Bouwvakkers troffen in februari menselijke resten aan in Rottum, legden hun werk stil en droegen de plek over aan archeologen. Foto: (C) Anjo de Haan
Archeologen hebben in totaal 458 skeletten opgegraven in Rottum. Het graafwerk begon afgelopen februari toen bouwvakkers op eeuwenoude geraamtes stuitten in het Noord-Groningse wierdedorp.
De honderden skeletten zijn aangetroffen in verschillende lagen van de aarde en dateren van ongeveer het jaar 700 tot 1700. De verwachting is dat rondom de huidige vindplaats nog minimaal 2000 skeletten liggen. Die worden met rust gelaten, omdat ze zich in tuinen van Rottumers bevinden.
De meest bijzondere vondst van de archeologen is een grafbed gemaakt van vogelvleugeltjes, waarschijnlijk uit de tijd voor de kerstening. Het heidense idee achter de vleugels was dat die de geest van de overledene naar de hemel droegen, aldus amateur-geschiedkundige Willem van Wijnen uit Rottum. Volgens hem gaat het om botten van vleugels - de veertjes zijn vergaan - die net als de menselijke botten in vrij gave toestand uit de kleibodem komen.
Sieraden en munten
Ook zijn er sieraden gevonden, zoals kralen en mantel- en haarspelden. Eeuwenoud muntgeld is eveneens aangetroffen.
De honderden opgegraven skeletten wacht een minutieuze schoonmaak en nader onderzoek. De verwachting is dat het zo’n twee jaar duurt voordat alle onderzoeksdata verwerkt zijn in een wetenschappelijk rapport.
Laatste archeoloog vertrokken
De komende tijd is er een openbare bijeenkomst in Rottum waarin de archeologen verslag uitbrengen over hun werkzaamheden. De laatste archeoloog was maandag voor het laatst in Rottum. Hij was de afgelopen maanden soms met met elf collega’s en vrijwilligers aan het graven.
Ondertussen is er belangstelling van tal van instanties uit binnen- en buitenland (zoals Duitsland en Frankrijk) voor de skeletten van Rottum. Die herbergen een schat aan informatie op het gebied van forensisch onderzoek, leeftijdsbepaling en ziektebeeld.
Bouwvakkers stuitten afgelopen februari op de eerste menselijke resten toen zij de fundering van een nieuwe schuur aan het graven waren. Ze stopten hun werkzaamheden en droegen het erf over aan archeologen. Die troffen het ene na het andere goed geconserveerde skelet aan in de kleigrond.
Aardbevingsschade
De schuur hoorde bij een 19de-eeuwse boerderij met ernstige aardbevingsschade. Het voorhuis kreeg een nieuwe fundering en wordt van top tot teen aardbevingsbestendig. De schuur werd afgebroken en zou herbouwd worden. Dat karwei kan na het maandenlange onderzoek door archeologen verdergaan.
De boerderij is gebouwd op de plek van een kerkhof dat tot 1800 in gebruik was voor dorpsbewoners van Rottum en voor nonnen uit het nabijgelegen wierdegehucht Bethlehem. Zij mochten niet bij de monniken in klooster Juliana in Rottum wonen.