Ouders die hun kinderen slaan en uitschelden. Hoe kun je daar nu begrip voor hebben? Angst om te praten zit diep. ‘Als je iets verkeerds zegt, word je kind uit huis gehaald’
Er zullen weinig ouders zijn die kinderen hebben gekregen om ze vervolgens te mishandelen of verwaarlozen. In duizenden gezinnen gebeurt het toch. Doen omstanders en hulpverleners wel genoeg?
Zonder oordelen met ouders praten die hun kinderen mishandelen, zodat het stopt: in het Zuid-Limburgse Brunssum is dat het jeugdteam gelukt tussen 2016 en 2018. In die jaren dienden jeugdconsulenten twee derde minder verzoeken in bij de Raad voor de Kinderbescherming voor onderzoek bij gezinnen. De aanpak in Limburg bleek zo succesvol dat de gemeente Veendam deze nu overneemt.
,,Ik vind het zo vervelend dat ouders bij kindermishandeling gestigmatiseerd worden als daders”, vindt Tessa* van eind 40 uit Noord-Nederland. ,,Ja, dat zijn ze in eerste instantie. Maar als we verder zouden kijken zonder ze te veroordelen, dan zie je dat het gros in het verleden zelf slachtoffer is geweest.” Tessa kan het weten. Ze behoort tot beide groepen: mishandeld kind en mishandelende moeder.
Vanaf haar 21ste heeft Tessa al geen contact meer met haar ouders. Ze is heel lang boos op hen geweest. ,,Tot ik in therapie ging en ik ging begrijpen wat hen was overkomen. Mijn vader en moeder zijn allebei opgegroeid bij ouders met mentale problemen. Zij wisten niet wat een liefdevolle opvoeding was. Ik dus ook niet, toen ik voor het eerst moeder werd.”
Tessa doet haar verhaal anoniem, omdat ze haar kinderen wil beschermen tegen eventuele (online) negatieve berichten. Het is tegelijkertijd ook de reden dat ze er wél in de krant over wil praten. ,,Leer meer te kijken en te vragen naar waarom iemand iets doet, voordat je diegene gaat veroordelen.”
Begrijpen is niet goedkeuren
Ouders gaan begrijpen die hun kinderen mishandelen? Naar een ouder kijken die zijn kind mishandelt en dan echt denken: dat is een goede ouder, er zijn alleen redenen waarom het even niet lukt? Het idee kan enig ongemak opleveren.
Het gaat ook niet zomaar, beaamt Sanne Eggen. Ze begon in 2015 als coördinator en gedragswetenschapper van het jeugdteam in Brunssum. Destijds kregen medewerkers geen telefoontjes van ouders die belden om zelf hulp te vragen omdat het thuis onveilig was. ,,De grootste angst van ouders is dat hun kind uit huis wordt gehaald als ze eerlijk zouden zijn.” Het lukte Eggens team in 3 jaar tijd toch om de angst om te praten te verminderen: ,,Ouders belden ons als het weer mis was gegaan. Wij wisten het eerder dan de melding bij Veilig Thuis was gedaan.”
Eggen geeft een voorbeeld van een moeder, alleenstaand, met twee jonge kinderen. Ze rookte joints als de kinderen in bed lagen zodat ze kon ontspannen. ,,Deze moeder zei: ‘Ik kan door de joints zo moe worden dat ik in slaap val, en ik weet niet zeker of ik mijn kinderen dan hoor'.”
Stop dan met blowen, zal menigeen denken. Maar dat was niet Eggens boodschap. ,,Deze moeder voelde de ruimte om te vertellen dat ze wiet rookte, en dat ze dan niet zeker wist of ze haar kinderen hoorde als die haar zouden roepen. We spraken samen af dat er een volwassene beschikbaar moest zijn voor de kinderen want ze wilde vooral een goede moeder zijn, en dat haar kinderen niet bang zouden zijn. Door zo in gesprek te gaan, kon ze zelf nadenken over een oplossing: de buurvrouw vragen om op te passen.”
Niet meteen wat gaan vinden van een moeder die joints rookt, eerst vragen naar haar verhaal. ,,Als mijn insteek is dat zij geen goede moeder is, dan gaat ze het me echt niet eerlijk vertellen als er iets niet lukt of misgaat”, stelt Eggen. ,,En ik weet niet hoe dat bij jou is, maar als iemand tegen mij zegt dat ik iets moet doen, dan ga ik het meestal niet doen; het is namelijk niet mijn oplossing.”
Voor de goede orde: ouders proberen te begrijpen en zonder oordeel proberen te luisteren, betekent niet goedkeuren. Hulpverleners helpen het gezin en de mensen om hen heen begrijpen wat en waarom iets gebeurt, zodat er een plan komt dat werkt. ,,Er is geen vezel in mijn lijf die zegt dat mishandeling oké is. Dat ik er zelf van alles bij voel, ligt bij mij. Je moet scherp op dat gevoel blijven reflecteren. Het mag geen oordeel worden”, zegt Eggen.
,,Ik schrik best wel eens van de manier waarop wij in de hulpverlening over mensen praten. ‘Oh, die moeder, dat is een verschrikkelijk mens, die zuigt al je energie op’. We oordelen allemaal, daar zijn we mensen voor. Wat ik daar vervolgens mee doe, daar zit het werk.”
'Het had een ventiel moeten zijn’
Erover praten, doorvragen, begrijpen. Dat had ook Hent Hamming (62) uit Eelde graag gewild. Hij is de zoon van Dick Hamming, een gevierd kinderarts in Groningen. Charmant, joviaal. Voor de buitenwereld. Thuis ging hij genadeloos door het lint.
In theater Van Beresteyn in Veendam voert Hent zijn theaterstuk op, een monoloog. Over hoe zijn vader in één keer kon omslaan thuis. Over hoe zijn vader een dokterspraktijk aan huis had, en in de lunchpauze zijn kinderen afranselde in het souterrain. Dat hij zei dat hij tien klappen zou geven, maar dat het er altijd elf waren. Over hoe hij en zijn broers thuis waslijsten aan klussen moesten doen na school, zoals grachten graven – alles met de hand.
Over hoe zijn vader een keer eindeloos sloeg en schopte toen Hent als schooljongen tijdens een schaatswedstrijd op televisie niet wist hoeveel rondjes tien kilometer is. Over hoe zijn schenen open lagen. Over hoe zijn moeder zich dan wegdraaide. En de rest van zijn omgeving ook.
Hent voerde zijn monoloog met de naam IJS voor het eerst op in 2019. Het was eigenlijk bedoeld voor zijn moeder. Zijn moeder die wegkeek en de mishandelingen – tot serieuze botbreuken aan toe – haar leven lang bagatelliseerde, verdraaide, of van onderwerp veranderde als Hent er in zijn volwassen leven over begon. Met deze monoloog had hij er eindelijk over willen praten.
,,Het had een exit moeten zijn, het had mijn moeder een uitgang moeten geven zodat we er niet meer omheen konden. Ik wilde mijn moeder een ventiel geven. Ze had klem moeten zitten in het publiek en daarna hadden we het erover moeten hebben.” Maar ze overleed vlak voor de voorstelling. ,,Ze is me weer ontglipt.”
Hent Hamming, thuis in Eelde. Foto: Corné Sparidaens
Hent ging door. Inmiddels heeft het theaterstuk een andere betekenis gekregen. Een grotere, misschien wel. Sterker – hij stopt pas als zijn stuk de aandacht van een voorstelling van Carré heeft bereikt. ,,Als ik erover durf te vertellen, kan het andere mensen een ventiel aanbieden”, zegt Hent. Dat vergt moed, dat kost moeite. Dat moet ook, vindt hij.
In 2019, bij zijn eerste opvoeringen, had hij er na afloop nog geen nagesprek aangeplakt. Maar dat was eigenlijk een gemis; applaudisseren na zo’n indringende voorstelling bleek het publiek wat ongemakkelijk te vinden.
Dus, zegt Hent vanaf het podium als hij klaar is met zijn stuk, afgelopen najaar in Veendam: of er nog vragen zijn?
Een vrouw op een van de voorste rijen staat op. Ze kent hem van vroeger, vertelt ze. ,,Ik kwam wel eens over de vloer. Jouw vader was ontzettend enthousiast. Ik vond niet dat jullie op hem leken. We wisten het, van die werklijst, dat grachten graven. We vonden het raar dat hij zo met zijn kinderen omging. Maar we hebben er niks mee gedaan.”
Het blijkt Hent wel vaker te gebeuren. ,,Wel meer mensen zagen het. Ze hadden wat kunnen zeggen. Maar ik neem het niemand kwalijk.”
Angst om iets te zeggen
Eerlijk gezegd doet Tessa dat wel. Haar hele jeugd lang, getekend vol mishandelingen, was er slechts één keer dat iemand erover begon. Dat was toen haar neus scheef stond. De schooldirecteur zag dat. Ze was zeventien.
,,De directeur is toen met me naar de eerste hulp geweest. Hij wilde aangifte met mij doen. Maar inmiddels zat de loyaliteit en de angst zo diep, dat ik het afwimpelde.”
Tessa groeide op in Zuid-Nederland met haar ouders, een broertje en twee zusjes. Van haar vader ving ze de fysieke klappen op, van haar moeder de psychische. Schelden, tieren, schreeuwen. Je deugt niet, je kunt niks, je bent alleen een last. Dat was eigenlijk erger dan de fysieke pijn van haar vader, zegt ze als ze er nu op terugkijkt. ,,Ik wist toen niet dat schreeuwen ook bij mishandeling hoorde. Maar nu denk ik: ik had liever de klappen. Want die helen wel. Dat schreeuwen, dat doet echt wat met je mentale welzijn.”
Tessa had van jongs af aan al wel door dat haar gezinssituatie niet goed was, niet normaal. Als ze bijvoorbeeld bij kinderen van school speelde, zag ze daar een liefdevolle moeder. Iets wat zij niet kende. ,,Ik had niet een moeder die thuis na school met drinken en een koekje klaar zat om te vragen hoe mijn dag was.”
Maar dat zei ze dan nooit. En voor al die blauwe plekken en botbreuken bedacht ze smoesjes. Gevallen. Auto-ongeluk. ,,Ik durfde er niet over te praten”, zegt ze. ,,Want als je iets verkeerds vertelt, dan moet je het huis uit. En dat wilde ik niet, want ik voelde me als oudste ook verantwoordelijk voor mijn broers en zussen. Daar dreigden mijn ouders ook mee: als je praat, dan moeten wij misschien wel naar de gevangenis en dan moet jij weg en halen ze jullie uit elkaar.” Dus hield ze haar mond. Dat was veiliger, bekender, gaf meer zekerheid.
Geen vragenlijsten aflopen
Eigenlijk durven zowel ouders als kinderen er vaak niet over te praten, bang voor de consequenties als ze de vuile was buitenhangen. En moet je je er als buurvrouw of collega eigenlijk wel mee bemoeien? Het zijn toch jouw zaken niet?
Vaak wil het kind niet weg, of wil het kind het contact met zijn ouders niet verbreken. Ook al lijkt dat voor de buitenwereld misschien aannemelijker. ,,Maar het kind heeft geen baat bij het publiekelijk aan de schandpaal nagelen van een ouder die mishandelt. Mensen realiseren zich vaak niet dat het kind uit die ouders voortkomt en dat het beter is als het lukt om een band op te bouwen”, zegt Yke de Jong, klinisch psycholoog en directeur behandelzaken van Groningse ggz-instelling Molendrift en betrokken bij de nieuwe aanpak in Veendam.
Sanne Eggen heeft dat als hulpverlener zelf ook moeten leren. Zo moest ze eens met een melding van Veilig Thuis naar een moeder die veel ruzie had met haar partner, ze hadden een kind van een paar maanden oud. Ze kreeg die melding op het eind van een vrijdagmiddag. ,,Ik had met mijn collega in de auto al een beetje de afspraken bedacht: de moeder mocht in het weekend even geen contact met vader hebben. Dan konden we maandag verder met een plan maken.”
Tijdens het maken van het veiligheidsplan zei de moeder ineens dat ze weg moest. ,,We vroegen waar ze heenging en ze vertelde dat ze bij haar moeder ging eten. Wij legden uit dat we nog niet klaar waren en dat ze dus thuis moest blijven”, vertelt Eggen. Wat later vroeg ze moeder wat ze ging eten. ,,Ik trok de ijskast open, die was hartstikke leeg. Ze had alleen blikken melkpoeder voor de baby en dierenvoer voor de huisdieren. Toen ik ernaar vroeg, bleek ze zelf nauwelijks te eten, alleen ‘s avonds bij haar moeder. Dus door te zeggen dat ze niet weg kon gaan, zei ik eigenlijk dat ze dan maar geen eten had.”
Ze hadden eerder al met haar de afspraak gemaakt dat ze de vader van het kind even niet zou zien. ,,Daar zei ze natuurlijk ja op, want achteraf gezien had ze angst voor ons. Maar bij doorvragen bleek ze geen rijbewijs te hebben: de vader bracht haar altijd naar haar moeder. Dus eigenlijk zei ik met die afspraak dat ze dan maar het hele weekend niet zou eten.”
Sanne Eggen. Eigen foto
Het waren stomme afspraken, concludeerde Eggen ter plekke. ,,Vervolgens zijn we samen frietjes gaan halen en boodschappen voor het weekend. Dan hoefde ze even geen contact te hebben met de vader.”
Wat Eggen ermee wil zeggen: ,,Je moet duidelijk uitleggen aan ouders wat je komt doen. Oprecht nieuwsgierig zijn en van mens tot mens spreken is de manier om vertrouwen te krijgen en samen te kunnen werken, zonder meteen checklisten en vragenlijsten uit de kast te halen.”
We zouden het eens moeten proberen, vindt De Jong: bij vermoedens dat het niet goed gaat bij de buurvrouw eens aanbellen en vragen hoe het gaat. Dat is natuurlijk enger dan een anonieme melding doen bij Veilig Thuis. ,,Dat is ook niet per se slecht om te doen. Maar het aflopen van een meldcode (een soort standaard vijfstappenplan bij vermoedens van mishandeling) kan ook angst inboezemen. Mensen zijn bang dat het direct gemeld wordt als ze iets eerlijk bespreken. En bij melden komt die oordelende kant naar voren. Het moet normaler worden om alles bespreekbaar te maken.”
Bovendien zouden best veel mensen zich er wel een beetje in kunnen herkennen. ,,Niemand wil schreeuwen tegen zijn kind, maar iedereen kan wel een voorbeeld bedenken waarin dat toch wel gebeurde.”
'Ik voelde me een mens, geen probleem’
Hadden Tessa en haar ouders wel toenadering tot elkaar gezocht als haar ouders wel de juiste hulp aangeboden hadden gekregen? Had zij niet dezelfde fouten als haar ouders hoeven maken, als ze eerder hulp en uitleg had gehad? Ze weet het niet.
Feit is dat ze op haar 18de uit huis vertrok. Tegen die tijd was ze al twee jaar verslaafd aan soft- en harddrugs, om met haar situatie te dealen. ,,Ik zat op de dansschool. Dat was mijn uitlaatklep, en daar was ik goed in. Maar op mijn 15de stopte dat door een enkelblessure. Dansen was juist de pleister voor alles. En dat viel weg”, vertelt ze. ,,Daarna ging ik naar de huishoudschool. Mijn leven stortte in. En toen kwam ik in contact met drugs.”
In het drugscircuit ontmoette ze ook haar eerste partner. Met hem kreeg ze twee kinderen. Een giftige relatie van 17 jaar, vol geweld. Haar echtgenoot mishandelde haar fysiek, zij schreeuwde en tierde tegen haar kinderen en mishandelde ze daarmee mentaal. Ze wist niet anders. Was er ook tegen gehard.
Toen het jonge gezin ook nog in de schulden belandde, zag Tessa het allemaal niet meer zitten. Het hoefde voor haar niet meer. Na een serieuze suïcidepoging belandde ze op de intensive care.
Ze werd opgenomen in de ggz, eerst gesloten, daarna open. Ze kreeg voor het eerst echt hulp. Nou ja – ze had weinig keus. ,,Ik stond er eigenlijk eerst niet voor open. Want ik wilde toch dood.” Tot ze na drie therapeuten een hulpverlener trof met wie ze wel klikte. ,,Ik voelde me toen een mens en geen probleem. Dat was zo belangrijk.”
Generaties vol trauma’s
Wat zou Hent Hammings vader gevoeld hebben op de momenten dat hij totaal flipte? Hent vraagt het zich nog wel eens af.
Zijn vader, Dick Hamming, is geboren in Eelde. Hij was het tweede kind. Het eerste kind was ook een jongen, die heette Dick. Hij overleed. Ongeveer een jaar later kwam Hents vader ter wereld. Zijn ouders noemden hem ook Dick.
Toen Dick Hamming 8 jaar was, stierf zijn vader aan een hartaanval. Zijn moeder had het er erg moeilijk mee. Op zijn 9de maakte zijn moeder een einde aan haar leven. Ze kon niet zonder haar man. Kennelijk wel zonder haar zoon. Hent: ,,Ik heb de behoefte om mijn vader te begrijpen. Hij heeft vroeger wel eens verteld over zijn traumatische ervaringen. De diepere laag heb ik zelf ingevuld.”
Dick Hamming, de gevierde kinderarts, moet wel een hart hebben gehad, denkt Hent. ,,Anders was hij toch ook niet zo’n goede arts en zo geliefd bij iedereen?”
Ouders die hun kinderen mishandelen, hebben vaak zelf onverwerkte trauma’s, ziet Sanne Eggen. Dat had Tessa. En Dick Hamming misschien ook. Eggen: ,,Er is niet een dader die zijn kinderen mishandelt en die moet worden afgestraft. Deze persoon is niet zo geboren, die is zo geworden”, zegt ze. ,,Ik heb ook wel eens een vader gevraagd hoe het is om vader te zijn als je zoiets zelf hebt meegemaakt. Hij zei: ‘Ik worstel iedere dag met de angst dat ik het zelf ga doen.’”
Maar: ,,Waar mag je je verhaal kwijt zonder dat meteen je kop eraf gaat?”
Houden van iemand
Na een paar jaar intensieve therapie zag Tessa in dat er een eind moest komen aan haar huwelijk. Ze werd verliefd op iemand anders, vervreemdde van haar partner en wilde een scheiding. Maar dat accepteerde hij niet. Dus vluchtte Tessa. Haar kinderen bleven bij hun vader in het Zuiden. Anderhalf jaar leefde ze op straat, ze zwierf door het hele land. Het betekende opnieuw afkicken, nu van de therapie en alle medicatie die ze daarvoor kreeg. De man op wie ze verliefd werd, volgde haar.
,,Na een tijd zakte ik uitgedroogd en ondervoed op straat in elkaar. In het ziekenhuis bleek ik zwanger. Maar ik heb ze daar niet verteld dat ik op straat leefde. Ik had angst en paniek, ik was al twee kinderen kwijt”, vertelt Tessa. Met het kleine netwerk dat ze nog had, vonden Tessa en haar nieuwe partner een huurwoning in Noord-Nederland. Samen bouwden ze een nieuw leven op.
Met Tessa gaat het nu, in haar tweede huwelijk, goed. Ze kan het anders doen. ,,Ik heb inmiddels geleerd hoe ik moet omgaan met woede en frustraties zonder anderen of mezelf pijn te doen. Als ik vroeger me geïrriteerd voelde om de kleinste dingen en ik een gevoel van onmacht had, dan ging ik schreeuwen en tieren. Maar als ik nu een irritatie voel opkomen, dan loop ik bijvoorbeeld even naar de keuken om stoom af te blazen voordat ik het gesprek aanga.”
Ze weet nu wat ‘houden van’ betekent. ,,Ik kon dat in mijn eerste relatie niet. Toen knuffelde ik zonder gevoel. Nu doe ik het wel met gevoel.” Tessa glimlacht: ,,Ik heb nu pubers en die volgen mijn voorbeeld. Als zij geïrriteerd zijn, lopen ze net als ik ook even de situatie uit.”
Ook Hent Hamming heeft een eigen gezinsleven opgebouwd. Op zijn 16de heeft hij alle moed bij elkaar geraapt en is hij vertrokken. Zijn vader kon hem sindsdien niet meer raken.
Zelf is hij, denkt Hent, wel een strenge vader geweest. ,,Ik heb mijn kinderen nooit geslagen. Maar ik vraag me af of ik altijd even liefdevol ben geweest.”
Op het sterfbed van zijn vader heeft Hent nog geprobeerd met hem te praten. Zijn vader zei toen dat hij opgefokt was, door zijn moeder. Sorry heeft hij nooit gezegd. ,,Natuurlijk had ik dat wel gewild. Als hij ook maar één keer iets zachts, iets liefdevols had laten blijken, dan had dat veel betekend. Nu moet ik dat zelf invullen.”
Zijn moeder, die niet ingreep en er niet over sprak, heeft hij nooit begrepen. ,,Ik snap het in zoverre dat je het zo weggestopt hebt, dat het zó erg is, dat er niet mee te leven valt.”
Boos op zijn ouders is hij niet. Echt niet. ,,Ik leef veel meer in de gedachte; wat hebben jullie het dom aangepakt dat jullie het zo ver hebben laten komen. Ik heb nu zelf kinderen, dus nu denk ik; wat hebben jullie veel gemist.'’
Boos op zichzelf is hij overigens wel geweest. Hij had zijn vader graag eens terug willen meppen. Dat heeft hij niet gedaan.
'Durf te praten en te mislukken’
Er kunnen omstandigheden zijn waardoor je jezelf en de weg kwijtraakt, weet Hent Hamming. ,,Dan moet er worden ingegrepen. Ik denk dat geen ouder met plezier terugkijkt dat die z’n kind heeft geslagen.” Dat denkt Tessa ook niet. Nee, de meeste mensen krijgen geen kinderen om ze af te ranselen. ,,Als je dat vermoeden wel hebt dat dat gebeurt, vind ik dat je altijd het gesprek moet aangaan. Hoe moeilijk ook. Beter tien keer voor niks, dan één keer te weinig”, vindt Tessa.
,,Je hebt een vertrouwde omgeving nodig waarin je niet veroordeeld wordt, zodat je daadwerkelijk aan jezelf kunt werken. En ik vertel dit nu, omdat ik hoop dat mensen het voorbeeld volgen en zich open stellen. Ouders weten vaak niet hoe trauma doorwerkt, dat wist ik ook niet. Ik hoop dat daar meer bewustwording voor komt.”
Daar sluit Hent zich bij aan. ,,Kom je angst onder ogen. Ga in gesprek. Durf te praten, durf te mislukken. Geen weg meer terug.”
*De echte naam van Tessa is bij de redactie bekend.
Nul Bange Ouders
Jeugdhulp bij de gemeente is vrijwillige hulp, waar mensen zelf kunnen aankloppen of door andere hulpverleners op kunnen worden gewezen. Jeugdteams van gemeenten, Veilig Thuis en de instanties voor jeugdbescherming en -reclassering kunnen ook meldingen doen bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) als ze zich zorgen maken over bijvoorbeeld mishandeling. Volgens overheidscijfers zijn naar schatting elk jaar bijna 119.000 kinderen het slachtoffer van mishandeling: dan gaat het om elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is.
In 2016 deed het jeugdteam van Brunssum volgens cijfers van de Raad voor de Kinderbescherming 36 verzoeken tot onderzoek (op een totaal van 58 meldingen van alle instanties), in 2018 waren dat er nog acht (totaal 22). ,,Die daling viel landelijk op”, zegt Sanne Eggen.
Van 2015 tot 2018 werkte Eggen als gedragswetenschapper en coördinator van het jeugdteam van de gemeente Brunssum. Nu bespreekt ze haar ervaringen met andere hulpverleners. Eggen werd zo onbedoeld een van de grondleggers van de beweging Nul Bange Ouders: een beweging die een verandering in het denken van hulpverleners en de samenleving wil bereiken, zodat iedereen hulp durft te zoeken zonder bang te zijn voor bijvoorbeeld oordelen of de consequenties.
Dat doel krijgt nu ook de aandacht van andere Nederlandse gemeenten, zoals eerder al in Steenwijkerland en nu ook in de gemeente Veendam. Hier werkt de Groningse jeugdhulpinstelling Molendrift samen met andere zorgaanbieders verenigd in het lokale jeugdteam. Hent Hamming en Tessa helpen ook mee met Nul Bange Ouders door over hun ervaringen te praten. Hammings theaterstuk IJs is geschreven en wordt geregisseerd door Nico van der Wijk uit Groningen. De eerstvolgende voorstelling staat gepland op 16 april in de Winsinghhof in Roden.