Stijn Arnoldussen (links) vond met zijn studenten al honderden voorwerpen in de bodem bij het Klooster. Foto: Archief/Harry Tielman
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) wil proberen nog meer te weten te komen over de geschiedenis van het Klooster in Ter Apel en zijn directe omgeving.
Studenten archeologie gaan daarom onder leiding van universitair docent Stijn Arnoldussen voor een derde keer opgravingen verrichten bij het middeleeuwse gebouw. Die staan gepland voor het voorjaar van 2025, zo maakten bestuurder Rienhart Wolf van het Klooster en Arnoldussen dinsdag bekend.
Honderden gevonden voorwerpen
,,Maar tot die tijd zitten we niet stil’’, aldus Arnoldussen. ,,We onderzoeken de honderden voorwerpen die we al vonden in Ter Apel en zullen daarover in Ter Apel verslag uitbrengen, bijvoorbeeld in de vorm van een lezing.’’
Het voormalig Kruisherenklooster, gebouwd in 1465, is het enige intact gebleven klooster in de provincie en is nu een museum. Wolf en zijn medebestuurders hadden op basis van onder meer bouwhistorisch onderzoek het vermoeden dat in de bodem rondom het pand resten van andere, wellicht nog vroegere bebouwing, moest zijn. Ze zochten en vonden subsidies, en huurden via de RUG een archeologisch bedrijf in.
Nederzetting
Die groeven vorig jaar al aan de achterzijde onder meer paalgaten op, die waarschijnlijk wezen op een nederzetting in de periode tussen 1000 en 1300. Dit jaar kwamen Arnoldussen en zijn studenten aan de voorzijde in actie en werden weer paalgaten, maar ook resten van een ander gebouw, gevonden.
,,De muren daarvan zijn van de 15de eeuw maar stenen uit die muren zijn ouder’’, zegt Arnoldussen. ,,Was dat gebouw een keuken van het klooster, of een brouwerij? En waar duiden die oudere stenen op?’’ Dat zijn raadsels die Arnoldussen graag wil oplossen.
‘Geschiedenis van Kloosterenclave herschrijven’
Rienhart Wolf wil ook antwoorden op die vragen. ,,Vandaar die derde opgraving, opnieuw aan de voorzijde van het gebouw. We hebben ook voor dat project geld nodig, voor een deel van de kosten hebben we subsidies. Ook bij deze derde opgraving zal een archeologisch bedrijf aanwezig zijn. We hopen dat we na deze opgraving de geschiedenis van de Kloosterenclave moeten herschrijven, dat we er dan meer over weten.’’
Wat de eerdere opgravingen overigens al duidelijk hebben gemaakt, is dat de bewoners van de kloosterenclave vleeseters waren. Onder die honderden gevonden voorwerpen lagen namelijk veel botten van dieren, met daarop ook snijsporen. ,,Een teken dat het vlees van de dieren werd geheten, wat ook past bij het dieet van een klooster’’, aldus Arnoldussen.
Nieuwe voorzitter
Het bestuur van het Museum Klooster krijgt volgende week officeel een nieuwe voorzitter. Zijn naam: Karel Geijzendorffer. Een Amsterdammer van origine, die vele jaren geleden naar Oost-Groningen verhuisde en directeur Gemeentewerken van de gemeente Veendam was. ,,Zo heb ik ook het klooster ontdekt. Een gebouw dat meteen mijn belangstelling had, ook vanwege mijn opleiding Bouwkunde en Restauratie. Toen ik enige tijd geleden las dat het bestuur een nieuwe voorzitter zocht, heb ik gereageerd. Volgende week word ik officieel benoemd.’’
Geijzendorffer verheugt zich op het voorzitterschap. ,,We gaan ons best doen het gebouw nog meer in de belangstelling te krijgen en ondersteunen onze directeur Marjan Brouwer zo goed mogelijk.’’