaal samen voorbereid. Maar ik herinner me dat moment omdat alle mensen tegenover ons zaten, mensen die we hebben gesproken thuis, bij de verhoren of op school. Als je ze dan in de ogen kijkt en je ziet wat de woorden met hen doen, dat doet je zelf ook wat.’’
Kuik: ,,Tom deed het fantastisch, hij zette precies de goede toon neer. Maar je ziet dan de koppies. Het was moeilijk die reacties en blikken te incasseren. De emoties zitten natuurlijk hoog omdat je weet wat het heeft gedaan met de mensen.’’
Van der Graaf: ,,Volgens mij was iedereen van ons ook geraakt.’’
Kuik: ,,Het was natuurlijk allemaal heel geheim.’’
Ze wijst op een kluis in haar werkkamer.
,,Kijk, daar lagen alle stukken. Het meeste was digitaal, maar toch. Je wilt natuurlijk niet dat daar een smet op komt.’’
Van der Graaf: ,,We konden er niet met onze fracties over praten, met niemand, alleen met elkaar. Dat leverde ook wel een bijzondere dynamiek op. We zitten in een tijd waarin de politiek enorm gepolariseerd is. We hebben als een team samengewerkt waarbij iedereen zijn politieke kleur achter zich liet. We waren samen op zoek naar de waarheid.’’
Kuik: ,,Iedereen met zijn eigen karakter en aanpak. De een vliegt het anders aan dan de ander. Met zijn allen hadden we wel chemie.’’
Kuik: ,,Ik had het idee dat ik nu iets voor onze regio kon bijdragen. Ik wist van tevoren dat het wel iets ging betekenen, tweeënhalf jaar. Ik had dit niet zomaar bij ieder ander onderwerp gedaan.’’
Van der Graaf: ,,Omdat ik uit Groningen kom en in de Provinciale Staten zat, ben ik bij veel mensen thuis geweest en heb ik gezien welke impact het had. Bij veel gezinnen was het het verboden woord aan tafel. Er waren stressklachten. Bij kinderen die structuur nodig hebben, staan ineens van die palen in je woonkamer. De onzekerheid dat je huis niet veilig is, dat je eruit moet maar je weet niet wanneer. Dat was voor mij ook al een reden om me beschikbaar te stellen voor het Kamerlidmaatschap. Ik wilde dus graag bijdragen aan het werk van de commissie, om op zoek te gaan naar waarheid en naar recht. Als je dit werk wilt doen, moet je ook wel intrinsiek gemotiveerd zijn, want het vraagt veel van je. Normaal ben je als Kamerlid drie dagen in de week in Den Haag, tijdens het onderzoek wel vier of vijf. Dat was voor ons met onze gezinssituatie best een uitdaging.’’
Kuik: ,,Gelukkig waren er ook werkbezoeken in Groningen, bij wijze van spreken bij ons in de achtertuin.’’
Van der Graaf: ,,Ik heb vlak voordat ik weer in de Kamer kwam mijn tweede kindje gekregen. Het was wel een vraag thuis van ‘kunnen we dit bolwerken.’ Mijn gezin ging al drie dagen per week mee naar Den Haag omdat mijn man voor zijn werk niet aan Groningen is gebonden. Met alle hulp van mijn man en opa’s en oma’s konden we het aan.”
Kuik: ,,Ik was zwanger en heb de besloten verhoren allemaal kunnen doen. Toen de eerste week van de openbare verhoren kwam, was ik net bevallen. Van tevoren zei ik nog met grote woorden: ‘Ik ben er toch bij.’ Maar dat was niet reëel. De verhoren na de zomer kon ik er gelukkig volop bij zijn. We kregen het met familie-ondersteuning voor elkaar. Lang leve ook af en toe de videofunctie, zodat je even kan bellen en de koppies ziet. Samen hebben we het rond gekregen, maar dat was eigenlijk ook geen vraag. Tuurlijk ging ik het doen.’’
Kuik: ,,Je hoort echt jonkies, echt kleine gastjes die zo de stress van hun ouders meenemen op hun schouders, daar schrik je van. Jongens, je mag ook kind zijn, alsjeblieft. We hebben ook in de aanbevelingen gekeken wat je voor de toekomst doet om weer vertrouwen te krijgen. We hebben hartverscheurende verhalen gehoord. Het is zo onrechtvaardig, we hebben mensen echt gek gemaakt met die bureaucratie.’’
Van der Graaf: ,,De impact is nog steeds groot. We spraken een jongetje op de basisschool die zei hoe hij ’s nachts eerst een boekje gaat lezen om weer rustig te worden als er weer een aardbeving is geweest. Er was een meisje dat vertelde hoe het gezin uit elkaar werd gehaald omdat hun huis versterkt moest. Het gezin paste niet samen in één tijdelijk huis, dus werd in twee verschillende huizen ondergebracht.’’
Kuik: ,,Dat is lastig, omdat de mensen eerst uit de problemen moeten komen. Daar gaat het om. Toch zal je ook naar de toekomst moeten kijken en moeten investeren voor de lange termijn.’’
Kuik: ,,Je moet altijd vertrouwen hebben, maar vertrouwen komt te voet en gaat te paard.’’
Van der Graaf: ,,Er zijn een paar punten die al veel aandacht hebben gekregen, maar wat we nog niet gezien hebben is een reactie van de oliemaatschappijen. Het rapport doet ook een beroep op hen. Bijvoorbeeld ook over het belang van betere kennisontwikkeling over de ondergrond, ook met oog op andere mijnbouwontwikkelingen in de toekomst. We hebben gezien dat kennis doelbewust beperkt is gehouden.’’
Kuik: ,,We zitten er wel bij. Ik zat eerder ook wel naast onze woordvoerder en kreeg dan mailtjes of appjes van: ‘zeg er eens wat van’. Maar zo werkt het hier niet. Anders wordt het helemaal een chaos.’’
Van der Graaf: ,,Buitengewoon geïnteresseerd.’’
Kuik: ,,Het is niet een debat als ieder ander debat. We zijn op zoek naar hoe er recht gedaan kan worden voor Groningen. Hoe dat wordt opgepakt is het spannende.’’
Van der Graaf: ,,Het rapport gaat ook over de mensen die verantwoordelijkheid hebben gedragen en dat zij verantwoording afleggen. Dit is het moment waarop de Tweede Kamer daarover het debat kan aangaan met de regering.’’
Van der Graaf: ,,Dat is wel het appel dat we gedaan hebben. We zijn hard geweest in ons oordeel. Dat leveringszekerheid als vast gegeven werd gepresenteerd, was een rookgordijn. Daarover is de Tweede Kamer op het verkeerde been gezet. Nu moet de Kamer zich daarover uitspreken.’’
Kuik: ,,Ook dat de belangen van Groningen stelselmatig onderschat zijn. Ik hoop dat dat gevoel van urgentie niet wegebt. In het Noorden is er constant aandacht voor in de media. Dat is in andere delen van het land niet zo prominent.’’
Van der Graaf: ,,Nu wordt die urgentie nog gevoeld in de Kamer, maar hoe is dat over een aantal jaren? Daarvoor hebben we willen waken. We weten dat de versterkingsoperatie nog in ieder geval tot 2028 duurt, we weten dat er nog lang bevingen zijn, we weten dat er kinderen in Groningen mee zijn opgegroeid.”
Kuik: ,,We moeten in de gaten houden dat het echt menselijker, makkelijk en milder wordt. Daarom is het ook goed dat de staatssecretaris echt zelf in het gebied aanwezig is.’’