Mirjam Vogelzang van En Vogue. Foto: Corné Sparidaens
Ondanks het vertrek van zelfstandige modezaken, kunnen dames nog volop een nieuwe garderobe aanschaffen in de binnenstad van Groningen. Veel vrouwen zoeken hun heil ook in bijvoorbeeld Haren of in zogeheten modeweidewinkels. Winkeliers aan het woord.
Exclusieve zaakjes brengen reuring in de stad
Desi Nieubuurt (60) van modezaken Part of Art en Artishock in de Zwanestraat in Groningen
,,Ik was 20 toen ik Artishock begon in de Oude Kijk in ‘t Jatstraat. Daar verkocht ik kleding en accessoires die ik bij ateliertjes van de mode-academie in Arnhem kocht. Dat liep heel erg goed. Een paar jaar later opende ik damesmodewinkel Part of Art in de Zwanestraat en niet veel later betrok ik het pand ernaast ook. Dat werd Artishock. Drie zaken was te veel om te behappen ik stootte de winkel in de Oude Kijk af. De Zwanestraat werd een straat vol mooie winkels, maar ik heb ook al twee keer eerder meegemaakt dat het bergafwaarts ging en er veel leegstand was.’’
Desi Nieubuurt van Artishock. Foto: Corné Sparidaens
,,De reden dat ik het grote winkelpand afstoot, heeft geen economische reden, maar komt omdat ik op een kruispunt in m’n leven sta. Mijn zus, ze was mijn steun en toeverlaat in de winkels, is twee jaar geleden overleden. Ik kreeg zelf acute reuma en moest voor zes jaar huur bijtekenen. Dat wilde ik niet en nu concentreer ik me op de exclusieve merken in het pand dat ik jaren geleden heb gekocht. Dat is het kleine monumentale hoekpand, waar we verder gaan onder de naam Artishock.’’
,,Het loopt goed in onze winkel, want onze klanten zijn trouw en die houden ervan advies te krijgen van mij of van medewerkers die ze al jaren kennen. Ze willen de kleding en de stoffen zien, voelen en passen.’’
,,Er komt vast weer een opleving van zelfstandige winkels, in de kleinere panden. Al die grote filiaalbedrijven brengen niet de reuring die een stad nodig heeft, daarvoor zijn exclusieve winkels nodig. Dat maakt een stad.’’
Het liefst wil je dat de winkel doordraait
Mirjam Vogelzang (44) van modezaak En Vogue in de Zwanestraat in Groningen
,,Eind januari gaan wij uit dit pand. We zijn op zoek naar een overnamekandidaat of naar een geschikt pand elders in de stad.’’
Mirjam Vogelzang van En Vogue. Foto: Corné Sparidaens
,,Ik ben in 2008 begonnen in de Zwanestraat met modezaak Elle. Dat werd En Vogue en sinds 2014 huren we dit pand, waar jarenlang boekhandel Boomker & Savenije zat. De instaphuur was goed, maar elk jaar springt de huur omhoog, voor komend jaar met 14 procent. Dan raak je al je spaargeld kwijt. Ook de personeelskosten stijgen.’’
,,Het liefst wil je dat de winkel doordraait. Uiteindelijk zullen de huurbazen moeten zakken met de huurprijzen.’’
Ik hou er niet van een saai doorgeefluik te zijn
Ellen Piebes (69) van damesmodezaak Bess in de Poelestraat in Groningen
,,Ook mijn zaak is eindig. Ik kan wel tot m’n 90ste doorgaan, maar dat zie ik niet gebeuren. Volgend jaar zit ik hier 25 jaar, misschien moet ik op zoek naar een kleiner pand, passend bij mijn leeftijd. Mijn grote voordeel is dat ik dit pand huur van Lefier. Stel dat je een torenhoge huur betaalt, dan kun je geen winkel draaiende houden. De gemeente zou een stokje moeten steken voor die hoge huren.’’
,,In mijn winkel komen mensen van 20 tot 80 jaar, liefhebbers van fijne stofjes en goeie kwaliteit. Ik heb een beetje een uitdagend concept, on-Gronings, noem het edgy. Daar krijg je heel leuke klanten van. Ik hou er niet van om een saai doorgeefluik te zijn. Klanten raken hier betoverd.’’
,,Ik ben begonnen met m’n zus Carla, in de Folkingestraat. Hier in de Poelestraat begon ik met mijn eigen collectie en daar kwamen steeds meer merken bij.’’
,,Eerst had de Poelestraat veel meer winkels, nu zit er alleen nog maar horeca. Ik maak me geen zorgen over de toekomst van de winkels in Groningen: er zijn er nog genoeg, kijk maar in Lutje Lokaal, de stadsgids van Groningen. Wel is het vreemd dat veel mensen helemaal niet weten dat Bess hier zit. Ze gaan naar Florence en zoeken daar alle kleine steegjes op, maar in hun eigen stad kennen ze de winkels niet eens.’’
Ik kan geen broek van 30 euro maken
Jochem Schuitema (25), opende vrijdag De Kleermaker in de Oude Boteringestraat in Groningen
,,In mijn atelier plus fournituren- en stoffenwinkel doe ik alles, van een knoop aan je jas zetten tot maatpakken maken. Ik heb de meesteropleiding coupeur in Amsterdam gedaan, waar ik les kreeg van de meesters uit het vak. Ik wilde dit vak al vanaf mijn twaalfde: niet het ontwerpen, maar het ambacht, het maken. Na mijn opleiding ben ik voor de liefde naar Groningen gekomen, ik begon mijn bedrijfje in Het Paleis en heb een aantal vaste opdrachtgevers. Zo doe ik de Sinterklaasoptocht in Groningen en help ik een bruidszaak met jurken verstellen.’’
,,Vanuit Het Paleis verkaste ik naar een industrieterrein, maar ik stierf daar af. Ik kwam dit pandje tegen op Funda en vind dit een perfecte plek, al is het een struggle. De huur is hoog, ik snap niet dat de gemeente daar niks aan doet. De gemeente zou moeten stimuleren dat de binnenstad mooi is en bruist van de jonge ondernemers. De winkelpanden zouden kleiner moeten zijn, de huurprijzen lager.’’
Jochem Schuitema: ,,De gemeente zou moeten stimuleren dat de binnenstad mooi is.'' Foto: Corné Sparidaens
,,Ik denk dat het ambacht in opkomst is, kijk maar hoe druk het bij een goeie bakker is. Ik hoop dat dat ook geldt voor het vak van kleermaker. Ik kan geen broek van 30 euro maken. Bij mij draait het om exclusieve kleding.’’
Jianhua Zheng (43) van damesmodezaak Zheng in de Stoeldraaierstraat in Groningen
,,Ik heb lieve, trouwe klanten. Zheng bestaat nu 17 jaar, ik begon in de Zwanestraat en 7 jaar geleden kon ik dit pand kopen. Ooit was dit een juwelierszaak.’’
,,Het verbaast me niet dat er winkels stoppen. We hebben corona gehad, de energiecrisis, mensen hebben minder te besteden. En shoppen verandert. Mensen komen naar de winkel voor een totaalbeleving: ze willen iets meer, anders kunnen ze net zo goed online shoppen. Dus moeten ze zich fijn voelen in de winkel, willen ze daar unieke merken treffen en moet hun eventuele aankoop er fantastisch uitzien.’’
,,Ik vind het zorgelijk dat er modezaken sluiten. Dat is zonde van de binnenstad, want die wordt er niet leuker op. En dat boetiekjes de toekomst hebben in de binnensteden? Hoe dan? Die huren in de binnenstad zijn toch niet te betalen?’’
De huren zijn niet op te brengen
Inge van Dijken (54) van voorheen Marquant Department in de Oude Boteringestraat in Groningen
,,Ik heb Marquant Department bijna 15 jaar gehad, het was een vervolg van Dept in de Zwanestraat en Donna Marquant aan de Grote Markt. Mijn man Willem had vijf Marquant-kledingzaken, hij heeft een glorietijd gehad. Nu is het niet meer lucratief.’’
,,Het kwartje viel bij mij na corona. Je werkt je het schompes voor zo’n winkel, je maakt zomaar 60 uur per week, maar voor wat eigenlijk? Voor je klanten natuurlijk, ik had heel leuke klanten, powervrouwen die in een hotel in de buurt verbleven of snel in hun pauze iets van hun gading zochten. Maar nu wil ik meer tijd voor mezelf en Willem. We kunnen nu op zaterdag samen naar de markt!’’
,,Er zijn zo veel ketens in de stad, So Low bij ons om de hoek. Ik vind dat de huren omlaag moeten, die mega-huren zijn niet op te brengen voor zelfstandig ondernemers, zeker niet voor beginners. De gemeente geeft ketens volop kansen, maar zou zich moeten richten op mensen die een leuke zaak willen beginnen. Dat heeft de stad nodig.’’
Positief verrast
Tessa Biesbroek (25) van Sari Butik in de Zwanestraat in Groningen
,,Ik zie dat er veel winkels in onze straat stoppen, jammer. Gelukkig zit aan onze kant alles nog vol. Mijn zus en ik hebben van de zomer onze winkel geopend en we zijn positief verrast door de vele mensen die langskomen. In de Zwanestraat is gewoon veel winkelend publiek.’’
,,Mijn zus en ik hebben allebei een andere baan naast de winkel, drie dagen per week. Dat is goed aanpoten, maar voor nu moet het wel om de winkel te kunnen beginnen.’’
Tessa Biesbroek van Sari Butik. Foto: Corné Sparidaens
,,Sari Butik is een conceptstore, dat is een winkel die sieraden, kleding en interieurartikelen verkoopt. Mijn zus en ik vinden zulke winkels in andere steden altijd leuk om binnen te gaan. Hier werkt het ook. We dachten van tevoren dat er vooral twintigers en dertigers zouden komen, maar iedereen stapt hier binnen, van Duitse toeristen tot de moeders van die dertigers. Wel voornamelijk vrouwen.’’
Ik begrijp dat online bestellen niet
Helena Koster (53), directeur van weidewinkel Westen Mode in Musselkanaal
,,De kosten voor alle huishoudens in Nederland zijn omhoog gegaan, mensen moeten keuzes maken. Het eerste waarop ze bezuinigen zijn de boodschappen, kleding staat op nummer twee. De totale markt voelt dat.’’
,,Daarnaast, dat horen wij van klanten, vinden ze in Groningen niet meer wat ze zoeken en dan gaan ze naar elders. Dat heeft ook te maken met de bereikbaarheid van de stad en met de parkeerkosten. Die liegen er niet om.’’
,,Onze klanten willen het product voelen, zien en beleven. Ze zijn bewuster bezig met het milieu, voelen zich verantwoordelijk als het gaat om een betere wereld. Ze willen dat hun kleding na 30 keer dragen nog steeds mooi is, dus wat ze besteden willen ze góed besteden. In onze servicewinkel en met onze kennis van het vak, komen ze als de beste versie van zichzelf naar buiten.’’
,,Maar het gevaar in de kledingmarkt is dat de online wereld terrein heeft gewonnen. Ik begrijp mensen niet die hun kleding massaal online bestellen waarvan ze een groot deel terug sturen. Het besef hoe milieuonvriendelijk al dat bezorgen, retourneren en verpakken is, is er onvoldoende, om nog maar niet te spreken van diensten als Alibaba waarbij producten binnen vier weken op de vuilnisbelt liggen. Het is het gemak, vanuit huis bestellen, maar er gaat niets boven een stenen winkel waar je fysiek contact hebt.’’
,,Hoe fijn is het om naar een winkel toe te gaan en dat daar iemand is die ervoor zorgt dat je op je mooist naar een sollicitatiegesprek gaat. Wij worden blij als onze klanten, van 18 tot 100 jaar, blij de deur uit gaan. Dat zulke winkels in de binnenstad van Groningen ophouden vind ik heel erg, maar het is te verklaren omdat de kosten extreem veel hoger zijn geworden.’’
Mensen willen niet geholpen worden door kauwgom kauwend personeel
Stephan Pleiter (46) van modezaak Poggibonsi in Haren
,,Ook in Haren zie je dat winkels ermee ophouden, als uitgestelde reactie op corona. De ondernemer krijgt nu het deksel op de neus. Ik denk dat een dorp als Haren als voordeel heeft dat winkeliers een verbintenis hebben met hun klanten.’’
,,Ik zou geen winkel in Groningen willen hebben, omdat de omstandigheden in grote steden veranderen. Ik denk dat straks alleen de grote ketens nog in de binnensteden zitten, als marketingmiddel, om de grote mensenmassa te bereiken. Jonge mensen blijven wel naar die ketens gaan, maar oudere klanten vinden het te druk in de binnenstad, ze vinden het parkeren duur en ze willen naar een kwaliteitswinkel waar ze echt geholpen worden. En dan niet door kauwgom kauwend personeel dat in veel zaken in Groningen staat, uitzonderingen daargelaten.’’
,,Dorpswinkels als in Haren of weidewinkels gaan het steeds beter doen onder 35-plussers. Die merken dat winkelen in een echte winkel sneller gaat en tot een tevredener gevoel leidt dan een hele avond online zitten zoeken. Dat het bij ons drukker wordt, zie ik al sinds corona toen mensen de drukte van de stad gingen ontwijken. In grote steden gaat het vooral draaien om cultuur en horeca.’’